ECLI:NL:RBNHO:2025:4783

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
11328610 \ CV EXPL 24-6867
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging huurovereenkomsten door exploitant van Caravanpark Sandevoerde en de rechtsgeldigheid daarvan

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld over de rechtsgeldigheid van de opzegging van huurovereenkomsten door Kennemer Park B.V., exploitant van Caravanpark Sandevoerde, aan de huurders van standplaatsen op het park. De opzegging vond plaats op 26 maart 2024, met als gevolg dat de huurcontracten per 31 maart 2025 zouden eindigen. De exploitant had plannen om het park te herstructureren, waarbij de huidige standplaatsen voor stacaravans moesten plaatsmaken voor luxe vakantiechalets. De huurders, aangeduid als de Recreanten, verzetten zich tegen deze opzegging en stelden dat de opzegging niet rechtsgeldig was omdat er geen concreet en uitvoerbaar herstructureringsplan was op het moment van opzegging. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de herstructureringsplannen ten tijde van de opzegging voldoende concreet en uitvoerbaar waren, en dat de benodigde vergunningen in aanvraag waren of reeds verleend. De rechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomsten rechtsgeldig zijn opgezegd en dat de standplaatsen uiterlijk op 1 oktober 2025 ontruimd moeten zijn. De Recreanten zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten betalen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11328610 \ CV EXPL 24-6867
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van
KENNEMER PARK B.V.,
te Zandvoort,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Kennemer Park,
gemachtigde: mr. S.J. van Susante,
tegen

1.[gedaagde 1] , wonende te [plaats 1] ,

2.
[gedaagde 2]wonende te [plaats 2]
3.
[gedaagde 3] ,wonende te [plaats 1]
4.
[gedaagde 4] ,wonende te [plaats 3]
5.
[gedaagde 5], wonende te [plaats 3]
6.
[gedaagde 6] ,wonende te [plaats 1]
7.
[gedaagde 7] ,wonende te [plaats 1]
8.
[gedaagde 8] ,wonende te [plaats 4]
9.
[gedaagde 9] ,wonende te [plaats 4]
10.
[gedaagde 10] ,wonende te [plaats 1]
11.
[gedaagde 11] ,wonende te [plaats 5]
12.
[gedaagde 12] ,wonende te [plaats 5]
13.
[gedaagde 13] ,wonende te [plaats 1]
14.
[gedaagde 14], wonende te [plaats 1]
15.
[gedaagde 15] ,wonende te [plaats 1]
16.
[gedaagde 16] ,wonende te [plaats 1]
17.
[gedaagde 17] ,wonende te [plaats 1]
18.
[gedaagde 18] ,wonende te [plaats 1]
19.
[gedaagde 19] ,wonende te [plaats 6]
20.
[gedaagde 20] ,wonende te [plaats 7]
21.
[gedaagde 21] ,wonende te [plaats 4]
22.
[gedaagde 22] ,wonende te [plaats 1]
23.
[gedaagde 23] ,wonende te [plaats 1]
24.
[gedaagde 24] ,wonende te [plaats 8]
25.
[gedaagde 25] ,wonende te [plaats 8]
26.
[gedaagde 26] ,wonende te [plaats 1]
27.
[gedaagde 27] ,wonende te [plaats 3]
28.
[gedaagde 28]
29.
[gedaagde 29] ,wonende te [plaats 9]
30.
[gedaagde 30] ,wonende te [plaats 2]
31.
[gedaagde 31] ,wonende te [plaats 1]
32.
[gedaagde 32], wonende te [plaats 1]
33.
[gedaagde 33], wonende te [plaats 4]
34.
[gedaagde 34] ,wonende te [plaats 4]
35.
[gedaagde 35] ,wonende te [plaats 2]
36.
[gedaagde 36] ,wonende te [plaats 1]
37.
[gedaagde 37] ,wonende te [plaats 1]
38.
[gedaagde 38] ,wonende te [plaats 1]
39.
[gedaagde 39] ,wonende te [plaats 2]
40.
[gedaagde 40] ,wonende te [plaats 1]
41.
[gedaagde 41] ,wonende te [plaats 1]
42.
[gedaagde 42] ,wonende te [plaats 1]
43.
[gedaagde 43] ,wonende te [plaats 1]
44.
[gedaagde 44] ,wonende te [plaats 1]
45.
[gedaagde 45] ,wonende te [plaats 2]
46.
[gedaagde 46] ,wonende te [plaats 1]
47.
[gedaagde 47] ,wonende te [plaats 1]
48.
[gedaagde 48] ,wonende te [plaats 10]
49.
[gedaagde 49] ,wonende te [plaats 1]
50.
[gedaagde 50] ,wonende te [plaats 1]
51.
[gedaagde 51]
52.
[gedaagde 52] ,wonende te [plaats 11]
53.
[gedaagde 53] ,wonende te [plaats 12]
54.
[gedaagde 54] ,wonende te [plaats 1]
55.
[gedaagde 55] ,wonende te [plaats 3]
56.
[gedaagde 56] ,wonende te [plaats 1]
57.
[gedaagde 57] ,wonende te [plaats 2]
58.
[gedaagde 58] ,wonende te [plaats 2]
59.
[gedaagde 59] ,wonende te [plaats 1]
60.
[gedaagde 60] ,wonende te [plaats 1]
61.
[gedaagde 61] ,wonende te [plaats 1]
62.
[gedaagde 62] ,wonende te [plaats 1]
63.
[gedaagde 63] ,wonende te [plaats 13]
64.
[gedaagde 64] ,wonende te [plaats 14]
65.
[gedaagde 65] ,wonende te [plaats 1]
66.
[gedaagde 66] ,wonende te [plaats 15]
67.
[gedaagde 67] ,wonende te [plaats 16]
68.
[gedaagde 68] ,wonende te [plaats 17]
69.
[gedaagde 69] ,wonende te [plaats 13]
70.
[gedaagde 70], wonende te [plaats 2]
71.
[gedaagde 71] ,wonende te [plaats 1]
72.
[gedaagde 72] ,wonende te [plaats 1]
73.
[gedaagde 73] ,wonende te [plaats 18] , Duitsland
74.
[gedaagde 74] ,wonende te [plaats 19] , Duitsland
75.
[gedaagde 75] ,wonende te [plaats 19] , Duitsland
76.
[gedaagde 76] ,wonende te [plaats 1]
77.
[gedaagde 77] ,wonende te [plaats 20]
78.
[gedaagde 78] ,wonende te [plaats 20]
79.
[gedaagde 79] ,wonende te [plaats 2]
80.
[gedaagde 80] ,wonende te [plaats 1]
81.
[gedaagde 81] ,wonende te [plaats 1]
82.
[gedaagde 82] ,wonende te [plaats 21]
83.
[gedaagde 83] ,wonende te [plaats 5]
84.
[gedaagde 84]
85.
[gedaagde 85] ,wonende te [plaats 2]
86.
[gedaagde 86] ,wonende te [plaats 22]
87.
[gedaagde 87] ,wonende te [plaats 21]
88.
[gedaagde 88] ,wonende te [plaats 1]
89.
[gedaagde 89] ,wonende te [plaats 1]
90.
[gedaagde 90] ,wonende te [plaats 1]
91.
[gedaagde 91] ,wonende te [plaats 23]
92.
[gedaagde 92] ,wonende te [plaats 1]
93.
[gedaagde 93] ,wonende te [plaats 25]
94.
[gedaagde 94] ,wonende te [plaats 2]
95.
[gedaagde 95] ,wonende te [plaats 1]
96.
[gedaagde 96] ,wonende te [plaats 1]
97.
[gedaagde 97] ,wonende te [plaats 1]
98.
[gedaagde 98] ,wonende te [plaats 24]
99.
[gedaagde 99] ,wonende te [plaats 3]
100.
[gedaagde 100] ,wonende te [plaats 1]
101.
[gedaagde 101] ,wonende te [plaats 21]
gemachtigde: mr. H.M. Punt

39.[gedaagde 39] ,wonende te [plaats 2]

97. [gedaagde 97] ,wonende te [plaats 1]
Procederend in persoon,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: de Recreanten.
De zaak in het kort
Exploitant Kennemer Park heeft plannen om het Caravanpark “Sandevoerde” te Zandvoort te herstructureren, waarbij de bestaande verhuurde standplaatsen voor stacaravans plaats moeten maken voor (luxe) vakantiechalets. De huurders van deze standplaatsen verzetten zich tegen de opzegging van de huurcontracten. Eerdere pogingen om de huur op te zeggen zijn bij de kantonrechter gesneuveld. In de onderhavige zaak komt de kantonrechter tot het oordeel dat de herstructureringsplannen ten tijde van de opzegging van de huurcontracten voldoende concreet en uitvoerbaar waren. De huurcontracten zijn daarom op 31 maart 2025 door opzegging geëindigd. De standplaatsen moeten uiterlijk op 1 oktober 2025 zijn ontruimd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het bericht van 25 maart 2025 met productie(s) van Kennemer Park;
- het bericht van 31 maart 2025 met productie(s) van de Recreanten;
- het bericht van 31 maart 2025 met productie(s) van de Recreanten;
- de mondelinge behandeling van 3 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Kennemer Park;
- de pleitnota van de Recreanten.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Kennemer Park is exploitant van Caravanpark “Sandevoerde” aan de Kennemerweg 16 te Zandvoort.
2.2.
De Recreanten huren van Kennemer Park middels jaarcontracten een standplaats op het park voor hun eigen kampeermiddel (stacaravans).
2.3.
Op de huurovereenkomsten zijn de RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen 2016 (hierna: de RECRON-voorwaarden) van toepassing. In artikel 11 daarvan staat vermeld:
1. De ondernemer kan de overeenkomst schriftelijk beëindigen indien: (…)
h. de ondernemer een herstructureringsplan voor (een deel van) het terrein tot uitvoering gaat brengen waarvoor de plaats van recreant, waarop een verplaatsbaar of een niet meer verplaatsbaar kampeermiddel is geplaatst, nodig is. Om tot opzegging te kunnen overgaan moet de ondernemer een concreet en uitvoerbaar plan hebben in die zin dat een eventueel benodigde vergunning, wijziging of ontheffing van het bestemmingsplan is verleend, dan wel op redelijke termijn te verwachten is. (…)
3. Bij opzegging wegens herstructurering zoals vermeld onder sub h van het eerste lid dient de ondernemer een opzegtermijn van één jaar in acht te nemen voor afloop van het lopende overeenkomstjaar. (…)
2.4.
Kennemer Park heeft herstructureringsplannen voor het park. Zij wil kortgezegd 250 (luxe) vakantiechalets op het terrein bouwen. De huidige kampeermiddelen moeten daarvoor wijken. Op 17 maart 2021 heeft Kennemer Park de huurovereenkomsten de eerste keer opgezegd. Op 24 oktober 2022 heeft Kennemer Park de huurovereenkomsten nogmaals opgezegd.
2.5.
Bij vonnis van 23 augustus 2023 heeft de kantonrechter geoordeeld dat de herstructureringsplannen op het moment van de tweede opzegging weliswaar voldoende concreet waren, maar onvoldoende uitvoerbaar, zodat de opzegging dus niet kon leiden tot beëindiging van de huurovereenkomsten.
2.6.
Naar aanleiding van het vonnis van 23 augustus 2023 heeft Kennemer Park haar plannen verder uitgebreid. Voordat de benodigde vergunningen werden aangevraagd, heeft Kennemer Park veelvuldig contact gehad met het bevoegd gezag, de gemeente Zandvoort, over de vereisten. De gemeente heeft daarbij aangegeven dat geen vergunning vereist is voor het plaatsen van chalets. Wel is een aanlegvergunning nodig, evenals een ontgrondingsvergunning en een kapvergunning. Deze vergunningen zijn aangevraagd voor 1 april 2024.
2.7.
Bij brief van 26 maart 2024 heeft Kennemer Park de huurovereenkomsten opgezegd tegen 31 maart 2025.
2.8.
Bij brief van 26 april 2024 hebben de Recreanten aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de huuropzegging.
2.9.
Op 12 maart 2024 is een aanlegvergunning verleend. Op 15 januari 2025 zijn de bezwaren van de Recreanten tegen deze vergunning ongegrond verklaard.
2.10.
Op 27 maart 2024 is een kapvergunning aangevraagd. Deze is op 8 juli 2024 verleend. Op 6 maart 2025 zijn de bezwaren van de Recreanten tegen deze vergunning ongegrond verklaard.
2.11.
Kennemer Park heeft op verzoek van het college van B&W preventief een tweede kapvergunning aangevraagd voor 21 bomen, die mogelijk de werkzaamheden niet zouden overleven. Deze vergunning is geweigerd.
2.12.
Op 27 maart 2024 is de ontgrondingsvergunning aangevraagd en, na de bezwaren van de Recreanten gehoord te hebben, op 9 januari 2025 verleend.
2.13.
Tot 18 december 2024 was vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) dat als sprake was van intern salderen van stikstofuitstoot, geen natuurvergunning nodig was. Om een oordeel te kunnen krijgen van het bevoegd gezag over het niet hoeven hebben van een natuurvergunning, kon een zogenaamde ‘positieve weigering’ worden aangevraagd. In november 2024 heeft Kennemer Park een dergelijke positieve weigering aangevraagd.
2.14.
Op 18 december 2024 heeft de Afdeling geoordeeld dat voor intern salderen wel een natuurvergunning nodig is. Na de uitspraak van de Afdeling heeft Kennemer Park haar aanvraag voor een positieve weigering omgezet in een vergunningsaanvraag.
2.15.
Kennemer Park heeft een positieve weigering aangevraagd voor de Flora en fauna vergunning. Naar aanleiding van meldingen van een bunzing en/of wezel op het terrein, is voor die dieren een vergunning aangevraagd en voor het overige is de positieve weigering ongewijzigd gebleven.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Kennemer Park vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat de huurovereenkomsten zoals zij die met elk van gedaagden afzondelijk is aangegaan betreffende standplaatsen op Caravanpark Sandevoerde, op 31 maart 2025 door opzegging eindigen c.q. zijn geëindigd. Kennemer Park heeft daarbij haar vorderingen tegen de gedaagden onder 28, 51 en 84 ingetrokken bij gebrek aan belang. In de aanhef van dit vonnis zijn de namen van deze gedaagden vervangen door een “x”. Voorts vordert Kennemer Park – samengevat – ontruiming van de standplaatsen op straffe van een dwangsom, met machtiging van Kennemer Park om die ontruiming, inhoudende de sloop van de kampeermiddelen, zonodig zelf te bewerkstelligen, met veroordeling van elk van gedaagden in dat laatste geval in de kosten van die ontruiming.
3.2.
Kennemer Park legt aan haar vordering ten grondslag dat zij de betreffende huurovereenkomsten rechtsgeldig heeft opgezegd. Ten tijde van de opzeggingen was sprake van een concreet en uitvoerbaar herstructureringsplan zoals op grond van de RECRON-voorwaarden is vereist. De benodigde vergunningen waren verleend althans het was te verwachten dat deze op afzienbare termijn verleend zouden worden.
3.3.
De Recreanten betwisten dat sprake was van een concreet en uitvoerbaar plan ten tijde van de opzegging, reden waarom de opzegging niet rechtsgeldig is geweest.
in reconventie
3.4.
De Recreanten vorderen te verklaren voor recht dat de huurovereenkomsten van de Recreanten niet rechtsgeldig zijn opgezegd en dus voor onbepaalde tijd blijven voortduren en zij vorderen Kennemer Park te verplichten om de vaste standplaatsen aan de Recreanten ter beschikking te blijven stellen onder de tussen partijen geldende voorwaarden, een en ander op straffe van een dwangsom.
3.5.
De Recreanten leggen aan de vordering al hetgeen zij in conventie hebben aangevoerd.
3.6.
Kennemer Park voert als verweer al hetgeen in conventie is aangevoerd.
3.7.
Op de stellingen van partijen zowel in conventie als in reconventie wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Op grond van artikel 11, lid 1, onder h, van de RECRON-voorwaarden kan de ondernemer alleen tot opzegging overgaan als hij een concreet en uitvoerbaar plan heeft in die zin dat een eventueel benodigde vergunning, wijziging of ontheffing van het bestemmingsplan is verleend dan wel op redelijke termijn te verwachten is.
Verder moet het plan voldoende concreet en uitvoerbaar zijn op het moment van opzegging. De recreanten moeten immers naar aanleiding van de opzegging en de dan verstrekte informatie kunnen beoordelen of die opzegging al dan niet rechtsgeldig is. Het is ook niet de bedoeling dat de ondernemer opzegt op basis van nog niet concrete of uitvoerbare plannen en dan gedurende de opzegtermijn of een procedure als de onderhavige, deze alsnog concretiseert.
Concreet
4.2.
De opzegging van 26 maart 2024 bevat een uitgebreid herstructureringsplan van Kennemer Park, dat als een update van het eerdere herstructureringsplan moet worden gezien. De opzegging bevat plattegronden van de huidige en nieuwe situatie (inclusief alle bomen op het terrein) alsmede overzichten van enkele types chalets met maatvoering. Ook is een toelichting gegeven over het beheren van het water en het verkeer. Hiermee wordt verder voldaan aan het vereiste dat het plan voldoende concreet moet zijn. Dat niet alle maatvoeringen van chalets zijn opgenomen, maakt zulks niet anders.
Voldoende uitvoerbaar
4.3.
Daarnaast moet ook redelijkerwijs de verwachting bestaan dat het herstructureringsplan kan en zal worden gerealiseerd. Uit vaste jurisprudentie (ECLI:NL:GHDHA:2014:17, r.o. 4.2) volgt dat het niet noodzakelijk is dat alle vergunningen al verkregen moeten zijn, maar dat objectief bezien de reële verwachting gerechtvaardigd is, dat de benodigde vergunningen op redelijke termijn kunnen worden verkregen. Of aan die eis is voldaan, moet aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval worden bepaald (ECLI:NL:GHSHE:2023:2533, r.o. 3.13.3).
4.4.
Het standpunt van de Recreanten dat chalets niet vergunningsvrij kunnen worden gebouwd, wordt onbesproken gelaten. Waar hierover in eerdere procedures nog onduidelijkheid bestond, heeft het bevoegd gezag inmiddels beslist dat de chalets vergunningsvrij kunnen worden gebouwd, zodat dit in de onderhavige procedure geen punt van discussie meer is.
4.5.
Kennemer Park heeft gesteld, en de Recreanten hebben dit niet of onvoldoende betwist, dat ten tijde van de opzegging een aanlegvergunning, een ontgrondingsvergunning en een kapvergunning vereist waren.
Aanlegvergunning
4.6.
De aanlegvergunning was ten tijde van de opzegging verleend en de bezwaren van de Recreanten tegen deze vergunning zijn inmiddels ongegrond verklaard.
Ontgrondingsvergunning
4.7.
Het standpunt van de Recreanten dat thans nog geen enkel zicht op een ontgrondingsvergunning bestaat en dat dit dus ook ten tijde van de opzegging het geval was, kan niet worden gevolgd. De vergunning was ten tijde van de opzegging reeds aangevraagd. Op grond van het vooroverleg tussen Kennemer Park en het bevoegd gezag mocht Kennemer Park erop vertrouwen dat de vergunning op redelijke termijn zou worden afgegeven. In januari 2025 heeft de Omgevingsdienst een concept opgesteld waarin besloten wordt de vergunning te verlenen; alleen de behandeling van de bezwaren van de Recreanten moeten nog toegevoegd worden. Dat dit traject nog niet is afgerond, is mede het gevolg van de door de Recreanten ingestelde bezwaren en kan Kennemer Park niet worden tegengeworpen.
Kapvergunning
4.8.
De kapvergunning was ten tijde van de opzegging reeds aangevraagd en is kort nadien verleend. De bezwaren van de Recreanten tegen deze vergunning zijn op 6 maart 2025 ongegrond verklaard. In tegenstelling tot wat de Recreanten betogen zijn de 21 bomen waarop de aangevraagde nadere kapvergunning betrekking had, geen wezenlijk onderdeel van het project. Kennemer Park heeft voldoende onderbouwd dat met minimale aanpassingen van het project (onder andere de vorm van de vijver en minder ophoging van de grond rondom de betreffende bomen) deze bomen behouden kunnen worden. De aanpassingen zijn naar het oordeel van de kantonrechter dusdanig minimaal dat geen sprake is van een nieuw plan dat opnieuw beoordeeld zou moeten worden, zoals door de Recreanten is betoogd.
Natura 2000 vergunning en Flora en Fauna vergunning
4.9.
Het standpunt van de Recreanten dat ten tijde van de opzegging een Natura 2000 vergunning en een Flora en Fauna vergunning vereist waren, wordt verworpen. Kennemer Park heeft voldoende gemotiveerd dat uit vaste jurisprudentie blijkt dat als sprake was van intern salderen van stikstofuitstoot, zoals in casu het geval was, dergelijke vergunningen (juist) niet vereist waren. Het aanvragen van een positieve weigering waarin het bevoegd gezag bevestigt dat geen natuurvergunning nodig is, was dan ook formeel niet vereist, maar geschiedde “voor de zekerheid”. Dat pas in het najaar van 2024 een positieve weigering is aangevraagd, doet niets af aan het feit dat deze ten tijde van de opzegging niet vereist was, evenmin als op dat moment het beschikken over een natuurvergunning.
4.10.
Zoals uit het eerder weergegeven toetsingskader blijkt, moet getoetst worden op basis van hetgeen ten tijde van de opzegging bekend was. Het gevolg van de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2024, dat voor intern salderen thans wel een natuurvergunning benodigd is, dateert van ruimschoots na de opzegging en valt dus buiten het toetsingskader. Kennemer Park heeft na de uitspraak van de Afdeling de aangevraagde positieve weigering omgezet in een aanvraag voor een natuurvergunning en heeft een uitgebreid extern juridisch advies overgelegd waaruit volgt dat het project ook voldoet aan de nieuwe regels voor intern salderen die sinds 18 december 2024 gelden, zodat de verwachting gerechtvaardigd is dat een natuurvergunning zal worden verleend.
4.11.
Uit het bovenstaande volgt dat ten tijde van de opzeggingen het plan van Kennemer Park voldoende concreet en uitvoerbaar was. Kennemer Park mocht objectief bezien, mede gelet op het vooroverleg met de gemeente, verwachten dat de benodigde vergunningen op redelijke termijn zouden kunnen worden verkregen. Naar het oordeel van de kantonrechter is het plan ook na de uitspraak van 18 december 2024 nog steeds voldoende concreet en uitvoerbaar.
Conclusie
4.12.
De conclusie is dat de huurovereenkomsten door Kennemer Park rechtsgeldig zijn opgezegd. De Recreanten zullen worden veroordeeld om de gehuurde standplaats te ontruimen. De kantonrechter meent dat een ruime ontruimingstermijn op zijn plaats is omdat de Recreanten voldoende tijd moet worden gegeven om de standplaatsen te ontruimen. De kantonrechter sluit aan bij de door Kennemer Park ter zitting gedane toezegging dat de Recreanten tot het einde van seizoen hun standplaats kunnen blijven gebruiken en deze uiterlijk per 1 oktober 2025 moeten hebben ontruimd.
4.13.
De vordering om aan de veroordeling een dwangsom te koppelen, wordt als niet betwist toegewezen.
4.14.
De gevorderde machtiging om zelf tot gedwongen ontruiming over te mogen gaan, is niet toewijsbaar. Indien noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis, kan de deurwaarder met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 555 e.v. Rv zonder toestemming van de bewoner / gebruiker het gehuurde betreden en ontruimen.
4.15.
De vordering van Kennemer Park om de Recreanten te veroordelen in de kosten van de ontruiming wordt afgewezen. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat ook een veroordeling tot betaling van de nakosten (artikel 237 lid 4 Rv), waaronder ook de kosten die gepaard gaan met een gedwongen ontruiming (artikelen 555 e.v. Rv jo 3:297 BW) vallen. De kostenveroordeling als bedoeld in artikel 237 lid 1 Rv levert dus voor alle kosten een executoriale titel op. Omdat de ontruimingskosten niet op voorhand zijn te begroten, vallen zij onder artikel 237 lid 4 Rv (ECLI:NL:GHARL:2023:1544).
4.16.
De Recreanten zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Kennemer Park worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
546,88
(4 x € 136,72)
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
1.629,00
(3 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.440,88
in reconventie
4.17.
Omdat in conventie is geoordeeld dat de huurovereenkomsten rechtsgeldig zijn opgezegd, wordt de vordering van de Recreanten in reconventie afgewezen.
4.18.
Gelet op de samenhang tussen conventie en reconventie zullen de proceskosten in reconventie worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat de huurovereenkomsten zoals Kennemer Park die met elk van de gedaagden afzonderlijk is aangegaan betreffende de standplaatsen op Caravanpark Sandevoerde, staande en gelegen aan het adres Kennemerweg 16 (2042 XT) te Zandvoort op 31 maart 2025 door opzegging zijn geëindigd;
5.2.
veroordeelt elk van de gedaagden afzonderlijk de door hem gehuurde standplaats op Caravanpark Sandevoerde uiterlijk 1 oktober 2025 te ontruimen en te verlaten met afgifte van de sleutels van de slagboom en ter vrije en algehele beschikking van Kennemer Park te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 50.000,00 dat elke van de gedaagden in gebreke zullen blijven om aan de ontruiming te voldoen;
5.3.
veroordeelt elk van de gedaagden afzonderlijk in een evenredig deel van de proceskosten van € 2.440,88, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als De Recreanten niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen van De Recreanten af,
5.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.