ECLI:NL:RBNHO:2024:11352
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in een civiele procedure
Op 31 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. A.H. Schotman, ingediend door een verzoeker uit Hoofddorp. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig zou zijn, omdat hij eerder een vonnis had gewezen in een kort geding tussen dezelfde partijen. De verzoeker was het niet eens met de eerdere beslissing van de rechter en vreesde dat deze niet onpartijdig zou kunnen oordelen in de hoofdzaak. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder een vonnis heeft gewezen, onvoldoende is om te concluderen dat er sprake is van partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat wraking geen verkapt rechtsmiddel is en dat zij niet kan oordelen over de juistheid van eerdere uitspraken van de rechter. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen concrete feiten of omstandigheden zijn die de vrees voor partijdigheid objectief rechtvaardigen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.