Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afwijzing machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Beschikking van 25 augustus 2016,
[naam]
Procesverloop
Motivering
Beslissing
fn: RH)
Rechtbank Noord-Nederland
Op 25 augustus 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren op [geboortedatum], die thans verblijft in de FPC Van Mesdagkliniek te Groningen. De burgemeester van de gemeente Tynaarlo had op 19 augustus 2016 een last tot inbewaringstelling afgegeven, na een periode van oplopende spanningen en agressief gedrag van de betrokkene in de FPA Eikenstein te Zuidlaren. De rechtbank ontving op 22 augustus 2016 een verzoek van de officier van justitie om de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verlenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene eerder een TBS-maatregel met verpleging van overheidswege opgelegd had gekregen, welke op 14 december 2015 met twee jaar was verlengd. De rechtbank oordeelde dat, volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad, een strafrechtelijke machtiging en een civielrechtelijke machtiging (Wet Bopz) niet naast elkaar kunnen bestaan. Aangezien de TBS-maatregel van de betrokkene niet onvoorwaardelijk was beëindigd, kon er geen machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling worden verleend.
De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat de huidige situatie van de betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor een civielrechtelijke machtiging. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat geen gewoon rechtsmiddel open.