3.5Pyramin (chloridazon)
Het middel Pyramin heeft een expiratiedatum (intrekken van de toelating) ontvangen (…) van 31-12-2018 en restanten mochten nog gebruikt worden tot 30-06-2020. Daarna was het een verboden middel. (…) Ten tijde van de toelating vermeldde het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) dat de toelating alleen gold voor een na-opkomst behandeling. Dit gold voor alle uien soorten. (…) Deze toelating was zo geformuleerd omdat bekend was dat de voor-opkomst toepassing onaanvaardbare schade veroorzaakte in uien. M.n. door regenval na toepassing. Gelet op de onvoorspelbare weersituaties in Nederland in die periode van de teeltcyclus kreeg het middel in die fase van de teelt geen plek toebedeeld. De toepassing van dit middel door partijen tijdens opkomst van de zilveruien in 2021 is een illegale toepassing geworden.
Effect bespuitingen met Pyramin
Belangrijk zijn de momenten dat naast Wing-P, ook het advies is gegeven voor de bespuiting met Pyramin. Door deskundige is reeds genoemd dat naast het feit dat het middel geen toelating meer heeft in 2021, het etiket van Pyramin nooit een bespuiting voor opkomst toestond. Met als redenen die genoemd worden onder Pyramin hier boven. (…)
Hoofdstuk 7. Bodem,- grondsoort analyses percelen
(…)
2. (…) Tegenvallend is bij deze lichte gronden de kans op verstuiving.
3. De uitslagen laten zien dat van harde bovenlagen met korstvorming op deze gronden weinig sprake
is. En derhalve niet als hoofdschuldige kan worden aangewezen voor de wegval van planten in de
percelen.
4. Wel is het mogelijk dat met name op wendakkers waar veelal een slechtere structuur heerst en
onder natte omstandigheden langer optreden van water overlast, door het vele bereiden met
machines en opslag van producten na de oogst. Met als gevolg het optreden van verdichting van
grond.
5. Ook is in de praktijk de incidentele gevolgen van overlap bespuiting van middelen te zien door te
vroeg inzetten of te laat uitzetten van spuitwerkzaamheden. Met als gevolg een veelal afwijkende
opbrengst t.o.v. de rest van het perceel. Deze gevolgen zijn zeer minimaal. Voor opbrengstderving
tellen deze kleine stroken in het geheel van het grote perceel nauwelijks mee. Zie ook de
beschrijving van de percelen tijdens het bezoek op 13 juli 2021.
Hoofdstuk 8. Nematoden (aaltjes)
In de aangeleverde producties wordt gesproken over het optreden van nematoden en de mogelijkheid tot veroorzaker van opgetreden schade.
Deskundige heeft tijdens zijn bezoek aan de percelen op 13 juli 2021 op twee percelen aantasting van een nematode kunnen waarnemen. En wel bij:
nr. 43, [naam 2] , [adres] te [plaats 1] , met zichtbare zware aantasting.
nr. 38, [naam 3] te [plaats 2] , met minder zwaar aangetaste wortels dan [naam 2] .
(…)
Echter met wegval in het juvinale (jeugd) stadium als b.v. ontkieming, opkomst en kramstadium heeft het in dit geval weinig te maken.
Hoofdstuk 9. Optreden uienvlieg
1. Op meerdere percelen (2) werd aantasting van uienvlieg geconstateerd tijdens het bezoek op 13 juli 2021.
(…)
Nr. 36. [naam 4] te [plaats 3] :Bekend is dat de uienvlieg zoals vermeld temperatuur nodig heeft voor een goede ontplooiing. Door de late herzaai van dit perceel was dit hier mogelijk. De opgekomen planten werden blijkbaar massaal bezocht. Er werd een zware aantasting geconstateerd, met veel wegval.
Nr. 30. [naam 5] te [plaats 3] :op de voorste wendakker werd een bijzonder zware aantasting met erg veel wegval van planten waargenomen. Ook de rest van het perceel kende (veel) wegval door de vlieg veroorzaakt. Planten die er eerst stonden waren nu totaal afgestorven.
(…)
Alle overige percelen werd geen of een zeer geringe aantasting van de uienvlieg geconstateerd. Te weinig om van enige opbrengstderving te kunnen spreken.
Hoofdstuk 10. Het weer en de invloed op zaai, opkomst, bespuitingen en opbrengst
(…)
Het mag duidelijk zijn dat het niet de hoeveelheid neerslag, genoemd in het verweerschrift van 06.07.2021, alleen verantwoordelijk mag worden gesteld voor de uitdunningsproblemen. Maar dat reeds na zaai en de zeer snelle bespuiting en vervolg bespuitingen nadien met Wing-P tot grote problemen heeft geleid.
(…)
Plus het feit dat alle percelen met uitzondering van Alves, B&F Vos, Linde, Nijeboer thuis en Lauwerse, gelijktijdig met Wing-P zijn behandeld met Pyramin.
(…)
Hoofdstuk 12. Opbrengsten
(…)
N.B. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat naast wegval van planten vanaf opkomst er ook planten later zijn weggevallen (dan praten we over begin juli) door aantasting van uienvlieg. Dit was het geval bij [naam 4] te [plaats 3] en [naam 5] te [plaats 3] . (…) Het is zeer moeilijk in te schatten hoe groot de opbrengstderving door de uienvlieg is geweest op deze 7,17 ha. (…) Het gaat zoals al eerder onder het hoofdstuk uienvlieg ook vaak niet om het totale perceel, waar aflopende besmettingen vanaf de randen. Hoe dunner de plantdichtheid van zilveruien is, des te groter is de uitgroei in de grotere maten.
Indien we nu kijken naar de maat verdeling van beide percelen van de grove(re)
maten 21 tot 40 opwaarts t.o.v. het totale spectrum, dan zien we het volgende:
1. [naam 4] - [plaats 3] : 57,5% (…) Opbrengst 46,9 t/ha
2. [naam 5] - [plaats 3] : 62,1 (…) Opbrengst 33,3 t/ha
3. NL gem oogst 2021: 57,5% (…) 43,2 t/ha
Volgens deze berekening kunnen ondanks de besmettingen met uienvlieg deze percentages grove uien en de hectareopbrengst hier niet aan worden toegerekend.
Indien we kijken naar de beide percelen met een waargenomen aantasting met
Meloidogyne (aaltje)en de gevolgen voor de maatverdeling van beide percelen in de
grovere maten 21-40 opwaarts.Dan zien we het volgende:
1. [naam 3] - [plaats 2] : 52,7%. Opbrengst 45,4 t/ha
2. [naam 2] [naam 6] - [plaats 1] : 62,0%. Opbrengst 37,0 t/ha
3. NL gem oogst 2021 57,5%. Opbrengst 43,2 t/ha
Ook volgens deze berekening kunnen ondanks de besmettingen met Meloidogyne deze percentages grove uien en de hectareopbrengst hier niet aan worden toegerekend.
(…)
Hoofdstuk 13. Beantwoording vragen Rechtbank
(…)
IV.
Het in kaart brengen van het feit of er sprake is van schade en deze zo goed mogelijk
omschrijven:
1. Tijdens de bezichtiging van de percelen op 13 juli door deskundige, bleek dat op de meeste
percelen, met uitzondering van enkele met naam genoemd en omschreven in Hoofdstuk 1.1, dat
er een grote wegval van planten was waar te nemen. Plant resten waren ook niet meer te vinden.
Indien er wel plantresten konden worden waargenomen had dit in twee gevallen te maken met het
later optreden van en aantasting door uienvlieg. Zoals blijkt uit Hoofdstuk 9 punt 7, waar 2
percelen van de 20 aantasting was waar te nemen. In één geval ( [naam 4] te [plaats 3] ) door de
late noodzakelijke herzaai veroorzaakt door te grote uitdunning van de eerste zaai. En het tweede
geval ( [naam 5] te [plaats 3] ) was de zwaarste aantasting terug te vinden op de wendakker.
Echter in de eindopbrengst behoorde het perceel met de zwaarste aantasting, [naam 4] met
46,98 t/ha net boven, de gemiddelde opbrengst die werd berekend over de 20 percelen en terug te
vinden is onder Opbrengsten Hoofdstuk 12, tabel onder punt 2 e.v. namelijk 43,2 t/ha. Perceel
[naam 5] , dat minder was aangetast met uienvlieg dan [naam 4] , behoort met 33,3 t/ha
wel thuis in de lagere regionen wat betreft de opbrengst. Deskundige denkt dat deze lagere
opbrengst niet geheel kan worden terug gevoerd op de uienvlieg aantasting. Ook blijft [naam 5]
gelet op de maatvoering 21 - >40 met 62,1% iets boven het gemiddelde van 57,5%. Hetgeen
duidt op minder planten. Echter bij de zwaarste aantasting [naam 4] is dit niet terug te
vinden n.l. 57,5% gelijk aan het gemiddelde. Een paar procenten verlaging is mogelijk, maar niet
meer.
2. Als het gaat om de aantasting met Meloidogyne (aaltjes) zijn ook slechts op twee verschillende
percelen deze aangetroffen. Namelijk [naam 3] / [plaats 2] en [naam 2] [naam 6] / [plaats 1] . De opbrengsten
betroffen hier respectievelijk 45,38 t/ha en 37 t/ha. De maatverdeling 20-40> bedroeg 52,7% en
62%. Ook hier lijkt er in het geval [naam 2] een lichte afwijking t.o.v. het gemiddelde.
Wegval van planten veroorzaakt door deze nematode is hier zeker niet het geval, wel kan
groeiremming optreden. Echter een vergelijk met geen aantasting op hetzelfde perceel was niet
mogelijk. Bij [naam 2] is daarom een kleine opbrengst reductie mogelijk.
3. In alle gevallen is door deskundige een wegval van planten geconstateerd die gelet op zijn
beschrijvingen weergegeven in de Hoofdstukken: