Uitspraak
1.VAMEUS B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
Warsteiner:
Friendly reminder ; graag op 3 juli 2023 weer € 1.000 overmaken.
3.Het geschil
Bovendien acht Warsteiner het in strijd met de redelijkheid en billijkheid als een controlerend aandeelhouder die de vennootschap heeft opgericht, de controle binnen de vennootschap heeft gehad en haar in stand heeft gehouden met een rekening-courant, bij opheffing van de vennootschap zou meedelen in de opbrengst op gelijke wijze als concurrente crediteuren.
4.De beoordeling
Of aan de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, is afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de overige omstandigheden van het geval (HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627). Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade (HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758, NJ 2006, 659 Ontvanger/Roelofsen). Van een dergelijk persoonlijk ernstig verwijt zal in het algemeen geen sprake zijn als sprake is van betalingsonmacht van de rechtspersoon.