Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige douanekamer van 6 januari 2025 in de zaak tussen
[bedrijf] , gevestigd te [vestigingsplaats] (Frankrijk), eiseres
de inspecteur Douane Arnhem, verweerder.
Inleiding
Feiten
“According to Dutch law, we have to write our decisions in the Dutch language, which means that we can not send our letters in English or French. However, I have come to understand that you may not be able to read Dutch, so as a service I hereby give you a short explanation in English.”.
“Uw standpunt is opgesteld in de Franse Taal. Ik merk op dat de correspondentie in de Nederlandse taal dient plaats te vinden, tenzij naar het oordeel van de inspecteur het gebruik van een andere taal de goede behandeling niet in de weg staat. Ondanks dat uw standpunt in de Franse taal is gesteld, ben ik van oordeel dat deze voldoende begrijpelijk is en niet vertaald hoeft te worden. Aan dit oordeel kunt u geen rechten ontlenen ten aanzien van toekomstige correspondentie. De Douane behoudt zich het recht voor om alsdan te verlangen dat de correspondentie in de Nederlandse taal is gesteld.”.
Je vous demande une nouvelle fois de me fournir une traduction en langue néerlandaise de votre avis d’opposition et des autres lettres qui m’ont été envoyées. Au plus tard le 21 novembre 2023.”
Ook op deze brief heeft eiseres niet gereageerd.
Geschil
“Aan de ene kant van de schaal staat het geval dat een bestuursorgaan geconfronteerd wordt met een schriftelijk stuk in bij voorbeeld de Japanse taal, waarvan de strekking volstrekt onduidelijk is; aan de andere kant staat het geval dat in een aanvraag voor bijvoorbeeld een subsidie enkele Engelse termen voorkomen, die voor degene die de aanvraag in behandeling neemt geheel begrijpelijk zijn. In dat laatste geval zal de aanvraag meestal eenvoudig in behandeling genomen kunnen worden, terwijl dat bij het eerste stuk in de praktijk niet mogelijk zal zijn.” [4]
Beoordeling door de rechtbank
- verweerder heeft het voornemen tot uitreiking van de utb in het Nederlands opgesteld;
- eiseres heeft daarop in de Engelse taal gereageerd;
- een medewerker van het Landelijk Oorsprong Team van de douane heeft een e-mail in de Engelse taal aan eiseres gestuurd;
- (de advocaat van) eiseres heeft in de Franse taal haar zienswijze gegeven op het voornemen;
- verweerder heeft in de Nederlandstalige utb het standpunt ingenomen dat deze Franstalige zienswijze voldoende begrijpelijk is, maar zich daarbij wel het recht voorbehouden bij toekomstige correspondentie te verlangen dat deze in de Nederlandse taal is gesteld;
- de ontvanger (en niet verweerder) heeft schriftelijk in de Franse taal met eiseres gecommuniceerd;
- verweerder heeft in de brief van 31 oktober 2023 verzocht om een vertaling van het bezwaarschrift in het Nederlands. In deze brief is een passage in de Franse taal ingevoegd, namelijk de vertaling van het verzoek om vertaling van het bezwaarschrift in het Nederlands met daarbij een termijn.
In het kader van de beoordeling of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, moet de rechter kunnen toetsen of de inspecteur op goede gronden heeft gemeend dat een vertaling van het bezwaarschrift noodzakelijk was voor een goede behandeling van het bezwaar.”, en vervolgens: “
Indien de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van een vertaling van het bezwaarschrift en uit de uitspraak op bezwaar noch uit enig ander daaraan voorafgaand stuk blijkt waarom hij een vertaling van het bezwaarschrift noodzakelijk vindt voor een goede behandeling van het bezwaar, moet de rechter die beslissing van de inspecteur vernietigen wanneer die noodzaak in (hoger) beroep wordt betwist. Dat is alleen anders indien de inspecteur voor de rechter alsnog toereikend motiveert waarom hij - met het oog op heroverweging van het bestreden besluit - het bezwaar niet goed zou hebben kunnen behandelen zonder vertaling van het bezwaarschrift.”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. W.G. van Gastelen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
6 januari 2025.