[gedaagde] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, in verzet:
I. de executie van het verstekvonnis van 16 augustus 2024 (zaak-/rolnummer 8050385) te schorsen totdat vonnis is gewezen in deze kort geding verzetprocedure tegen voornoemd vonnis;
II. Jamiti te verbieden direct na dit vonnis het huis te verkopen aan enige derde, op straffe van een dwangsom van € 1.000.000,- ineens, en van € 15.000,- per dag(deel) dat Jamiti zich daarna niet zal houden aan het verbod, totdat over de geldigheid van de koopovereenkomst en de akte van levering daarmee verband houdend in bodemprocedure zal zijn beslist;
III. Jamiti te veroordelen om te gehengen en gedogen dat [betrokkene 3], diens moeder (mevrouw [moeder]) en broer ([betrokkene 4]) woonachtig zullen zijn in het huis, totdat in bodemprocedure hierover zal zijn beslist;
IV. Jamiti te veroordelen om binnen twee weken na dit vonnis en nadat betaling door [gedaagde] is geschied naar het rekeningnummer van de notaris van Jamiti van € 970.000,- ten titel van betaling koopsom c.q. aflossing lening om mee te werken aan de 'retro-overdracht' met betrekking tot het huis, althans mee te werken aan de goederenrechtelijke retrolevering middels notariële akte, met dezelfde (gebruikelijke) bepalingen als de transportakte van 1 augustus 2024, een en ander onder het zenden van een afschrift van de notariële concept akte aan de advocaat van [gedaagde] per e-mail aan [e-mailadres];
V. lndien Jamiti na ommekomst van vijftien dagen na dit vonnis niet aan bovenstaande veroordeling zal hebben voldaan, te bepalen dat dit vonnis op grond van artikelen 3:300 jo 3:301 BW in de plaats treedt van de voor retro verkoop en levering van het huis aan de [adres] ([postcode]) in [plaats 2] benodigde toestemming en /of wilsverklaring van Jamiti, alsmede dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor eigendomsoverdracht en levering vereiste medewerking van Jamiti;
VI. dan wel een andere door de voorzieningenrechter in goede justitie te nemen maatregel;
VII. Jamiti te veroordelen in de proceskosten van de verzetprocedure in conventie en in reconventie, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.