Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
ATS GLOBAL B.V.,
2.
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR APPLIED TECH SYSTEMS,
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
bonus of andere verplichtingen van de werkgever uit voorgaande jaren”. Daarnaast is in deze overeenkomst in artikel 19 bepaald dat [verzoeker] bij voortijdige beëindiging van de overeenkomst (kort gezegd) op initiatief van de werkgever recht heeft op een vergoeding van één bruto maandsalaris per gewerkt dienstjaar, met een maximum van één bruto jaarsalaris inclusief vakantiegeld, tantième en overige emolumenten.
I am pleased to confirm an extension of your current role as CEO and Director of ATS Global BV until 1 April 2022 when your current employment agreement will end. We have agreed with Rabo Corporate Investments that you will be appointed a non-executive supervisory board member from 1 April 2022 on appropriate terms and conditions.
(…) Het zat in ons plan.Geen idee wat ik ga doen maar dat zal niet zo’n probleem zijn. Ik verveel niet gauw. En ik zie wel wat erop mijn weg komt.
“Further after my departure from the CEO role the relationship between you(Rb: gedoeld wordt op [betrokkene 1])
and the MT is the responsibility of [betrokkene 2] and I see no role for me in this and neither I want it. (…) Based on the above considerations an my personal believe that I only want to be in a role where I can add value (…) my current position is that I don’t see a clear role for me after 1st April with ATS.
thanks [verzoeker](Rb: [verzoeker])
for his service to the company and also guiding the company through difficult times due to Covid. We will miss [verzoeker] dearly!”
“End of employment agreement on 31 March 2022 with Euro 60.000,00 gross bonus payment and automatic sale of depositary receipts conforming to the Foundation administration rules,
End of employment agreement 31 March 2026 with Euro 15.000,00 annual remuneration in an advisory role from 1 April 2022. Current and future remuneration without bonus. Sale of depositary receipts can then be completed at any time in accordance with the Foundation administration rules with automatic sale on 31 March 2026 if not sold prior to this date.”
Lunch voor mijn afscheid”, aan zijn assistente welke collega’s daarvoor uitgenodigd moesten worden.
Apparently it is necessary to remind you of the events that have led to our agreement that you will leave the company on April 1, 2022. Initially when we discussed you appointment you made it clear that you wanted to stop working when you were 63. Then, in order to ensure a smooth CEO transition we agreed you would stay for another 2 years and we confirmed this in a jointly signed letter, which also clearly refers to your employment agreement coming to an end on 1 April 2022. We have subsequently taken all the relevant steps together to ensure a smooth transition and to prepare the company for your departure per April 1 2022. At no time have you ever indicated that you wished to continue in a different function. In fact you have both publicly and privately declared you will be leaving and this is your own decision. (…)
Farewell call Dan”, “
Uitzwaai call met Rob” en “
before we loose contact”. Ook deelde [verzoeker] zijn persoonlijke contactgegevens met diverse relaties.
Congratulations [verzoeker] on an outstanding career. Wishing you the best for your retirement!”,“
Dear [verzoeker]. Wishing you all the best for your retirement!”en “
Ik wens een heel fijn pensioen toe!”
4.Het verzoek en verweer
vermeerderd met de wettelijke rente over bovengenoemde bedragen.
5.De beoordeling
Your annual bonus will be the higher of 5% of the net profits (original agreement) or 5% of the change in goodwill amortisation from the base line agreed of Euro 2.039.137’.[verzoeker] grondt de vorderingen tot nabetaling van de bonusbedragen over de jaren 2019 en 2021 op deze bepaling. Volgens [verzoeker] volgt uit de overgelegde jaarcijfers van 2019 een goodwill-afschrijving van
die zich in gelijke omstandighedenbevinden. Daarvan is geen sprake. De A-certificaathouders en de B-certificaathouders bevinden zich niet in gelijke omstandigheden, omdat het moment van aankoop van de certificaten verschillend is. In artikel 1.1 van de administratievoorwaarden 2021 is immers bepaald dat de bestaande certificaten die tot 31 december 2020 werden uitgegeven (per 1 januari 2021) worden gedefinieerd als A-certificaten waarvoor de oude waarderingsmethode (Fair Valuation A) blijft gelden en dat alle certificaten die na 1 januari 2021 zijn uitgegeven, B-certificaten zijn die aan de hand van de ‘Fair Valuation B’ methode worden gewaardeerd. Alle certificaathouders in dezelfde klasse worden op deze manier op eenzelfde wijze behandeld en bovendien worden de voorwaarden waarmee de bestaande certificaathouders op het moment van aankoop hebben ingestemd gerespecteerd. Ook [verzoeker] is bij de aankoop van zijn certificaten (in 2011, 2015 en 2016) steeds (uitdrukkelijk) akkoord gegaan met de administratievoorwaarden van de STAK en de waarderingsmethode die van toepassing was op zijn certificaten. De formule opgenomen in de definitie ‘Fair Valuation A’ was zowel bij de aankoop van de certificaten door [verzoeker] als bij de aanbiedingsplicht van toepassing en is tussentijds niet gewijzigd. ATS en de STAK hebben de afspraken die met [verzoeker] zijn gemaakt over zijn participatie via certificaten van aandelen conform de inhoud van die afspraken uitgevoerd, zodat hen geen verwijt treft. De rechtbank wijst de vordering van [verzoeker] tot betaling door de STAK, en/of ATS tot € 484.500,00 daarom af.