ECLI:NL:RBNHO:2024:1999
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van de Participatiewet-uitkering en voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, die een bijstandsuitkering ontving, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Zaffier om zijn uitkering op grond van de Participatiewet (Pw) in te trekken. Dit besluit volgde op een rechtmatigheidsonderzoek waarbij bleek dat verzoeker mogelijk niet alle gewerkte uren correct had opgegeven. Verzoeker heeft zich wegens ziekte afgemeld voor een gesprek met verweerder en is niet verschenen op een tweede uitnodiging. De voorzieningenrechter oordeelt dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat verzoeker het besluit tot opschorting van de uitkering heeft ontvangen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat verzoeker in verzuim is geweest. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst het besluit van 12 december 2023 tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoeker.