Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 26 mei 2023 zijn zowel de gemachtigde van betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is komen vast te staan. Betrokkene voerde aan dat er niet is voldaan aan de vereisten uit het Beleidskader digitale handhaving, zoals het ontbreken van een waarschuwingsbrief en de activeringstijd van de camera. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende dat de hoorplicht was geschonden, maar verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht niet leidde tot een matiging van de boete, omdat betrokkene werd bijgestaan door een gemachtigde die schriftelijk het beroep had toegelicht. De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond, maar het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd, ongegrond. Het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter.