ECLI:NL:RBNNE:2015:6096
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs en strafrechtelijke vervolging bij rijden onder invloed van alcohol
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 oktober 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van rijden onder invloed van alcohol. De verdachte had op 7 maart 2013 een alcoholgehalte van 685 microgram per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane norm lag. De verdediging voerde aan dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs door het CBR, op basis van ongeschiktheid, en de strafrechtelijke vervolging voor hetzelfde feit zouden leiden tot dubbele bestraffing en een schending van de beginselen van een goede procesorde. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van dubbele bestraffing, omdat de ongeldigverklaring van het rijbewijs voortkwam uit een afzonderlijk onderzoek naar de geschiktheid van de verdachte om een voertuig te besturen, en niet direct gerelateerd was aan de strafbare gedraging van rijden onder invloed. De rechtbank verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging en achtte het ten laste gelegde bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 850,00, met een voorwaardelijke straf en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zeven maanden. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de schending van de redelijke termijn, wat leidde tot strafvermindering. De uitspraak benadrukt het onderscheid tussen bestuursrechtelijke maatregelen en strafrechtelijke vervolging, en bevestigt dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs geen straf of sanctie in de zin van artikel 6 EVRM is.