In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt de verschuldigdheid van rente op achterstallen over invoerrechten en btw bij invoer beoordeeld. Eiseres, een B.V., had een uitnodiging tot betaling ontvangen van de Inspecteur van de Douane voor een totaalbedrag van € 1.038.833,05, inclusief rente op achterstallen. Na afwijzing van het bezwaar door de verweerder, heeft eiseres beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 26 januari 2023 zijn vertegenwoordigers van beide partijen verschenen. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de rechtsgrond voor het in rekening brengen van rente op achterstallen. De Hoge Raad heeft op 13 september 2024 geantwoord dat artikel 22 van de Wet OB een rechtsgrond biedt voor het in rekening brengen van rente op achterstallen. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en geoordeeld dat de rente op achterstallen terecht in rekening is gebracht. Eiseres heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie te stellen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.