Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
‘Hi [betrokkene 1], het is gister nogal uit de hand gelopen en ik vind het echt erg vervelend. Ik zou het dan ook fijn vinden om hier nog even over te bellen. Zou je mij kunnen terugbellen?’[betrokkene 1] heeft daarop geantwoord:
‘Hoi [verzoeker], gelet op hetgeen is voorgevallen, waarbij jij ook, zowel fysiek als mondeling, niet onbetuigd hebt gelaten, voel ik geen behoefte met jou te communiceren. Sterker nog er zal een ontslag volgen, aangezien de samenwerking niet langer houdbaar is. Ik zal jou bij deze blokkeren en jij zult nog vernemen van HR.’
3.Het verzoek
‘Moet je jezelf nou eens zien staan joh, oude zak’, maar dat is een onvoldoende ernstige belediging om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen. [verzoeker] stelt dat de situatie niets met de arbeidsrelatie te maken heeft, maar dat het handgemeen heeft plaatsgevonden in de privésfeer, buiten werktijd en op de openbare weg. Overigens heeft Topgeschenken geen hoor- en wederhoor toegepast en ook geen zorgvuldig onderzoek gedaan. Evenmin heeft Topgeschenken rekening gehouden met de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop [verzoeker] haar werkzaamheden heeft vervuld en haar andere persoonlijke omstandigheden (huis met hypotheek, laag inkomen, weinig spaargeld).
4.Het verweer tegen het verzoek
‘Moet je jezelf nu zien staan joh, oude zak.’Dit levert (ook op zichzelf) een dringende reden voor ontslag op staande voet en ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker] op. In deze omstandigheden hoefde geen hoor en wederhoor plaats te vinden en was geen nader onderzoek nodig. Van een in de privésfeer gelegen gedraging is geen sprake. De mededeling op het interne netwerk van Topgeschenken is een neutrale mededeling zonder nadere inhoudelijke details.
5.Het tegenverzoek
6.Het verweer tegen het tegenverzoek
7.De beoordeling
‘Moet je jezelf nou eens zien staan joh, oude zak’. Hoewel dit naar het oordeel van de kantonrechter bepaald geen compliment is, als een belediging moet worden aangemerkt en een werknemer zoiets niet kan zeggen tegen haar baas, is dit op zichzelf onvoldoende reden om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen.
‘(…) Direct stormde de vriend(bedoeld is: [betrokkene 2])
weer af op dhr. [betrokkene 1] en er begon een gevecht waarop dhr. [betrokkene 1] zich vededigend opstelde en de vriend van zich af duwde en aangaf “hou op, ik wil helemaal niet vechten” maar de vriend bleef doorgaan, waardoor dhr. [betrokkene 1] zich moest blijven verdedigen. Ook mevrouw van den [verzoeker](bedoeld is naar de kantonrechter begrijpt: [verzoeker] )
veranderde van gedrag. Ze werd aggresief richting drh. [betrokkene 1] en begon aan hem te trekken/slaan en schelden. Ook 2 jongens van Marrokaanse afkomst welke op dit voorval waren afgekomen met de scooter moesten het ontgelden doordat mevr. [verzoeker] uit agressie de brommer van de jongens omver trape. Daarna is ze weer naar dhr. [betrokkene 1] afgestormd.(…)’
8.De beslissing
uiterlijk op 24 oktober 2023;
uiterlijk op die datumook het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven evenals de verhinderdata van
beidepartijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;