Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting R.K.F.C. Volendam
1.Het procesverloop
€ 12.500,00 bruto per maand.
3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek
4.De beoordeling van het verzoek
waar gaat het om in deze zaak?
“gaan stoppen bij FC Volendam”, maar daaruit volgt nog niet dat zij de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen. Die bewoordingen laten immers in het midden wanneer zij gaan stoppen en op welke termijn. Ook schrijven [verweerders] dat zij
“de normale procedures van overdracht”zullen respecteren, wat bevestigt dat zij geen directe opzegging hebben beoogd en waardoor onduidelijk blijft of en wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd.
“dat we gaan opstappen. Niet dat we dat al hebben gedaan. Er staat ook in dat we onze plichten goed nakomen en goed overdragen”. [lid 1] heeft vervolgens op zondagmiddag 3 december 2023 om 15:29 uur in een e-mail aan Team [naam 2] , waaronder [verweerders] , de
“directe beëindiging van uw arbeidsrelatie”bevestigd, maar [verweerder 2] heeft daarop diezelfde dag gereageerd om 16:43 uur met een e-mail waarin wordt benadrukt dat er
“geen sprake is van een opzegging”.Hieruit volgt dat [verweerders] , mede als lid van Team [naam 2] , ook al kort na de schriftelijke verklaring van 1 december 2023 hebben laten blijken dat daarmee geen opzegging is beoogd.
“de huidige constructie met team [naam 2] ”niet moet worden voortgezet na 30 juni 2023 en dat
“de contracten”voor 1 april 2023 moeten worden opgezegd. Daarbij had de raad van commissarissen ook het oog op de arbeidsovereenkomsten van [verweerders] . In een discussiestuk toegestuurd op 7 maart 2023 staat dat de raad van commissarissen de samenwerking tussen F.C. Volendam en Team [naam 2] niet zuiver en onafhankelijk vindt. Daarbij wordt onder meer gesteld dat [verweerders] ook bestuurder zijn van Team [naam 2] en dat dit leidt tot een groot en structureel conflict van belangen, waardoor F.C. Volendam er niet zonder meer op kan vertrouwen dat [verweerders] het belang van F.C. Volendam voorop stellen. In een brief van 21 november 2023 heeft de raad van commissarissen aan de toenmalige raad van bestuur meegedeeld dat niet akkoord wordt gegaan met een voorstel voor een nieuwe directiestructuur en dat de raad van commissarissen unaniem voorstander is van
“een directiestructuur met een algemeen directeur [algemeen directeur] en een onafhankelijke technisch directeur (niet [verweerder 2] )”.Verder blijkt uit een overgelegde verklaring van de toenmalige voorzitter van de raad van bestuur dat [lid 1] in een gesprek op 21 november 2023 bewoordingen heeft gebruikt die erop neer komen dat de raad van commissarissen
“klaar”was met [verweerders] .
“toneelstuk vol tegenstrijdigheden, halve waarheden en volle leugens”, en aangekondigd dat zij
“gaan stoppen bij FC Volendam”. Die verklaring heeft gelet op de aard en inhoud daarvan ook bijgedragen aan het ontstaan van een duurzame en onherstelbare verstoring van de arbeidsverhouding. Dat de raad van commissarissen zich nadien op het standpunt is blijven stellen dat met die schriftelijke verklaring sprake was van een opzegging door [verweerders] is weliswaar onjuist, zoals hiervoor is geoordeeld, maar gelet op die verklaring ook niet volkomen onbegrijpelijk of ernstig verwijtbaar.
“alle bedrijfseigendommen”te retourneren en geen bescheiden in bezit te houden, te kopiëren of aan derden ter inzage te geven, wordt afgewezen, alleen al omdat F.C. Volendam niet heeft gesteld of toegelicht om welke eigendommen of bescheiden het gaat. F.C. Volendam heeft concreet alleen een leaseauto genoemd, maar daarvan wordt hierna geoordeeld dat [verweerders] deze mogen blijven gebruiken tot 1 mei 2024.
5.De beoordeling van het tegenverzoek
waar gaat het om in deze zaak?
“zie hieronder onze bevestiging van uitkering ‘Bonus sportieve- en talentontwikkeling’”.
“is beloofd dat deze bonus in dit seizoen 2023/2024 wordt uitgekeerd, een datum zouden we nog laten weten”. In een daarop volgende e-mail van 14 december 2024 heeft [naam bestuurslid 2] een uitgewerkte onderbouwing gegeven van de
“toegekende bonus”, en opgemerkt dat de toekenning geen goedkeuring behoefde door de raad van commissarissen, dat de bonus het gevolg is van de gemaakte afspraken en behaalde resultaten, en dat één en ander intern is gecommuniceerd.
“volledig hebben toegekend”, dat dit is vastgelegd en dat dit ter uitvoering naar de financiële afdeling is doorgestuurd. [naam bestuurslid 3] , eveneens voormalig bestuurder, heeft op 10 januari 2024 schriftelijk verklaard dat de bonussen zijn vastgesteld en door het bestuur
“voor uitvoering zijn doorgegeven”. Ook in een verklaring van 3 februari 2024 van drie voormalige bestuurders, ondertekend door [naam bestuurslid 1] , [naam bestuurslid 3] en [naam bestuurslid 2] , wordt benadrukt dat door het toenmalige bestuur is besloten tot toekenning van de handhavingsbonus 2022-2023 en de ontwikkelingsbonus 2022-2023 aan Team [naam 2] en dat die bonus is
“toegezegd”en
“beloofd”.
“indien transfersaldo > 125k positief”, maar dat doet niet af aan het feit dat het toenmalige bestuur de bonus heeft toegekend en toegezegd, deels ook in mededelingen die zijn gedaan na 20 november 2023.
“compensatie bij eenzijdige beëindiging door de werkgever, als bedoeld in artikel 8.1 van de arbeidsovereenkomsten”, ten aanzien van vakantiedagen en tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter constateert dat al die verzoeken voorwaardelijk zijn gedaan en geformuleerd, namelijk
“Voor het geval U.E. Kantonrechter onverhoopt tot het oordeel komt dat met het statement de arbeidsovereenkomst door [verweerder 1] en/of [verweerder 2] is opgezegd”.Aan die voorwaarde is niet voldaan, omdat hiervoor is geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet is opgezegd door [verweerders] . De kantonrechter komt dus niet toe aan een beoordeling van deze verzoeken.