ECLI:NL:RBNHO:2023:8076

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
10250250
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en tegenvordering ontbinding koopovereenkomst tussen Promohigh B.V. en Packito v.o.f.

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft Promohigh B.V. een vordering ingesteld tegen Packito v.o.f. wegens onbetaalde facturen voor een verpakkingsmachine. De vordering betreft een bedrag van € 24.999,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. Packito heeft als verweer een beroep gedaan op opschorting van de betalingsverplichting en heeft een tegenvordering ingesteld tot ontbinding van de koopovereenkomst en schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verzuim is ingetreden, omdat er geen schriftelijke ingebrekestelling is verzonden door Packito en er geen fatale termijn was overeengekomen. De rechtbank oordeelt dat de tekortkomingen van Promohigh niet zodanig waren dat deze ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen. De vordering van Promohigh wordt toegewezen, terwijl de tegenvordering van Packito wordt afgewezen. De rechtbank heeft ook de proceskosten en beslagkosten toegewezen aan Promohigh.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10250250 \ CV EXPL 22-5943
Uitspraakdatum: 23 augustus 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Promohigh B.V.
gevestigd te Nieuwegein
eiseres
verder te noemen: Promohigh
gemachtigde: mr. K. Tülü
tegen
de vennootschap onder firma Packito v.o.f.
gevestigd te Oudkarspel
gedaagde
verder te noemen: Packito
gemachtigde: mr. F.P. Klaver

1.Het procesverloop

1.1.
Promohigh heeft bij dagvaarding van 8 december 2022 een vordering tegen Packito ingesteld. Packito heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Bij vonnis van 15 maart 2023 zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de bevoegdheid van de kantonrechter in deze zaak, waarna Promohigh en Packito een akte hebben genomen.
1.3.
Op 13 juli 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Packito heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft Packito bij brieven van 3 en 10 juli 2023 nog stukken toegezonden. Promohigh heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tevens een reactie op de tegenvordering genomen.

2.De feiten

2.1.
Promohigh is een onderneming die onder meer promotieartikelen ontwerpt en verkoopt en Packito is een emballagebedrijf dat onder andere kruiden en thee voor zakelijke opdrachtgevers verpakt.
2.2.
Tussen partijen is op 1 oktober 2020 een koopovereenkomst tot stand gekomen betreffende een verpakkingsmachine met een koopprijs van € 61.347,00 inclusief btw en vrachtkosten van € 2.900,00. De eerste termijn van de koopprijs van € 36.300,00 heeft Packito in drie termijnen betaald aan Promohigh.
2.3.
De verpakkingsmachine is op 14 april 2021 geleverd aan Packito. Van 26 mei 2021 tot 30 mei 2021 is de machine gemonteerd en geïnstalleerd door een monteur van de fabrikant van de machine, Devpak Packaging Systems.
2.4.
Op 3 september 2021 heeft een monteur van Devpak werkzaamheden verricht aan de machine. Op 26 februari 2022 heeft een andere monteur van Devpak Packito bezocht en werkzaamheden uitgevoerd aan de machine.
2.5.
Promohigh heeft een tweede factuur gestuurd naar Packito op 29 januari 2022. Packito heeft deze factuur onbetaald gelaten.
2.6.
Packito heeft per e-mail van 9 november 2022 aan Promohigh bericht dat de machine nooit naar behoren heeft gewerkt en zij daarom klanten is kwijtgeraakt en de onderneming verloren is gegaan.

3.De vordering

3.1.
Promohigh vordert dat de kantonrechter Packito veroordeelt tot betaling van € 24.999,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag na dagvaarden, de beslagkosten, de proceskosten en nakosten.
3.2.
Promohigh legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij conform de overeenkomst de verpakkingsmachine heeft geleverd. Aanvankelijk waren er als gevolg van de coronapandemie problemen bij de begeleiding van de installatie van de machine. Promohigh verkeerde in een overmachtssituatie. Inmiddels is de verpakkingsmachine volledig geïnstalleerd en operationeel. Promohigh heeft dan ook voldaan aan haar verplichtingen, maar Packito laat na de restant koopprijs te betalen. Promohigh vordert betaling en beperkt haar vordering tot 25.000,00. Tot zekerheid van verhaal heeft Promohigh conservatoir beslag laten leggen op de roerende zaken en maakt tevens aanspraak op de beslagkosten.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Packito betwist de vordering. Packito voert aan – samengevat – dat partijen een leveringstermijn van 75 werkdagen zijn overeengekomen en Promohigh de machine ruim na de fatale termijn heeft geleverd. Packito heeft de machine pas op 30 mei 2021 in gebruik kunnen nemen, maar deze vertoonde toen meteen gebreken. Het afweegmechanisme, de etikettering en het instellen van de temperatuur werkten niet naar behoren, de verpakkingen werden vaak onvoldoende afgesloten en er was sprake van roestvorming op de machine. Packito heeft hierover via WhatsApp bij Promohigh en de fabrikant geklaagd. Ook de vulcapaciteit van de machine beantwoordde niet aan de overeenkomst. De machine voldeed dus niet aan de overeenkomst. Hiervan heeft geen deugdelijk herstel plaatsgevonden. Ook na de laatste aanpassingen aan de machine door de fabrikant bleef de machine dezelfde gebreken vertonen. Packito heeft de machine daarna niet meer gebruikt. Promohigh is dan ook tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en is door geen gehoor te geven aan de herhaalde aanmaningen in verzuim komen te verkeren. Packito heeft daarom rechtsgeldig haar betalingsverplichting opgeschort.
4.2.
Packito vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter de koopovereenkomst tussen partijen ontbindt en Promohigh veroordeelt tot terugbetaling van de betaalde koopsom van € 36.300,00 inclusief btw, tot betaling van de onverschuldigd door Packito betaalde verblijfskosten van de monteur van € 136,63 en tot betaling van een aanvullende schadevergoeding bestaande uit gederfde winst, nader op te maken bij staat en vereffening volgens de wet.
4.3.
Promohigh betwist de tegenvordering.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Bevoegdheid kantonrechter
5.2.
Promohigh heeft haar vordering beperkt tot 24.999,00 en heeft zich bij akte op het standpunt gesteld dat zij met de beperking van haar vordering heeft bedoeld afstand te doen van het meerdere van haar vordering. Packito heeft zich bij akte op het standpunt gesteld dat de zaak bij de kantonrechter aanhangig kan blijven, mits Promohigh afstand doet van haar vordering inclusief de rente boven de bevoegdheidsgrens. Omdat Promohigh onvoorwaardelijk haar vordering heeft beperkt tot het hiervoor vermelde bedrag, is de kantonrechter bevoegd kennis te nemen van de zaak.
Vrijwaringsincident
5.3.
Promohigh verzoekt oproeping in vrijwaring van Devpak als producent van de machine. Dit verzoek zal worden afgewezen, omdat Promohigh onvoldoende heeft onderbouwd op grond waarvan een veroordeling van haar in de hoofdzaak tot gevolg kan hebben, dat zij op grond van haar rechtsverhouding met Devpak geheel dan wel gedeeltelijk regres zal kunnen nemen op Devpak.
Partijen bij de overeenkomst
5.4.
Promohigh stelt zich op het standpunt dat Packito zich wat betreft haar tegenvorderingen moet richten tot Devpak. Volgens Promohigh heeft zij Packito en Devpak in contact gebracht en is zij er slechts tussen gaan zitten, omdat Packito de koopprijs van de machine niet ineens kon betalen. Aan dit verweer wordt voorbij gegaan. Partijen zijn het er immers over eens dat Promohigh partij is bij de koopovereenkomst. Promohigh vordert ook met een beroep op deze overeenkomst betaling van de tweede factuur. Op grond van deze rechtsverhouding heeft Packito zich terecht tot Promohigh gewend.
Is Promohigh in verzuim?
5.5.
Packito heeft haar betalingsverplichting, waarvan Promohigh in deze procedure betaling vordert, opgeschort en als tegenvordering onder andere ontbinding en schadevergoeding gevorderd. Voor ontbinding van een overeenkomst of een vordering tot schadevergoeding is vereist dat de schuldenaar in verzuim is, tenzij nakoming blijvend of in geval van ontbinding ook tijdelijk onmogelijk is. Voor aanspraak op schadevergoeding is bovendien vereist dat de tekortkoming kan worden toegerekend aan de schuldenaar. [1]
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat de tegenvorderingen van Packito betrekking hebben op een door haar gestelde tekortkoming die zich leent voor herstel, omdat nakoming niet (blijvend of tijdelijk) onmogelijk was. Voor ontbinding en vergoeding van schade is dan ook verzuim door een ingebrekestelling vereist.
5.7.
Verzuim treedt in wanneer een schuldenaar door middel van een schriftelijke aanmaning waarbij een redelijk termijn voor nakoming wordt gegeven in gebreke is gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft. [2] Anders geformuleerd: wanneer een schuldenaar een ondeugdelijke prestatie heeft geleverd die vatbaar is voor herstel, en wanneer van de schuldeiser kan worden gevergd dat hij de schuldenaar daartoe in de gelegenheid stelt, treedt verzuim pas in nadat de schuldeiser de schuldenaar de gelegenheid tot herstel heeft gegeven. [3] Een ingebrekestelling heeft de functie de schuldenaar nog een laatste termijn voor nakoming te geven en aldus nader te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk is zonder dat van een tekortkoming sprake is.
5.8.
Ter zitting en uit de stukken is voldoende komen vast te staan dat de producent van de machine naar aanleiding van klachten van Packito op 3 september 2021 en 26 februari 2022 langs is geweest om werkzaamheden aan de machine uit te voeren. Daarna heeft Packito in ieder geval niet schriftelijk aan Promohigh een termijn gegeven voor herstel van de gestelde gebreken aan de machine. Promohigh is dan ook niet schriftelijk in gebreke gesteld.
5.9.
Een ingebrekestelling is niet nodig wanneer een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen, tenzij blijkt dat de termijn een andere strekking heeft. [4] De tekortkoming van Promohigh bestaat er volgens Packito ook uit dat de machine te laat is geleverd; in dat kader beroept Packito zich op een fatale termijn. Volgens Packito is een leveringstermijn afgesproken van 75 werkdagen na het sluiten van de overeenkomst, wat wordt weersproken door Promohigh. Uit de omstandigheid dat na het verstrijken van deze gestelde fatale termijn de machine is geleverd en na installatie in gebruik is genomen en Packito zich daarbij niet op het standpunt heeft gesteld dat Promohigh in verzuim verkeerde en haar rechten op een schadevergoeding heeft voorbehouden, wordt afgeleid dat Packito deze termijn zelf niet als fatale termijn heeft opgevat. Nog daargelaten dat de termijn voldoende bepaald moet zijn om de strekking te hebben fataal te zijn en daarvan onvoldoende is gebleken.
5.10.
Verzuim kan verder intreden zonder ingebrekestelling als Packito uit een mededeling van Promohigh heeft moeten afleiden dat zij zal tekortschieten in de nakoming. [5] Dat Packito dit uit de houding of een mededeling van Promohigh heeft kunnen en mogen begrijpen, is niet aangevoerd of gebleken.
5.11.
Onder omstandigheden kan een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn of kan worden aangenomen dat op grond van de redelijkheid en billijkheid een ingebrekestelling achterwege kan blijven en de schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt. Daarvoor heeft Packito echter onvoldoende aangevoerd. Packito heeft alleen gezegd dat de uitgevoerde werkzaamheden aan de machine de gebreken niet heeft verholpen en dat zij daarover op 15 april 2022 en telefonisch heeft geklaagd, wat niet werd opgepakt door Promohigh of Devpak. Zij heeft echter geen omstandigheden aangevoerd waaruit moet worden afgeleid dat van haar in dit geval redelijkerwijs niet gevergd kon worden dat zij aan Promohigh eerst nog een ingebrekestelling zou versturen, om daarmee Promohigh nog een laatste termijn te gunnen voor nakoming zonder dat van een tekortkoming (en verzuim) sprake zou zijn.
5.12.
Een en ander leidt tot de conclusie dat Promohigh niet in verzuim is komen te verkeren, zodat de gevolgen van verzuim, zoals de mogelijkheid voor Packito om de overeenkomst te ontbinden en/of schadevergoeding te vorderen, niet zijn ingetreden. Of sprake is van gebreken aan de machine, of dit kan worden toegerekend aan Promohigh en of de door Packito begrote schade correct is, hoeft dan ook niet te worden beoordeeld. Dit brengt mee dat de gevorderde ontbinding en schadevergoeding van Packito zullen worden afgewezen en het beroep op opschorting niet slaagt.
5.13.
De door Packito als tegenvordering gevorderde verblijfskosten in het hotel worden ook afgewezen. De kosten vanaf de tweede hotelovernachting komen op grond van de door Packito (productie 1) overgelegde offerte voor rekening van de fabrikant Devpak. Een grondslag op grond waarvan deze kosten voor rekening van Promohigh komen ontbreekt.
5.14.
Gelet op het voorgaande is de gevorderde betaling van de factuur tot een bedrag van € 24.999,00 toewijsbaar. De wettelijke handelsrente daarover is zoals gevorderd toewijsbaar vanaf de dag na dagvaarden, zijnde 9 december 2022.
5.15.
De gevorderde beslagkosten komen ook voor toewijzing in aanmerking. Promohigh heeft onderbouwd dat de kosten van het beslagexploot € 142,86 bedragen. Dat bedrag zal worden toegewezen.
5.16.
De proceskosten komen voor rekening van Packito als de in het ongelijk gestelde partij, terwijl de proceskosten in de zaak van de tegenvordering wegens de nauwe samenhang tussen de vordering en de tegenvordering worden vastgesteld op nihil. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis. Promohigh vordert daarnaast veroordeling van Packito in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [6] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten – die worden begroot op
€ 132,00 en, als betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de explootkosten van betekening van het vonnis – een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Packito tot betaling aan Promohigh van € 24.999,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 9 december 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Packito tot betaling van de beslagkosten, die de kantonrechter aan de kant van Promohigh tot en met vandaag vaststelt op € 142,86.
6.3.
veroordeelt Packito tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Promohigh tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 103,33
griffierecht € 708,00
salaris gemachtigde € 1.824,00 ; (2 x € 529,00 + 1 x € 766,00 voor beslag)
te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.6.
wijst de vordering af;
6.7.
veroordeelt Packito tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Promohigh worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:265 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 6:74 lid 2 BW.
2.Artikel 6:82 lid 1 BW.
3.Hoge Raad 4 februari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4732.
4.Artikel 6:83, aanhef en onder a, BW.
5.Artikel 6:83 aanhef en onder c BW.
6.Zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.