ECLI:NL:RBNHO:2024:3149
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis inzake achterstallige huurpenningen en oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 27 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in de procedure tussen Stichting Ymere, eisende partij, en twee gedaagde partijen die niet zijn verschenen. De eisende partij vorderde hoofdelijke veroordeling van de gedaagde partijen tot betaling van € 8.090,49 aan achterstallige huurpenningen tot en met november 2023. De gedaagde partijen hebben echter deelbetalingen gedaan van in totaal € 7.469,90. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 17 januari 2024 geoordeeld dat bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden van de eisende partij oneerlijk zijn. De eisende partij heeft afgezien van het nemen van een akte om hierop te reageren.
In het eindvonnis heeft de kantonrechter de artikelen 11.1 en 11.3 van de algemene voorwaarden vernietigd voor zover deze betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten. Hierdoor zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, na de deelbetalingen, er nog een bedrag van € 620,59 aan achterstallige huurpenningen resteert, dat aan de eisende partij zal worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 november 2023.
De gedaagde partijen zijn overwegend in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 131,82 aan dagvaardingskosten, € 365,00 aan griffierecht en € 135,00 aan salaris van de gemachtigde. Daarnaast zijn de gedaagde partijen veroordeeld tot betaling van € 67,50 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, terwijl de vordering voor het overige is afgewezen.