Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 20 juli 2022
- de aanvullende producties 54 tot en met 113 van de man
- de akte wijziging van eis tevens houdende producties 59 tot en met 100 van de vrouw
- de antwoordakte wijziging van eis en overlegging productie 114 van de man
- het bezwaar van de man tegen de akte wijziging van eis tevens houdende producties 59 tot en met 100 van de vrouw
- het bezwaar van de vrouw tegen de antwoordakte wijziging van eis en overlegging productie 114 van de man
- de beslissing van de voorzitter van 12 oktober 2022, waarbij voormelde bezwaren ongegrond zijn verklaard
- de mondelinge behandeling van 13 oktober 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Partijen hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zijn overgelegd.
3.De feiten
).
13 juni 2019, een onderhandse akte van periodieke gift tussen de man, de vrouw en de [C.] getekend.
“de man middels een periodieke gift (de waarde van) de certificaten van aandelen [D.] (naar de staat van de peildatum, na aftrek van een dividenduitkering van € 1,7 miljoen) zal overdragen aan [C.].”
4.Het geschil
in conventie
1 Primair voor recht te verklaren dat bij de verdeling van de gemeenschap van goederen tussen partijen op grond van het convenant van 3 mei 2021 en de vaststellingsovereenkomst van 3 september 2021 sprake is van benadeling voor meer dan een kwart;
Subsidiair, indien de door eiseres gevorderde gewijzigde verdeling onder 3 niet wordt toegewezen dat de rechtbank de wijziging van verdeling dan vaststelt op grond van artikel 3:185 BW, zoveel mogelijk onder aansluiting bij de door eiseres gevorderde gewijzigde primaire dan wel subsidiaire verdeling onder 3.
Meer subsidiair, indien geen sprake is van benadeling van een meer dan een kwart:
Nog meer subsidiair, indien geen sprake is van benadeling van een meer dan een kwart, en indien geen sprake is van bedrog:
Meer-meer subsidiair, indien geen sprake is van benadeling voor meer dan een kwart, en er geen sprake is van bedrog en er geen sprake is van misbruik van omstandigheden:
Gedaagde te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, om mee te werken aan de te naam stelling van de [adres] op naam van eiseres, zowel in het geval het convenant niet kan worden vernietigd, als in het geval van een gewijzigde verdeling tussen partijen, binnen 30 dagen na 48 uur na betekening van een in deze zaak te wijzen vonnis, alles op straffe van het verbeuren van een dwangsom van EUR 5.000,- per dag (een dagdeel als een gehele dag gerekend) dat gedaagde niet meewerkt aan de tenaamstelling zoals genoemd en bedoeld in productie 92, alles tot een maximum van EUR 150.000,-, en om na verloop van 30 dagen zonder medewerking van gedaagde aan de tenaamstelling dit vonnis ex artikel 3:300 BW in plaats te laten treden voor de handtekening en medewerking van [gedaagde/eiser] die nodig is voor de tenaamstelling van de [adres] op naam van eiseres.
Gedaagde te veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, om mee te werken aan het als bestuurder van 2050 Holding nemen van agiobesluiten met de door [eiseres/verweerster] voorgestelde toerekening van betalingen zoals hiervoor genoemd onder randnummer 2.9 en 2.12, betreffende het betalingsverkeer zoals die door gedaagde in randnummer 67 van de conclusie van antwoord is genoemd, zowel in het geval het convenant niet kan worden vernietigd, als in het geval van een gewijzigde verdeling tussen partijen, alles op straffe van 48 uur na betekening van een in deze zaak te wijzen vonnis het verbeuren van een dwangsom van EUR 5.000,- per dag (een dagdeel als een geheel gerekend) tot een maximum van EUR 150.000,- voor iedere dag dat gedaagde niet meewerkt aan de formalisering van de agiobesluiten zoals door eiseres is gevorderd.
Gedaagde te veroordelen tot betaling aan eiseres van de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten ten belope van EUR 163,- zonder betekening, dan wel EUR 248,- in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en — voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt — te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
[eiseres/verweerster] te verplichten binnen een termijn van een maand na het ten deze te wijzen vonnis mee te werken aan de overdracht van de gemeenschappelijke woning te [adres] aan [gedaagde/eiser] voor een bedrag van € 2.750.000, bij gebreke waarvan uw vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats kan worden gesteld van alle voor de levering vereiste uitvoeringshandelingen waaraan [eiseres/verweerster] (door ondertekening) haar medewerking dient te verlenen teneinde de bedoelde woning aan [gedaagde/eiser] te leveren;
[eiseres/verweerster] te verplichten binnen een termijn van een maand na het ten deze te wijzen vonnis mee te werken aan de overdracht van de gemeenschappelijke woning te [adres] aan [gedaagde/eiser] voor een bedrag van € 650.000, bij gebreke waarvan uw vonnis ex artikel 3:300 BW in de plaats kan worden gesteld van alle voor de levering vereiste uitvoeringshandelingen waaraan [eiseres/verweerster] (door ondertekening) haar medewerking dient te verlenen teneinde de bedoelde woning aan [gedaagde/eiser] te leveren;
Voor het geval [eiseres/verweerster] weigert haar medewerking te verlenen aan de levering van de onroerende zaken, te bepalen dat [eiseres/verweerster] dan wel een door de rechtbank aan te wijzen notaris, een medewerker van de betreffende notaris of makelaar wordt aangewezen als vertegenwoordiger van [eiseres/verweerster] dan wel dat [gedaagde/eiser] de akte van levering opmaakt c.q. laat opmaken en dat de uitspraak van de rechtbank in de plaats treedt van de onderdeel daarvan uitmakende rechtshandelingen c.q. wilsverklaringen van [eiseres/verweerster] ;
[eiseres/verweerster] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 39.894,41 uit hoofde van door [gedaagde/eiser] voor [eiseres/verweerster] betaalde advocaat- en advieskosten scheiding;
[eiseres/verweerster] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 67.064,79 uit hoofde van de verdeling van de ING-rekening;
Indien en voor zover uw rechtbank tot het oordeel komt dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap moet worden gewijzigd en of opnieuw moet worden vastgesteld, te bepalen dat de huwelijksgoederengemeenschap per peildatum bij helfte verdeeld dient te worden, met inachtneming van de schenkingsverplichting aan [C.], conform een nader door [gedaagde/eiser] in het geding te brengen voorstel;
Indien en voor zover uw rechtbank tot het oordeel mocht komen dat de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap moet worden gewijzigd en/of opnieuw moet worden vastgesteld en uw rechtbank de vordering van [gedaagde/eiser] om de verdeling opnieuw vast te stellen afwijst, de huwelijkse voorwaarden van18 oktober 2019 op grond van bedrog of dwaling te vernietigen.
[eiseres/verweerster] te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure, te begroten op een bedrag van ten minste € 50.000, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
5.De beoordeling
in conventie
– nadat de vrouw een bezinningsperiode van anderhalve maand is gegund – heeft een en ander, ondanks het feit dat tussen partijen over de gevolgen van de beëindiging van het huwelijk tussen partijen nog onzekerheid en geschillen bestonden, geresulteerd in het Convenant, waarin in artikel 8.2 het volgende is opgenomen:
Ieder der partijen vrijwaart de ander voor eventuele aanspraken, gebaseerd op de waardering van de aan ieder van hen toegedeelde roerende en onroerende zaken.”
“partijen compos mentis tot de vastgelegde afspraken zijn gekomen”. Voor zover dit al anders was, had het op de weg van de vrouw gelegen om hierbij haar adviseurs te betrekken. Dat zij dat blijkbaar niet heeft gedaan dient voor haar rekening te blijven.
“De man is gehouden om de schenkingen te voltooien binnen zeven jaar na ondertekening van dit convenant”.Uitgaande van de datum van ondertekening van het Convenant op 3 mei 2021 verstrijkt voormelde termijn voor voltooiing van de schenkingen eerst op 3 mei 2028, nog daargelaten dat het Convenant tevens bepaalt dat de man niet in verzuim is wanneer voltooiing langer dan zeven jaar duurt en de vertraging aan zijn zijde niet toerekenbaar is. De akte van periodieke gift van 3 februari 2022 heeft in deze termijn geen verandering gebracht. De man is op dit punt dan ook niet in verzuim in de nakoming van het Convenant. Ook de onder I primair onder 2. gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden afgewezen.
“met de genoegzaam bekende vordering”van de vrouw op de man. De man betwist dat sprake is van een dergelijke vordering en gaat daarom niet akkoord met deze vermelding. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw onvoldoende onderbouwd waar deze formulering op is gebaseerd. Nu de vrouw aan deze formulering in de akte van partiële verdeling vast houdt en haar vordering hieraan koppelt, zal deze vordering daarom worden afgewezen.
“hierbij onherroepelijk volmacht te verlenen (…) om namens ieder der partijen de akte waarin de onroerende zaak wordt geleverd aan de man te ondertekenen, (…) en verder al datgene te verrichten wat de gevolmachtigde raadzaam zal oordelen (…) om te bewerkstelligen dat voormelde onroerende zaak uitsluitend eigendom wordt van de man”. De medewerking aan de goederenrechtelijke levering van de woning aan de man is derhalve reeds in het Convenant gegeven. De vrouw kan hier niet achteraf alsnog op terugkomen. De vordering van de man zal daarom worden toegewezen.