Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
3.De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld over een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd wegens een snelheidsovertreding op 15 juni 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen deze boete, die oorspronkelijk € 82,00 bedroeg. Tijdens de zitting op 18 februari 2025 heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de officier van justitie de hoorplicht heeft geschonden, wat door de officier werd erkend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht inderdaad is geschonden, wat heeft geleid tot de beslissing om de boete met 25% te matigen. De kantonrechter volgde daarbij een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin werd geoordeeld dat artikel 13a lid 2 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften onverbindend is. De uiteindelijke boete werd vastgesteld op € 61,50, met handhaving van € 9,00 aan administratiekosten. Daarnaast werd een aanvullende dwangsom van € 46,00 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente. De proceskostenvergoeding voor betrokkene werd vastgesteld op € 907,00, omdat betrokkene gedeeltelijk in het gelijk werd gesteld. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de boete aangepast, waarbij ook de terugbetaling van te veel betaalde zekerheidstelling aan betrokkene werd bepaald.