Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[betrokkene]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 17 april 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de Stichting Ymere, als eisende partij, en de gedaagde partijen, vertegenwoordigd door een bewindvoerder. De eisende partij vorderde betaling van huurachterstand, inclusief servicekosten, en bijkomende kosten. De gedaagde partij heeft de vordering erkend, maar de kantonrechter moest ambtshalve toetsen of de algemene huurvoorwaarden die van toepassing zijn, geen oneerlijke bedingen bevatten volgens de Richtlijn 93/13/EEG en het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Algemene Huurvoorwaarden van februari 2016 dezelfde bedingen bevatten als eerder getoetste voorwaarden in een andere zaak. De rechter heeft het incassobeding in de algemene voorwaarden als oneerlijk beoordeeld en vernietigd, wat leidde tot afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten. De rechter heeft echter het servicekostenbeding niet oneerlijk bevonden, omdat de eisende partij alleen de werkelijke kosten in rekening kan brengen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de eisende partij grotendeels toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 881,20 aan huurachterstand, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige toetsing van algemene voorwaarden in huurcontracten, vooral in het licht van consumentenbescherming.