In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 juli 2023 een hernieuwde beslissing genomen over het verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, na een eerdere vernietiging door de Hoge Raad. De Hoge Raad had geoordeeld dat de medische verklaring, die was opgesteld via beeldbellen, niet voldeed aan de vereisten. De rechtbank moest beoordelen of er op het moment van de eerdere beschikking voldoende grond was voor de voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank concludeerde dat de psychiater de betrokkene in fysieke aanwezigheid had moeten onderzoeken, tenzij er bijzondere omstandigheden waren die dit onmogelijk maakten. De psychiater erkende dat er op de betreffende datum geen dergelijke omstandigheden waren. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat cassatie open tegen deze beschikking.