ECLI:NL:RBNNE:2014:2098
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toegang tot informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur en de vergaarplicht van bestuursorganen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 22 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de minister van Veiligheid en Justitie over de toegang tot informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had verzocht om documenten met betrekking tot een verkeersboete, maar de rechtbank oordeelde dat de minister niet verplicht was om documenten te vergaren die niet fysiek bij hem berusten. De rechtbank baseerde zich op vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat er geen vergaarplicht bestaat voor bestuursorganen in het kader van de Wob, tenzij het gaat om informatie die bij het bestuursorgaan behoort te berusten.
Eiser had eerder een verzoek ingediend bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) om relevante informatie te verstrekken, maar de CVOM had enkel het zaakoverzicht kunnen verstrekken. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was om te concluderen dat de overige gevraagde documenten onder de minister berustten. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat de minister deze documenten moest vergaren. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de vraag of de minister over alle gevraagde documenten moest beschikken, in de procedure van het administratief beroep aan de orde moest komen en niet in deze procedure.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.