Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 juli 2013 in de zaak tussen
de stichting Stichting Greenpeace Nederland, gevestigd te Amsterdam, eiseres
het college van gedeputeerde staten van Groningen, verweerder
Procesverloop
Eiseres is verschenen, vertegenwoordigd door A. ten Kate, bijgestaan door haar gemachtigde mr. B. Kloostra. Namens verweerder zijn verschenen N.J. Lobbezoo en R.J. Groenveld, bijgestaan door mr. M.L. Batting als gemachtigde. Als derde‑belanghebbende is namens RWE verschenen H. Krinkels, bijgestaan door mr. J.J. Peelen als gemachtigde. Derde-belanghebbende Nuon is niet verschenen.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting van 18 maart 2013 geschorst.
Eiseres is verschenen, vertegenwoordigd door A. ten Kate, bijgestaan door haar gemachtigde mr. B. Kloostra. Namens verweerder zijn verschenen N.J. Lobbezoo, R.J. Groenveld en D.C. Tans, bijgestaan door mr. M.L. Batting als gemachtigde.
Als derde-belanghebbende is namens RWE verschenen H. Krinkels, bijgestaan door mr. J.J. Peelen als gemachtigde. Als derde-belanghebbende is Groningen Seaports verschenen, vertegenwoordigd door C. Vierenhalm en R. van Essen. Bij brief van 17 mei 2013 heeft Nuon bericht niet aanwezig te zullen zijn.
De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.
Overwegingen
Feiten en zaaksverloop
Bij besluiten van 14 augustus 2008 is in dit verband zowel door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (thans: de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) als door het college van gedeputeerde staten van Fryslân aan RWE een vergunning verleend krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998.
Bij besluiten van 5 december 2008 en van 13 maart 2009 van de minister, respectievelijk van de colleges van gedeputeerde staten van Groningen en Fryslân is op de bezwaren van eiseres tegen de verleende vergunningen beslist. Vervolgens heeft onder meer eiseres tegen deze besluiten beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). Op verzoek van de Afdeling is door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) een deskundigenbericht uitgebracht. De Afdeling heeft bij uitspraak van 24 augustus 2011, in zaaknummers 200900425/1/R2 en 200902744/1/R2 (JB 2011/215; www.raadvanstate.nl) het beroep van eiseres gegrond verklaard, de besluiten op bezwaar vernietigd en zelfvoorziend de gevraagde vergunningen alsnog geweigerd.
Naar aanleiding van genoemde uitspraak is door RWE op 23 maart 2012 een nieuwe aanvraag ingediend, waarna bij (primair) besluit van 19 juni 2012 opnieuw tot verlening van een vergunning is overgegaan. Hiertegen is onder meer door eiseres bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.
‘de vergunningverlening voor de bouw van energiecentrales van Nuon/Vattenfall en Essent/RWE in de Eemshaven en de aanpassingen op en rond de Eemshaven van haven en vaargeul voor kolenschepen.’
‘openbaar’, ‘gedeeltelijk openbaar’of
‘niet openbaar’is
.
13 augustus 2012 kan beperken tot een inhoudelijke beoordeling van de na het instellen van dit beroep genomen besluiten.
De rechtbank heeft op grond van artikel 8:29 van de Awb de documenten 363, 375, 444 604, 638 en 692 van verweerder ontvangen. Volgens de bij de bestreden (deel)besluiten behorende Excel-overzichten zijn deze documenten geheel openbaar gemaakt, maar volgens de bij de (deel)besluiten behorende toelichting niet. De rechtbank gaat ervan uit dat deze documenten niet openbaar zijn gemaakt en zal daarover oordelen.
De rechtbank stelt tot slot vast dat uit de Excel-overzichten volgt dat is besloten om bepaalde documenten niet (geheel) openbaar te maken, maar dat een toelichting daarop ontbreekt. Het gaat om de documenten 224, 231, 392, 534, 599, 607, 631, 656, 730, 731, 744, 754, 755, 756, 1129, 1155 en 1187. De rechtbank zal de door verweerder in het kader van 8:29 van de Awb overgelegde documenten 392, 534, 607, 631 en 1129 beoordelen en gaat er daarbij vanuit dat verweerder deze documenten heeft geweigerd aan de hand van het toetsingskader dat verweerder ook ten aanzien van de overige documenten heeft gehanteerd. De documenten 224, 231, 599, 656, 730, 731, 744, 754, 755, 756, 1155 en 1187 zijn niet overgelegd. Nu, gelet op het hierna overwogene, het bestreden besluit wordt vernietigd, zal de rechtbank, om proceseconomische redenen, verweerder opdragen over deze documenten aan de hand van het in deze uitspraak geschetste toetsingskader opnieuw te beslissen.
Ingevolge artikel 7:6, derde lid, van de Awb wordt de belanghebbende op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.
Ingevolge (het bij de tweede nota van wijziging toegevoegde) artikel 7:6, vierde lid, van de Awb kan het bestuursorgaan toepassing aan het derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
(…)
(…)
De volledigheid van de bestreden besluiten
e-mails en rapporten) volgens eiseres niet bij de besluitvorming zijn betrokken.
De rechtbank gaat ervan uit dat verweerder alle belanghebbenden afdoende heeft geïnformeerd. De openbaarmaking als zodanig is ook niet door de bij deze procedure betrokken partijen betwist. De rechtbank zal daarover dan ook geen oordeel geven.
4.6. Ingevolge artikel 6:19 van de Awb heeft het beroep van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. Nu eiseres stelt dat verweerder met het in het besluit van 28 mei 2013 ingenomen, hiervoor genoemde, standpunt niet geheel aan haar beroep is tegemoet gekomen, zal de rechtbank beoordelen of het besluit van 28 mei 2013 in rechte stand kan houden.
e-mailberichten en/of hun bijlagen op eerder gebruikte back‑up media niet meer voorhanden zijn. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder op grond van de Wob niet gehouden is om, zoals door W. Verloop is voorgesteld, te proberen de niet getraceerde documenten door middel van moderne forensische technieken (gedeeltelijk) te reconstrueren. De door verweerder verrichte inspanningen acht de rechtbank afdoende.
Intern beraad (artikel 11 van de Wob)
- tussen bestuursorganen onderling en de door hen ingeschakelde adviseurs;
- tussen bestuursorganen en overige derden.
Het bestuursorgaan is immers bevoegd om naar aanleiding van de beroepsgrond(en) het besluit in te trekken of te wijzigen.
Dit geldt ook voor de door RWE en Nuon ingeschakelde adviseurs. Volgens het verweerschrift van 14 februari 2013 zijn onder meer Arcadis, DNV Kema, Bureau Bakker, Royal Haskoning, Tauw, Stibbe en Norton Rose door RWE en Nuon als adviseur ingeschakeld (pagina 9-10).
Interne uitwisseling van documenten
De rechtbank gaat er vanuit dat een document met derden is gedeeld indien:
- dit uit het document zelf volgt (in verband met de gebezigde adressering van ontvanger of afzender);
- dit uit één van de bestreden besluiten volgt; bijvoorbeeld indien onder het kopje
Voor zover het gaat om documenten die behoren tot het klassieke interne beraad heeft de rechtbank eiseres aldus begrepen dat zij geen inzage behoeft in die documenten die gericht zijn op een gedachtewisseling van een bestuursorgaan met de landsadvocaat en dat zij voor wat betreft de overige intern gewisselde documenten (tussen bestuursorganen en de door hen ingeschakelde adviseurs) alleen inzage wenst voor zover er in die documenten milieu-informatie is opgenomen.
De rechtbank stelt vast dat de documenten (inclusief de bij de e-mails gevoegde bijlagen) 217, 221, 291, 357, 358, 359, 361, 362, 363, 444, 518, 519, 523, 524, 526, 530, 533, 535, 542, 602, 604, 605, 606, 644, 662, 663, 664, 667, 986, 992, 1033, 1129,1131, 1132, 1145, 1412 en 1692 alleen zijn gewisseld tussen de landsadvocaat, bestuursorganen en de door hen ingeschakelde adviseurs. Met betrekking tot de documenten 903, 904 en 1677 (een door de landsadvocaat opgestelde concept-pleitnotitie en concept-verweerschrift) is in het besluit niet vermeld met en door wie het document is gedeeld. Omdat de rechtbank geen aanwijzingen heeft gevonden dat deze drie documenten buiten de landsadvocaat en bestuursorganen zijn gedeeld, schaart de rechtbank deze documenten ook onder de hiervoor vermelde opsomming.
Gelet op het bovenstaande gaat de rechtbank er van uit dat het beroep zich niet richt tegen de weigering om deze documenten openbaar te maken en zal zij daarover geen oordeel geven.
De rechtbank plaatst bij de indeling van deze documenten twee opmerkingen.
Vooreerst zijn met de landsadvocaat (cc) gedeelde e-mails onder 6.2. geschaard, indien het document niet uitsluitend gericht is op een gedachtewisseling met de landsadvocaat.
Voor zover de in de 6.2. genoemde documenten opgenomen informatie in andere e-mails wel (deels) aan derden is kenbaar gemaakt, wordt de weigering tot openbaarmaking middels die e-mails besproken. Als voorbeeld noemt de rechtbank de deels uit de documenten 374 en 763 opgenomen informatie in (het nog nader te beoordelen) document 375.
alle informatie, neergelegd in documenten, over:
1190 en 1393.
Verweerder dient deze documenten of openbaar te maken of de weigering om tot openbaarmaking over te gaan nader te motiveren.
7.4.2. De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij de hiernavolgende documenten ten onrechte niet tot de conclusie is gekomen dat deze milieu-informatie bevatten:
- document 665: e-mail van 25 maart 2010, 16:19;
- document 1171: vanaf
- document 1181: e-mail van 17 maart 2011, 12:09.
Verweerder dient deze documenten of openbaar te maken of de weigering om tot openbaarmaking over te gaan nader te motiveren.
E-mailverkeer dat voor een deel intern is
- document 122 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2010, 09:39);
- document 230 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2010, 09:39),
- document 394 (intern vanaf e-mail van 27 januari 2011, 16:29);
- document 562 (intern vanaf e-mail van 1 februari 2011, 11:46);
- document 569 (intern vanaf e-mail van 22 oktober 2010, 17:42);
- document 570 (intern vanaf e-mail van 13 oktober 2010, 09:08);
- document 578 (intern vanaf e-mail van 13 oktober 2010, 09:08);
- document 579 (intern vanaf e-mail van 13 oktober 2010, 09:08);
- document 629 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2011, 10:47, bijlage 1685);
- document 630 (intern vanaf e-mail van 1 februari 2011, 11:46);
- document 732 (intern vanaf e‑mail van 1 februari 2011, 11:46);
- document 733 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2011, 10:47);
- document 735 (intern vanaf e-mail van 14 maart 2011, 13:42);
- document 753 (intern vanaf e-mail van 5 februari 2011, 10:11);
- document 764 (intern vanaf e-mail van 13 oktober 2010, 09:08);
- document 765 (intern vanaf e-mail van 13 oktober 2010, 09:08);
- document 766 (intern vanaf e-mail van 14 maart 2011, 13:42);
- document 874 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2011, 10:47);
- document 963 (intern vanaf e-mail van 4 februari 2010, 12:07);
- document 1115 (intern vanaf e-mail van 4 februari 2010, 12:07, bijlage 1114);
- document 1193 (intern vanaf e-mail van 14 april 2011, 14:38);
- document 1406 (intern vanaf e-mail van 1 februari 2011, 11:46);
- document 1407 (intern vanaf e-mail van 3 februari 2011, 10:47);
- document 1629 (intern vanaf e-mail van 25 januari 2011, 10:57);
- document 1718 (intern vanaf e-mail van 26 maart 2009, 09:42).
Ook is een e-mail ‘geplakt’ van een niet nader te plaatsen advieskantoor. Verweerder dient dit document opnieuw te toetsen aan de hand van het in deze uitspraak geschetste toetsingskader.
Overleg met de vergunninghouder(s)
‘Het document betreft een opzet voor een vraag en antwoorddocument ten behoeve van de zitting bij de Raad van State op 11 april 2011. Het document is één van de vraag en antwoorddocumenten die is opgesteld ter voorbereiding van de zitting door (de advocaten van) Nuon, RWE en de provincie.’De rechtbank gaat er van uit dat de advocaten van Nuon en RWE kennis hebben kunnen nemen van de inhoud van de documenten waarbij deze motivering is gebruikt.
De rechtbank weegt daarbij mee dat de procedures waarin de documenten zijn opgesteld inmiddels zijn geëindigd met de onder 1. vermelde uitspraak van de Afdeling. Niet inzichtelijk is welke passages uit de documenten zouden (kunnen) leiden tot een bevoordeling of benadeling van verweerder en/of RWE en/of Nuon en/of Groningen Seaports in de procedure omtrent een nieuwe aanvraag en voor zover daar al sprake van is, dat deze bevoordeling of benadeling onevenredig is.
Toetsingskader voor een nieuw te nemen besluit
Ook ten aanzien van de onder 8.1 beschreven gedeeltes van 27 documenten heeft de rechtbank vastgesteld dat die documenten kunnen worden aangemerkt als documenten ten behoeve van intern beraad waarover de rechtbank geen nader oordeel hoeft te geven.
Ten behoeve van de finale geschilbeslechting overweegt de rechtbank in dit verband als volgt.
Zoals de bezwaarschriftencommissie ook al heeft overwogen is de enkele stelling dat er een risico is dat bepaalde informatie gebruikt zou kunnen worden voor een rechtszaak tegen de provincie, onvoldoende als argument om informatieverstrekking op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob te weigeren (zie: pagina 33 van het advies).
Voorts ziet de rechtbank geen aanleiding te bepalen dat de documenten reeds nu moeten worden vrijgegeven, omdat verweerder in de gelegenheid moet worden gesteld om opnieuw te toetsen of er sprake is van onevenredige bevoor- of benadeling en om te toetsen of er sprake kan zijn van een andere weigeringsgrond.
6 november 2012, 4 december 2012, 15 januari 2013 en 28 mei 2013. De rechtbank kent daarnaast 1,5 punt toe voor het verschijnen op de zittingen van 18 maart 2013 en 10 juni 2013. De rechtbank kent per punt een bedrag toe van € 472,-. Verweerder dient eveneens het betaalde griffierecht te vergoeden.
- verklaart de beroepen van eiseres gericht tegen de besluiten van 15 augustus 2012, 6 november 2012, 4 december 2012 en 15 januari 2013 gegrond voor zover daarbij is beslist over openbaarmaking van de documenten met de nummers 34, 40, 42, 45, 49, 84, 103, 122, 123, 138, 170, 172, 173, 174, 207, 210, 220, 224, 230, 231, 269, 279, 292, 294, 313, 319, 360, 375, 378, 394, 446, 469, 496, 510, 513, 522, 525, 527, 528, 534, 540, 548, 550, 557, 558, 560, 562, 565, 566, 568, 569, 570, 577, 578, 579, 599, 607, 617, 621, 623, 624, 625, 629, 630, 631, 635, 638, 645, 646, 647, 648, 651, 653, 656, 657, 659, 665, 685, 692, 694, 696, 697, 699, 725, 727, 728, 730, 731, 732, 733, 735, 736, 737, 738, 739, 740, 741, 744, 745, 746, 748, 749, 752, 753, 754, 755, 756, 757, 758, 759, 760, 761, 762, 764, 765, 766, 774, 823, 859, 874, 893, 894, 899, 947, 954, 963, 964, 968, 969, 973, 984, 1025, 1027, 1031, 1035, 1038, 1039, 1040, 1043, 1045, 1046, 1047, 1048, 1049, 1050, 1053, 1058, 1059, 1067, 1068, 1069, 1071, 1072, 1074, 1075, 1076, 1078, 1079, 1080, 1095, 1099, 1100, 1101, 1104, 1114, 1115, 1136, 1149, 1151, 1155, 1169, 1171, 1181, 1187, 1190, 1193, 1203, 1209, 1319, 1320, 1321, 1331, 1332, 1340, 1341, 1342, 1343, 1344, 1350, 1351, 1352, 1393, 1395, 1401, 1405, 1406, 1407, 1411, 1413, 1429, 1436, 1457, 1461, 1508, 1510, 1513, 1524, 1563, 1618, 1625, 1629, 1634, 1635, 1636, 1661, 1679, 1681, 1682, 1683, 1684, 1685, 1686, 1687, 1690, 1693, 1699, 1718 en 1722;
- vernietigt de besluiten van 15 augustus 2012, 6 november 2012, 4 december 2012 en
- bepaalt dat verweerder binnen acht weken opnieuw dient te beslissen over de openbaarmaking van deze documenten, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- verklaart het beroep tegen de besluiten van 15 augustus 2012, 6 november 2012,
- verklaart het beroep tegen het besluit van 28 mei 2013 ongegrond;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.124,- (4,5 x € 472,-);
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht.