Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 februari 2015;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 6 april 2016;
- de akte van [eiseres] van 13 juli 2016;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie van 13 juli 2016;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van 24 augustus 2016;
- de akte van Nationale Nederlanden van 24 augustus 2016;
- de conclusie van dupliek in reconventie van 14 september 2016;
- de akte van Nationale Nederlanden van 9 november 2016;
- de antwoordakte van [eiseres] van 21 december 2016.
2.De vaststaande feiten
Ze heeft 2 of 3 jaar een revalidatie behandeling gehad. Dit heeft niet geholpen. Wel heeft ze geleerd de pijn te accepteren en haar leven nu in te richten naar haar lijf.(...)
Men voert een VOF onder de naam ‘Equiscio’.(...)
3.Het geschil
in conventie en reconventie
€ 114.937,00 als vergoeding voor ontstane huishoudelijke hulpbehoefte, betaling van
€ 53.549,00 als vergoeding voor verlies aan zelfwerkzaamheid, betaling van € 26.144,08 als vergoeding voor buitengerechtelijke kosten, en € 9.459,00 als vergoeding voor de kosten van de deelgeschilprocedure, alle bedragen steeds te vermeerderen met wettelijke rente. [eiseres] vordert ook veroordeling van Nationale Nederlanden om aan haar een deugdelijke fiscale garantie te verstrekken waarmee zij wordt gevrijwaard van mogelijke toekomstige aanslagen van de belastingdienst over de aan haar toekomende schadevergoeding. Tot slot vordert [eiseres] veroordeling van Nationale Nederlanden in de proces- en nakosten, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente als niet tijdig wordt betaald.
4.De beoordeling
in conventie en reconventie
5.De beslissing
21 juni 2017voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenonderzoek,