Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 december 2015 in de zaak tussen
[naam] , eiseres,
de Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft verklaard dat zij het gebruikte paspoort en het vliegticket na de controles in Kenia en Egypte heeft afgestaan aan de reisagent. Voor verweerder is in deze verklaring geen aanleiding gelegen om het ontbreken van documenten niet aan eiseres toe te rekenen omdat niet is gebleken dat hierbij sprake was van dwang van de zijde van de reisagent. Verder heeft eiseres verklaard dat zij op de luchthaven van aankomst niet is gecontroleerd. Verweerder merkt daarover op dat eiseres volgens haar verklaring met een directe vlucht vanuit Egypte kwam. Daarom acht verweerder haar verklaring dat zij op de luchthaven van aankomst niet is gecontroleerd, niet geloofwaardig.
Daarnaast acht verweerder de verklaringen van eiseres over haar reisroute niet consistent, geloofwaardig, gedetailleerd en verifieerbaar. Verweerder overweegt daartoe dat van een persoon die verklaard heeft van Somalië, via Kenia en Egypte, naar Nederland te zijn gereisd, in alle redelijkheid mag worden verwacht dat zij informatie kan verschaffen over eenvoudige zaken als op welke luchthaven in Egypte zij is overgestapt, op welke luchthaven in Europa of Nederland zij is aangekomen, met welke luchtvaartmaatschappij zij van Egypte naar Europa is gevlogen en hoe laat de vlucht arriveerde. Eiseres heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat het ontbreken van documenten die haar reisverhaal onderbouwen niet aan haar is toe te rekenen.
Vw 2000 - zoals dat ten tijde van het bestreden besluit luidde - aan eiseres kan tegenwerpen.
Voorts heeft de gemachtigde van verweerder desgevraagd verklaard dat zij niet weet, waarom het aangekondigde ambtsbericht nog niet is verschenen.
Beslissing
verklaart het beroep gegrond;
16 december 2013, met inachtneming van het hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
deze uitspraak te ondertekenen.
Rechtsmiddel
binnen een weekna de datum van verzending ervan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State.