Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
de ontvanger van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Gronden
Generiek uitstel aanslag inkomstenbelasting/ZVW 2014’. De tekst van de brieven luidt:
Hebt u langer nodig om te betalen?
Inkomstenbelasting > Belasting betalen of terugvragen > 4 maanden extra tijd om aanslag 2074 te betalen > U hebt meer dan 4 maanden extra tijd nodig.
Invorderingsrente
Inkomstenbelasting > Belasting betalen of terugvragen > 4 maanden extra tijd om aanslag 2014 te betalen > Wel of geen invorderingsrente betalen?
Meer informatie
Inkomstenbelasting > Belasting betalen of terugvragen > 4 maanden extra tijd om aanslag 2014 te betalen.
Stcrt. 2014, 36880 (hierna: de Regeling), is te begrijpen. Artikel XXI van die Regeling bevat een tijdelijke regeling voor invorderingsrente in verband met generiek uitstel van betaling voor de aanslag inkomstenbelasting 2014. Op grond daarvan wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht voor zover de betaling plaatsvindt uiterlijk 4 maanden na de reguliere betalingstermijn die voor de aanslag geldt. Bij overschrijding van de aldus door het generiek uitstel verlengde termijn, geldt op grond van de normale regels van de Invorderingswet dat invorderingsrente wordt verschuldigd vanaf het verstrijken van de reguliere betalingstermijn. Met andere woorden: dan is meteen ook invorderingsrente verschuldigd over de 4 maanden extra verleend uitstel.
BNB1992/234 en Hoge Raad 27 september 1995, nr. 30 579,
BNB1995/316).
Als u de aanslag na 26 juli 2016 betaalt, dan krijgt u met invorderingsrente te maken.', gevolgd door een zoekpad voor het geval de belastingschuldige wil weten hoe die dan wordt berekend.
Kamerstukken II2014/15, 31 066, nr. 223).
BNB2010/314, ECLI:NL:HR:2010:BM1206).
beroepsmatigrechtsbijstand verleend, moet het verlenen van rechtsbijstand voor die derde een vast onderdeel vormen van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening. Niet is gebleken dat het verlenen van rechtsbijstand voor de gemachtigde een vast onderdeel vormt van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening. Reeds daarom heeft de rechtbank de verzoeken afgewezen. Ten aanzien van het verzoek in de zaak van [eiser 2] merkt de rechtbank bovendien op dat hij is gehuwd met gemachtigde én dat zij een gezamenlijke huishouding voeren. In die situatie moet er in beginsel van uit worden gegaan dat de door gemachtigde aan hem verleende rechtsbijstand niet
als derdeis verleend in de zin van de toepasselijke regelgeving.