ECLI:NL:RBNNE:2018:327
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van plaatsing in lagere functie na plichtsverzuim van milieu-inspecteur
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een milieu-inspecteur, eiser, en het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, verweerder. Eiser was sinds 1986 in dienst bij verweerder en had sinds 2011 de functie van milieu-inspecteur. Na een melding van overtredingen van de Keur en de Flora- en faunawet, heeft verweerder een integriteitsonderzoek laten uitvoeren door het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING). Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat eiser zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim, onder andere door het niet tijdig verwijderen van strobalen en het gebruik van zijn zakelijke e-mailadres voor privédoeleinden. Verweerder legde eiser disciplinaire straffen op, waaronder plaatsing in een lagere functie.
Eiser heeft tegen deze straffen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat het onderzoek van het BING niet objectief was en dat de opgelegde straf disproportioneel was. De rechtbank oordeelde dat het bewijs dat door het BING was verzameld, voor een deel onrechtmatig was verkregen, maar dat er voldoende andere gronden waren om plichtsverzuim vast te stellen. De rechtbank concludeerde dat de disciplinaire straf van plaatsing in een lagere functie niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim. Eiser had als milieu-inspecteur een grote verantwoordelijkheid en had zich als hobbyboer aan dezelfde regelgeving moeten houden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde disciplinaire maatregel.