Uitspraak
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADELINA BEHEER B.V., (hierna: Adelina Beheer),
1.De zaak in het kort
De juiste Vastgoedontwikkeling is tekortgeschoten en moet daarom een boete van
€ 22.300,00 betalen. De door haar ingestelde tegenvordering tot vergoeding van schade wordt afgewezen, omdat zij de schade niet heeft onderbouwd.
2.De procedure
- het mondeling en schriftelijk antwoord;
- het tussenvonnis van 3 juli 2024;
- de door de griffie op 9 oktober 2024 ontvangen nadere productie van Triforce Vastgoed;
- de op 30 oktober 2024 ontvangen akte vermindering van eis van Triforce Vastgoed.
3.De feiten
De schriftelijke overeenkomst bevat op de eerste pagina de volgende passage:
“
Indien verkoper en/of koper twee of meer (rechts)personen zijn, geldt het volgende:(…)”
4.De geschillen
(i) voor recht verklaart dat De Juiste Vastgoedontwikkeling en Adelina Beheer tekort zijn geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst;
(ii) voor recht verklaart dat Triforce Vastgoed de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden;
(iii) De Juiste Vastgoedontwikkeling en Adelina Beheer veroordeelt tot betaling van een boete van € 22.300,00, te vermeerderen met rente en kosten.
Triforce Vastgoed heeft de koopovereenkomst gesloten met De Juiste Vastgoedontwikkeling. Adelina Beheer is geen partij bij de koopovereenkomst.
Wegens financiële problemen heeft De Juiste Vastgoedontwikkeling niet tijdig een bankgarantie kunnen stellen of waarborgsom kunnen betalen.
Triforce Vastgoed heeft daarna een andere koper gevonden voor het pand. De werkelijke reden dat Triforce Vastgoed deze procedure heeft opgestart, is dat deze nieuwe koper ook is afgehaakt.
5.De beoordeling
De kantonrechter is van oordeel dat alleen De Juiste Vastgoedontwikkeling als koper bij de koopovereenkomst is betrokken. Zij is tekort geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en betaling van een contractuele boete verschuldigd. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarop deze oordelen zijn gebaseerd.
Bij de uitleg van de op schrift gestelde overeenkomst gaat het niet zozeer om een zuiver taalkundige uitleg. Het komt immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht [1] .
Dit volgt uit de zinsnede op pagina 1 waar onder B staat geschreven:
“B. KoperDe Juiste Vastgoedontwikkeling B.V.,te dezen vertegenwoordigd door haar bestuurders(onderstreping door de kantonrechter
):B1. [B.V. 1] (…)B.2. Adelina Beheer B.V.,”.
De hiervoor door de kantonrechter onderstreepte passage laat op zichzelf aan duidelijkheid niets te wensen over.
hierna tezamen te noemen ‘koper’” [2] . Triforce Vastgoed leidt daaruit af dat alle onder B. genoemde rechtspersonen, waaronder De Juiste Vastgoedontwikkeling en Adelina Beheer, als koper moeten worden beschouwd.
“Indien(onderstreping door de kantonrechter)
verkoper en/ of koper twee of meer (rechts)personen zijn”.
Uit de schriftelijke toelichting bij het mondeling antwoord valt af te leiden dat [naam 3] in een persoonlijk onderhoud met [naam 1] zou hebben aangegeven akkoord te zijn met ontbinding van de overeenkomst (waaronder de boetebepaling), indien De Juiste Vastgoedontwikkeling uiterlijk 15 maart 2024 zou ontruimen. [naam 1] zou, blijkens dezelfde schriftelijke toelichting, daarop [naam 3] hebben meegedeeld deze voorwaarde eerst met [naam 2] , te moeten bespreken voordat hij daarmee namens De Juiste Vastgoedontwikkeling akkoord kon gaan. Dat [naam 2] niet met deze voorwaarde heeft ingestemd en dat hij dit aan [naam 3] heeft meegedeeld, heeft [naam 2] verklaard op de mondelinge behandeling van 22 oktober 2024.
Al met al hebben partijen geen overeenstemming bereikt over de voorwaarden waaronder de koopovereenkomst, inclusief boetebepaling, tussen beide met wederzijds goedvinden zou worden ontbonden.
- dagvaarding € 115,22
De over deze kosten gevorderde rente is toewijsbaar als na te melden.
6.De beslissing
€ 22.300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 5 juni 2024 tot aan de dag van betaling;
€ 998,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 5 juni 2024 tot aan de dag van betaling;
€ 2.745,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met
€ 92,00 plus de kosten van betekening als De Juiste Vastgoedontwikkeling niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
20 november 2024 (bij vervoeging).