ECLI:NL:RBNNE:2016:4935
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- E.Th.M. Zwart-Sneek
- Rechtspraak.nl
Verplichtstelling van pensioenfonds voor chauffeurs in het beroepsvervoer over de weg en de kwalificatie van AFMB als uitzendonderneming
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen AFMB Limited, een vennootschap naar buitenlands recht, en het Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg. AFMB, vertegenwoordigd door mr. M.J. van Dam, heeft verzet aangetekend tegen een dwangbevel van het Pensioenfonds, dat hen verplichtte om pensioenpremies te betalen. Het Pensioenfonds, vertegenwoordigd door prof. dr. E. Lutjens en mr. B. Degelink, stelde dat AFMB als uitzendonderneming moet worden gekwalificeerd en daarom onder de verplichtstelling van het pensioenfonds valt. AFMB betwistte deze kwalificatie en voerde aan dat zij geen uitzendonderneming is en dat de arbeidsovereenkomsten onder Cypriotisch recht vallen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat AFMB chauffeurs in dienst heeft die op basis van uitzendovereenkomsten werkzaam zijn bij Nederlandse vervoersondernemingen. De rechter oordeelde dat de Wet Bpf 2000 en het daarop gebaseerde Verplichtstellingsbesluit als bepalingen van bijzonder dwingend recht moeten worden beschouwd, wat betekent dat deze van toepassing zijn op AFMB, ongeacht de rechtskeuze voor Cypriotisch recht. De kantonrechter heeft het verzet van AFMB ongegrond verklaard en hen veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van uitzendondernemingen in het kader van pensioenregelingen en de toepassing van Nederlands recht op arbeidsovereenkomsten van chauffeurs die in Nederland werkzaam zijn.