ECLI:NL:GHARL:2022:9217
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. van Schuijlenburg
- J. de Witt
- M. Wijma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de sanctie opgelegd aan kentekenhouder voor handelen in strijd met geslotenverklaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door haar gemachtigde M.J.M. Bergers, had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 25 mei 2021 het beroep van de betrokkene tegen een sanctie ongegrond had verklaard. De sanctie betrof een boete van € 140,- voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring op 12 december 2019 in Koog aan de Zaan. De betrokkene stelde dat de beschikking te laat was verzonden en dat de foto van de gedraging niet voldeed aan de eisen van het Beleidskader digitale handhaving.
Het hof oordeelde dat de beschikking tijdig was verzonden, aangezien deze op 20 januari 2020 was toegestuurd, binnen de termijn van vier maanden zoals voorgeschreven in de Wahv. Daarnaast werd vastgesteld dat de eisen aan de foto's, zoals vermeld in het Beleidskader, niet als beleidsregels in de zin van artikel 3, derde lid, van de Wahv konden worden aangemerkt. Het hof concludeerde dat de foto voldoende informatie bevatte om vast te stellen dat de gedraging was verricht met het voertuig van de betrokkene. De gronden van de betrokkene werden verworpen, en het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter, waarbij het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.