ECLI:NL:RBNNE:2017:2206
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor groencompostering in Groningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 juni 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, gevestigd te Kiel-Windeweer, had een aanvraag ingediend om de last onder dwangsom die haar was opgelegd door het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen, te schorsen. De last onder dwangsom was opgelegd omdat verzoekster niet voldeed aan de voorschriften van de omgevingsvergunning met betrekking tot de groencompostering. Verweerder had verzoekster gesommeerd om voor 1 juli 2017 de overtreding van het vergunningsvoorschrift ongedaan te maken, bij gebreke waarvan een dwangsom van € 25.000,-- per maand zou worden opgelegd, met een maximum van € 125.000,--.
Verzoekster stelde dat er sprake was van een milieu-neutrale wijziging van de inrichting en dat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek tot wijziging van het vergunningsvoorschrift, waardoor er van rechtswege een vergunning tot wijziging zou zijn ontstaan. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoekster niet had aangetoond dat er sprake was van een milieu-neutrale wijziging en dat verweerder terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van een niet tijdig beslissen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat de opgelegde begunstigingstermijn van 36 maanden niet onredelijk was.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening was dat het bestreden besluit van verweerder in de bezwaarfase als overwegend positief moest worden ingeschat. De uitspraak werd gedaan door mr. R.L. Vucsán, in aanwezigheid van mr. H.L.A. van Kats als griffier.