ECLI:NL:RBNHO:2023:7992

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
10350442 \ WM VERZ 23-153
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 7 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingesteld. Tijdens de zitting was de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas van Appjection B.V., niet aanwezig, terwijl de vertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was en het standpunt handhaafde.

De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, correct was vastgesteld. De betrokkene had het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld, en de gemachtigde stelde dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar was omdat de beschikking niet per post was verzonden, maar digitaal beschikbaar was gesteld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte dit en verwees naar eerdere uitspraken van het gerechtshof, waarin werd vastgesteld dat digitale toezending aan geadresseerden die daarmee akkoord zijn gegaan, wettelijk is toegestaan.

De kantonrechter concludeerde dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en dat de betrokkene niet tijdig had gereageerd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af, omdat het beroep ongegrond was verklaard. De uitspraak werd openbaar gedaan door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en er werd op gewezen dat hoger beroep mogelijk is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10350442 \ WM VERZ 23-153
CJIB-nummer : 250890682
Uitspraakdatum : 4 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : mr. M. Lagas, Appjection B.V. te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 7 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
2.2.
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie naar het oordeel van de officier van justitie te laat ingesteld.
2.3.
De gemachtigde van betrokkene stelt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is omdat de termijn, met verwijzing naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 22 juli 2019 [1] , nooit is aangevangen nu de beschikking niet per post aan betrokkene is verzonden maar op digitale wijze beschikbaar is gemaakt.
2.4.
Onder verwijzing naar het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 23 november 2022 [2] , waarin is bepaald dat er geen wettelijke belemmeringen zijn voor digitale toezending aan geadresseerde die heeft aangegeven langs die weg bereikbaar te zijn, stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie ter zitting dat in onderhavige zaak kan worden vastgesteld dat de boete op de juiste wijze aan de betrokkene is toegezonden.
2.5.
De kantonrechter overweegt dat volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken is. Het beroep is door betrokkene ingesteld op 20 september 2022, terwijl dat beroep uiterlijk op 2 september 2022 ontvangen had moeten zijn. Gesteld noch gebleken is dat betrokkene kenbaar heeft gemaakt dat zij inleidende beschikkingen niet via digitale wijze wenst te ontvangen of niet voldoende via de digitale weg bereikbaar is. De boete is dus op juiste wijze aan de betrokkene verzonden. Niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene Wet Bestuursrecht. De officier van justitie heeft het beroep van betrokkene bij de officier dus terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.6.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 juli 2019, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2019:5956.
2.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 december 2022, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2022:10093.