Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 januari 2017 in de zaken tussen
[eiser], te [plaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Groningen, verweerder
[derde-partij], te Groningen
Rechtbank Noord-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 26 januari 2017, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de weigering van omgevingsvergunningen voor het verbouwen van de Noorderkerk en het Bethesda-gebouw in Groningen. In de eerste zaak (LEE 15/4076) had de gemeente Groningen op 24 juni 2015 een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van het Bethesda-gebouw in 23 zelfstandige appartementen. Echter, op 8 oktober 2015 werd deze vergunning herroepen en alsnog geweigerd, omdat het project in strijd was met het bestemmingsplan. Eiser, de aanvrager van de vergunning, heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de herroeping van de vergunning in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht, omdat eiser niet in de gelegenheid was gesteld om gehoord te worden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het besluit van 8 oktober 2015, maar liet de rechtsgevolgen van dit besluit in stand.
In de tweede zaak (LEE 16/1596) had de gemeente op 3 september 2015 een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de Noorderkerk tot 74 appartementen. Deze vergunning werd op 26 februari 2016 herroepen, omdat het project ook hier in strijd was met het bestemmingsplan. Eiser stelde dat er van rechtswege een vergunning voor afwijkend gebruik was verleend, maar de rechtbank oordeelde dat tijdig op de aanvraag was beslist en dat er geen sprake was van een fictieve vergunning. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank veroordeelde de gemeente in de proceskosten van de eerste zaak, maar niet in de tweede zaak.