Op 3 oktober 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam en een agrarische inrichting die zich bezighoudt met akkerbouw en mestvergisting. De zaak betreft een preventieve last onder dwangsom die aan de verzoekster is opgelegd vanwege overschrijding van het vergunde aantal vrachtwagenbewegingen per dag. De last houdt in dat de verzoekster het aantal vervoersbewegingen moet terugbrengen tot maximaal tien per dag, met een dwangsom van € 5.000,-- voor elke vrachtwagen die het vergunde maximum overschrijdt, tot een maximum van € 100.000,--. De verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende onderbouwing is voor de opgelegde last en dat de verzoekster in het verleden regelmatig het maximum aantal vervoersbewegingen heeft overschreden. De voorzieningenrechter oordeelt dat het spoedeisende belang aan de zijde van verzoekster aanwezig is, maar dat het bestreden besluit in de bezwaarfase overwegend positief kan worden ingeschat. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.