ECLI:NL:RBNHO:2023:8248

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10406701 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van boete opgelegd voor handelen in strijd met gesloten verklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 30 juni 2023, betreffende een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 26 mei 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er meerdere boetes aan betrokkene zijn opgelegd, maar heeft besloten om de eerste boete in stand te laten, omdat dit de eerste in een reeks van boetes betreft. De kantonrechter heeft de verweren van betrokkene tegen de boete beoordeeld, waaronder de bevoegdheid van de verbalisant en de eisen aan de foto’s die als bewijs zijn overgelegd. De kantonrechter oordeelde dat de verbalisant bevoegd was om de boete op te leggen en dat de foto’s voldeden aan de vereisten. Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10406701 \ WM VERZ 23-202
CJIB-nummer : 250730995
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Verbo Juridisch Advies.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 26 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
De verweren tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en gemachtigde van betrokkene heeft namens betrokkene aangevoerd dat op grond van de Regeling domeinlijsten Boa de verbalisant niet bevoegd is, omdat niet blijkt dat de geslotenverklaring is ingesteld in verband met de leefbaarheid. Daarnaast voldoet de foto niet aan de vereisten.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat aan betrokkene meerdere boetes in korte tijd zijn opgelegd en heeft de kantonrechter in lijn met het hof [1] verzocht om de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes, tot het moment dat betrokkene er bekend mee is geworden, te vernietigen.
2.4.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot de bevoegdheid
Gelet op inmiddels vaste rechtspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaren [2] moet het begrip openbare orde in de zin van de Beleidsregels boa worden ingevuld aan de hand van wat daarover in een brief van 12 april 2011 van het College van procureurs-generaal staat vermeld, namelijk:
“Het criterium openbare orde dient echter zo te worden verstaan, aldus het College, dat daaronder tevens valt het tegengaan van overlast, bijvoorbeeld door sluipverkeer, en het verbeteren van de leefbaarheid, bijvoorbeeld door bepaalde gebieden af te sluiten voor (vracht)auto's, de zogenaamde milieuzones.”
Een buitengewoon opsporingsambtenaar mag dus een boete als hier aan de orde opleggen, als het gaat om handhaving ten aanzien van gedragingen die te maken hebben met de openbare orde. Daaronder vallen dus ook maatregelen die zijn genomen ter verbetering van de leefbaarheid. In dit geval bevat het dossier niet het verkeersbesluit van 29 januari 2002 waarbij de onderhavige geslotenverklaring is ingesteld. In het algemeen proces-verbaal van de gemeente Alkmaar van 6 april 2017 is echter opgenomen dat het doel van het instellen van de geslotenverklaring in de gemeente Alkmaar is het weren van niet-ontheffinghouders en daarmee de leefbaarheid in de stad verbeteren. De kantonrechter ziet geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Dat de geslotenverklaring met een ander doel zou zijn ingesteld, is niet gebleken. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat handhaving van de geslotenverklaring van de binnenstad in Alkmaar is gericht op het verbeteren van de leefbaarheid. Om die reden was de buitengewoon opsporingsambtenaar in dit geval dus bevoegd een boete op te leggen. Het verweer faalt dan ook.
2.5.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot de foto
De eisen aan de foto's dat de contouren van het voertuig en een databalk zichtbaar moeten zijn zien niet op de wijze waarop de ambtenaar van zijn bevoegdheid om een sanctie op te leggen gebruik moet maken [3] . Het verweer faalt.
2.6.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot de motivering
De officier van justitie dient op een beroep een (juist) gemotiveerde beslissing te geven. In dit geval is de kantonrechter van oordeel dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd. De kantonrechter bepaalt dat een juiste motivering niet behelst dat afzonderlijk op ieder door betrokkene aangevoerd verweer of omstandigheid wordt ingegaan.
2.7.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot het ontbreken van een verkeersbesluit
Gemachtigde voert aan dat er geen verkeersbesluit ten grondslag ligt aan de plaatsing van de betreffende bebording. Dit verweer faalt. Het ontbreken van een verkeersbesluit betreft immers geen omstandigheid die aanleiding geeft om de sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen [4] .
2.8.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor het handelen in strijd met gesloten verklaring. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen, waarvoor ook telkens een boete kan worden opgelegd. De kantonrechter volgt echter het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie en zal de boete in onderhavige zaak, omdat dit de eerste boete betreft in een reeks van meerdere boetes, in stand laten. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.9.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2023, te vinden op rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:1663.
2.Vgl. de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 juni 2018, te vinden op www. Rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2018:5537.
3.Vgl. de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 oktober 2022, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2022:9217.
4.vgl. het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2020, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:HR:2020:1055.