ECLI:NL:RBNNE:2015:1099
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Corrumperen van minderjarigen met ontuchtig oogmerk
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het corrumperen van minderjarigen, zoals bedoeld in artikel 248d van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, die bijgestaan werd door zijn advocaat mr. D. Uygul, werd beschuldigd van het zich in het zicht van minderjarigen bevredigen. De tenlastelegging omvatte meerdere incidenten waarbij de verdachte zich in de periode van 30 mei 2014 tot 9 juli 2014 in zijn woning in Dokkum aan seksuele handelingen heeft overgegeven in het zicht van vier minderjarige slachtoffers. De rechtbank heeft op basis van het bewijs vastgesteld dat de verdachte zich meermaals in het zicht van deze minderjarigen heeft bevredigd, waarbij hij hen heeft proberen te lokken door naar hen te zwaaien of hen te wenken. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging, dat er geen ontuchtig oogmerk aanwezig was, verworpen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de bewezenverklaring van het eerste feit, terwijl het tweede feit niet bewezen kon worden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de reclassering. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.