Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- akte uitlating producties
- antwoordakte
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De feiten
een vennootschap die [eiser] voornemens was op te richten in het kader van het project, toevoeging rechtbank] denken hierbij via de volgende richtingen invulling aan te geven.
ambtenaar bij WF, toevoeging rechtbank] over hoe verder te gaan nu het huidige project op zijn einde loopt. Niettegenstaande de goede resultaten in Wolvega bestond de behoefte de technologie uit te testen in een geïntegreerde setting. Hierbij werd voorgesteld om dit te doen op de zuivering in Bergum, waar een vergister beschikbaar is. Een voorlopige projectstudie is begin dit jaar uitgevoerd.
3.De vordering
4.Het geschil en de beoordeling daarvan
verplichtingvan WF worden afgeleid om de technologie ook daadwerkelijk breed toe te passen. Een dergelijke verplichting is evenmin te herleiden uit de enkele omstandigheid dat in deze subsidieaanvragen wordt gesproken over het
voornemenvan WF om de techniek toe te passen op meerdere rzwi's, dat WF wordt aangeduid als launching customer en dat daarin wordt aangegeven dat het voor de hand ligt dat WF de technologie ook werkelijk gaat gebruiken. Hetzelfde geldt voor het (niet door WF opgestelde) e-mailbericht van 21 november 2005 van de Provincie Fryslân, waaruit volgt dat "U" - waarbij onduidelijk is of dit [eiser] is (zoals WF heeft aangevoerd) en/of WF - heeft verklaard van plan te zijn om bij een succesvolle pilot een follow-up in Fryslân te laten plaatsvinden, waarbij dit voornemen "sterker is dan een intentieverklaring". Ook hieruit valt niet af te leiden dat WF voldoende bepaalbare verbintenissen jegens [eiser] op zich heeft genomen. Ook de Experimentele kaderregeling subsidie innovatieve projecten kan niet dergelijke verbintenissen van WF jegens [eiser] scheppen. Uit de bewoordingen van de hiervoor bedoelde stukken kan naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze worden afgeleid dat tussen partijen wilsovereenstemming bestond in de door [eiser] bedoelde zin. Daarbij is mede van belang dat bedoelde stukken slechts betrekking hebben op subsidieaanvragen en de gegeven antwoorden niet los kunnen worden gezien van de context waarin ze zijn gegeven, waarbij mede van belang is dat met de antwoorden de subsidieverstrekker moet worden overtuigd van nut en noodzaak van de subsidie voor het project.
-dat anders dan het Innovatieplan slechts zag op de BOS-installatie en niet op een algeheel onderzoek
-wordt nu juist ingegaan op de waarde van het STOWA-rapport. WF mocht daarbij zijn eigen afwegingen maken. Voor wat betreft de onderbouwing van de beslissing van het dagelijks bestuur om niet te investeren in de technologie, zijn de resultaten van de sedimentatietank wel betrokken in de afweging, maar leidde dit naar het oordeel van WF niettemin tot de conclusie dat geen sprake was van een goede business case. Omdat geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb, had [eiser] niet het recht om vooraf te worden gehoord, waarbij WF ten overvloede opmerkt dat vóór het nemen van die beslissing contact hierover met [eiser] is geweest. De beslissing is mondeling door WF toegelicht aan [eiser] . [eiser] had bovendien jegens WF geen recht op commerciële toepassing. Paques (als bedrijf) was eerst betrokken bij de latere contacten in 2012 en 2013 over de mogelijke toepassing van de technologie op Ameland en Terschelling en niet ten tijde van het besluit van het algemeen bestuur tot vaststelling van het Innovatieplan. WF heeft voorts aangevoerd dat zij nimmer afspraken of toezeggingen heeft gedaan omtrent het breed toepassen van de technologie. Hetgeen in het Chemisch Weekblad is vermeld, is bovendien een onjuiste weergave van het besprokene, aldus WF. WF heeft ten slotte aangevoerd dat de (wijze van) besluitvorming niets heeft afgedaan of toegevoegd aan hetgeen tussen partijen is overeengekomen. Enig causaal verband met de beweerde schade - waarvan de omvang eveneens wordt betwist - ontbreekt dan ook, aldus nog steeds WF.
ongerechtvaardigdeverrijking aan de zijde van WF door de eigen keuze van [eiser] om de exploitatie van de proefinstallatie te Wolvega voort te zetten. Ook volgt een verplichting tot betaling van enige vergoeding gelet op het voorgaande naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval niet uit de aanvullende werking van de redelijkheid en de billijkheid.
24.082,50(7,5 punt x tarief EUR 3.211,00)