ECLI:NL:RBNNE:2018:3302
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- P.G. Wijtsma
- K. Wentholt
- R.B. Maring
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gebruik dienstauto voor woon-werkverkeer door hondengeleider en de juridische implicaties daarvan
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 augustus 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar, eiser, en de korpschef van politie, verweerder. Eiser, werkzaam als hondengeleider, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder om hem per 1 januari 2018 geen dienstauto meer ter beschikking te stellen voor het vervoer van zijn diensthond van zijn woning naar de plaats van tewerkstelling. De rechtbank oordeelt dat de reis met de diensthond tussen de woning en de werkplek niet kan worden aangemerkt als arbeidsplaats in de zin van de Arbowet. De rechtbank stelt vast dat de diensthond pas als arbeidsmiddel kan worden beschouwd wanneer deze daadwerkelijk wordt ingezet, en dat de verantwoordelijkheid van eiser voor de hond buiten werktijd niet betekent dat de hond als arbeidsmiddel kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de beëindiging van het gebruik van de dienstauto voor woon-werkverkeer niet in strijd is met het eigendomsrecht of de persoonlijke levenssfeer van eiser, zoals gewaarborgd door het EVRM. De rechtbank wijst erop dat er een legitieme doelstelling is voor de wijziging, namelijk een efficiënt gebruik van het wagenpark en een eenduidige regeling voor alle hondengeleiders. Eiser heeft voldoende tijd gehad om zich aan te passen aan de nieuwe regeling en er zijn compensaties beschikbaar gesteld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard.