ECLI:NL:RBNHO:2023:6183

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
10282632
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren en verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak verzoekt de werkgever, Keukenloods I B.V., om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, [verweerder]. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat de arbeidsverhouding tussen partijen duurzaam en onherstelbaar is verstoord. De werkgever wordt veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, naast de transitievergoeding van € 4.350,00 bruto, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat Keukenloods niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van disfunctioneren van de werknemer en dat er geen serieuze gelegenheid tot verbetering is geboden. De kantonrechter concludeert dat de werkgever in gebreke is gebleven in haar verplichtingen en dat de werknemer ten onrechte is geconfronteerd met een ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 mei 2023, en de kantonrechter wijst de proceskosten toe aan de werkgever, omdat deze overwegend ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./repnr.: 10282632 \ AO VERZ 23-1
Uitspraakdatum: 15 maart 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Keukenloods I B.V.
gevestigd te [vestigingsplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: Keukenloods
gemachtigde: mr. W. Hovingh
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. C. Buitelaar
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt een werkgever om ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst dat verzoek toe, omdat de arbeidsverhouding tussen partijen duurzaam en onherstelbaar is verstoord. De werkgever wordt veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding, naast de transitievergoeding, omdat de ontbinding naar het oordeel van de kantonrechter het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.

1.Het procesverloop

1.1.
Keukenloods heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend.
1.2.
Op 15 februari 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Keukenloods heeft ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft Keukenloods met een brief van 10 februari 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Keukenloods is een onderneming die zich bezighoudt met de verkoop van keukens en keukenapparatuur.
2.2.
[verweerder] , geboren [geboortedatum] , is sinds 1 oktober 2018 in dienst bij Keukenloods. De functie van [verweerder] is verkoper apparatuur met een salaris van € 2.564,76 bruto per maand.
2.3.
Op 27 oktober 2021 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en zijn leidinggevenden, [naam leidinggevende 1] en [leidinggevende 2] , over het functioneren van [verweerder] . Van dat gesprek heeft Keukenloods geen verslag gemaakt.
2.4.
[verweerder] heeft in een brief van 28 oktober 2021 gereageerd op het gesprek en opgemerkt dat hij zich niet herkent in de punten van kritiek van de kant van Keukenloods. Verder heeft [verweerder] erop gewezen dat de kritiek niet is aangetoond en niet is onderbouwd, dat hij op de meeste punten geen invloed heeft en dat hij daarom niet inziet hoe hij zich zou kunnen verbeteren. Daarop is door Keukenloods geen (schriftelijke) reactie gegeven.
2.5.
Met een brief van 22 september 2022 heeft Keukenloods [verweerder] uitgenodigd voor een gesprek over zijn functioneren. Daarbij is vermeld dat er al eerder gesprekken zijn geweest over de omgang met klanten en de samenwerking met collega’s. In een e-mail van 23 september 2022 heeft [verweerder] in reactie daarop gesteld dat er na 27 oktober 2021 geen gesprekken meer zijn geweest over zijn functioneren, dat klanten en collega’s aangeven dat zij prettig met hem samenwerken en dat hij daarom niet zou weten welke stappen moeten worden gezet ter verbetering. Verder heeft [verweerder] gevraagd om een nadere onderbouwing van de kritiek en opgemerkt dat hij te allen tijde openstaat voor verbetering.
2.6.
In een verslag van een gesprek van 28 september 2022 staat onder meer dat is besproken dat [verweerder] stelt zich te formeel opstelt ten aanzien van collega’s, de organisatie en klanten, dat hij vrouwonvriendelijke opmerkingen naar een collega plaatst en dat zijn verkoopresultaten ongeveer 25-30% achterblijven bij die van collega’s. In het verslag staat ook dat Keukenloods inschat dat een verbetertraject niet succesvol afgerond zal kunnen worden door [verweerder] , omdat hij steeds in verweer gaat en niet onderzoekt waar hij zich zou kunnen verbeteren. Uit het verslag blijkt dat Keukenloods om die reden ook heeft gevraagd of [verweerder] met een vaststellingsovereenkomst uit elkaar zou willen gaan.
2.7.
[verweerder] heeft met een e-mail van 29 september 2022 gereageerd op het hiervoor genoemde verslag. Daarbij is door [verweerder] opgemerkt dat hij openstaat voor verbetering, maar dat hij meent dat Keukenloods niet heeft aangetoond dat verbetering nodig is. [verweerder] heeft daarbij herhaald dat uit niets blijkt dat er klachten zijn van klanten en collega’s, en dat een mindere omzet niet aan hem te wijten kan zijn.
2.8.
Op 18 oktober 2022 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden tussen Keukenloods en [verweerder] , waarbij namens Keukenloods naast [leidinggevende 2] ook [naam HR manager] HR Manager, aanwezig was. In dat gesprek heeft Keukenloods aan de orde gesteld dat de omzet en marge van [verweerder] 25%, respectievelijk 2% lager is dan van collega’s, dat hij er onverzorgd bijloopt, dat hij klanten niet actief opzoekt en te weinig initiatief neemt, dat hij
“te correct en formeel”naar klanten is, een negatieve houding heeft en eerder aangegeven verbeterpunten niet heeft opgepakt.
2.9.
In een verbeterplan van 18 oktober 2022 zijn door Keukenloods vijf concrete verbeterpunten geformuleerd ten aanzien van het verhogen van omzet, verzorgd op het werk komen, klantcontact, reactie naar klanten, en het afzien van negatieve uitlatingen over de organisatie en collega’s. In het verbeterplan staat dat het verbetertraject 18 oktober 2022 zal starten en ongeveer zes maanden zal duren.
2.10.
[verweerder] heeft het verbeterplan geaccepteerd met een e-mail van 24 oktober 2022, maar daarbij wel gevraagd om een nadere onderbouwing en berekening ten aanzien van zijn omzet en marge.
2.11.
Op 29 november 2022 heeft een eerste evaluatiegesprek plaatsgevonden. In een verslag daarvan wordt door Keukenloods gesteld dat de verzorging en het contact verbeterd is, maar dat er nog veel punten niet goed gaan, met name het nemen van initiatief, het benaderen van klanten, de samenwerking met collega’s, het innemen van een actieve rol, het verhogen van omzet en marge, en verkooptechnieken.
2.12.
[verweerder] heeft in een e-mail van 2 december 2022 gereageerd op het verslag van het evaluatiegesprek en een klacht ingediend, gericht tegen [leidinggevende 2] , [naam leidinggevende 1] en een collega-coach. Wat betreft de klacht heeft [verweerder] gesteld dat hij stelselmatig wordt gepest en geïntimideerd op de werkvloer, uitgescholden en uitgelachen, dat hem voortdurend wordt opgedragen zware tilwerkzaamheden te verrichten, en dat het werken hem onmogelijk wordt gemaakt. Verder heeft [verweerder] de verwijten genoemd in het verslag betwist. Daarnaast heeft [verweerder] gevraagd om een onafhankelijke begeleider en bemiddelaar.
2.13.
Met een brief van 12 december 2022 heeft Keukenloods [verweerder] vrijgesteld van zijn werk.
2.14.
Turksema heeft onderzoek gedaan naar de klacht van [verweerder] . In een verslag van het onderzoek heeft Turksema geconcludeerd dat er geen sprake is van stelselmatig pesten, ongelijke behandeling of grensoverschrijdend gedrag.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
Keukenloods verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden vanwege – kort gezegd – disfunctioneren dan wel een verstoorde arbeidsverhouding of een combinatie van omstandigheden. Volgens Keukenloods kan redelijkerwijs niet meer van haar gevergd worden om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarbij heeft Keukenloods erop gewezen dat het functioneren van [verweerder] al langer ter discussie staat, maar dat er ondanks een verbetertraject geen vooruitgang in het functioneren is bereikt. In de visie van Keukenloods legt [verweerder] de functioneringsproblemen steeds terug in de organisatie en blijkt hij niet in staat tot verbetering. Daarnaast constateert Keukenloods dat [verweerder] er blijkt van geeft dat hij geen vertrouwen meer heeft in de leiding van de onderneming en dat is wat Keukenloods betreft inmiddels wederzijds. Terugkeer van [verweerder] zal volgens Keukenloods onherroepelijk leiden tot een onwerkbare en onhoudbare situatie.
3.2.
[verweerder] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe is – samengevat – aangevoerd dat niet is gebleken van disfunctioneren van [verweerder] , dat de kritiekpunten niet zijn onderbouwd en dat geen sprake is geweest van een reëel en serieus verbetertraject. Volgens [verweerder] is er ook geen grond voor ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding, omdat hij tot aan de vrijstelling van werk op 12 december 2022 gewoon kon doorwerken. [verweerder] meent dat het indienen van de klacht door hem niet tot een onherstelbare verstoring van de arbeidsverhouding kan en mag leiden. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om toekenning van een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, waarbij [verweerder] stelt dat Keukenloods ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook wordt als tegenverzoek gevorderd dat Keukenloods wordt veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 4.350,00 bruto.

4.De beoordeling

het verzoek

4.1.
Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
4.2.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. [1] Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer niet mogelijk is of niet in de rede ligt. [2]
4.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor ontbinding. Daarover wordt het volgende overwogen.
4.4.
Onder een redelijke grond wordt onder meer verstaan een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. [3]
4.5.
De kantonrechter komt op basis van de stukken en wat op de zitting is besproken tot de conclusie dat de arbeidsverhouding tussen partijen duurzaam en onherstelbaar is verstoord. Partijen maken elkaar over en weer in toenemende mate forse verwijten. Keukenloods wil onder geen beding meer verder met [verweerder] en stelt dat [verweerder] zich volledig buitenspel heeft gezet. [verweerder] vindt op zijn beurt dat hij door Keukenloods wordt gepest en geïntimideerd, en dat het werken hem onmogelijk wordt gemaakt. Gelet daarop is voor de kantonrechter duidelijk dat partijen over en weer ieder vertrouwen in een verdere samenwerking hebben verloren. Onder die omstandigheden ziet de kantonrechter niet in dat de arbeidsrelatie nog kan worden voortgezet.
4.6.
Dat de verstoring van de arbeidsverhouding is te wijten aan Keukenloods, zoals [verweerder] stelt, staat niet in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [4]
4.7.
[verweerder] heeft erkend dat herplaatsing binnen een redelijke termijn niet mogelijk is, gelet op de omvang van de organisatie van Keukenloods.
4.8.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Keukenloods zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus zal worden ontbonden. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden bepaald op 1 mei 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd. De duur van deze procedure zal daarbij niet in mindering worden gebracht, omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Keukenloods, zoals hierna nog wordt toegelicht. [5]
4.9.
De kantonrechter ziet aanleiding om aan [verweerder] een billijke vergoeding toe te kennen. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. [6]
4.10.
Van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever is alleen sprake in uitzonderlijke gevallen. [7] Dat kan zich onder andere voordoen als sprake is van een ernstige, grove schending door een werkgever van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat. [8]
4.11.
Bij de beoordeling of de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. [9]
4.12.
In dit geval is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Keukenloods. Daarbij neemt de kantonrechter het volgende in aanmerking.
4.13.
De problemen tussen partijen zijn begonnen met eerdergenoemd gesprek op 27 oktober 2021 over het functioneren van [verweerder] . [verweerder] heeft in zijn brief van 28 oktober 2021 daarop gereageerd en opgemerkt dat hij zich niet herkent in de kritiek, dat die kritiek niet is aangetoond en niet is onderbouwd, dat hij op de meeste punten geen invloed heeft en hij daarom niet inziet hoe hij zich zou kunnen verbeteren.
4.14.
Keukenloods heeft geen verslag gemaakt van het gesprek van 27 oktober 2021, heeft destijds geen duidelijk verbetertraject geformuleerd, heeft niet gereageerd op de brief van [verweerder] van 28 oktober 2021 en heeft haar kritiek niet nader aangetoond of onderbouwd. Op de concrete vraag van [verweerder] aan Keukenloods om klachten van klanten te laten zien en gegevens waaruit de gestelde lage omzet van [verweerder] blijkt, is Keukenloods ook niet ingegaan, althans niet kenbaar. Dit valt Keukenloods te verwijten.
4.15.
Keukenloods heeft gesteld dat zij over het algemeen geen formele functionerings- en/of beoordelingsgesprekken voert en dat feedback op het functioneren veelal ad hoc en mondeling plaats. Maar daar waar Keukenloods in dit geval [verweerder] confronteert met serieuze punten van kritiek en [verweerder] daarop gemotiveerd reageert, had het op haar weg gelegen een gesprekverslag te maken, te reageren op de brief van [verweerder] van 28 oktober 2021 en haar kritiek te onderbouwen. Dat heeft Keukenloods ten onrechte nagelaten.
4.16.
Keukenloods heeft gesteld dat zij na 27 oktober 2021 regelmatig gesprekken heeft gehad met [verweerder] over het functioneren, maar dat is door [verweerder] betwist. Uit de stukken blijkt ook niet van enig gesprek tussen 27 oktober 2021 en 28 september 2022, en evenmin wat daarbij dan zou zijn besproken.
4.17.
In een gesprek van 28 september 2022 heeft Keukenloods het functioneren van [verweerder] besproken, waarbij is gesteld dat [verweerder] zich te formeel opstelt, dat hij vrouwonvriendelijke opmerkingen maakt en dat zijn verkoopresultaten ongeveer 25-30% achterblijven bij die van collega’s. [verweerder] heeft in zijn e-mail van 29 september 2022 de kritiek betwist en opnieuw gevraagd om onderbouwing daarvan. En ook nu is Keukenloods daarop niet ingegaan. Keukenloods heeft de gestelde vrouwonvriendelijke opmerkingen niet onderbouwd, zij heeft geen klachten van klanten of collega’s kunnen tonen, en zij heeft geen gegevens overgelegd over de verkoopresultaten en omzet. Ook dit valt Keukenloods te verwijten.
4.18.
Keukenloods stelt dat [verweerder] steeds in verweer gaat en niet onderzoekt waar hij zich zou kunnen verbeteren, maar het was in de eerste plaats aan Keukenloods om haar kritiek te motiveren en onderbouwen, zeker nu [verweerder] daar bij herhaling om heeft gevraagd.
4.19.
Op 18 oktober 2022 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden en is een verbeterplan opgesteld. Daarbij zijn vijf verbeterpunten geformuleerd ten aanzien van het verhogen van omzet, verzorgd op het werk komen, klantcontact, reactie naar klanten, en het afzien van negatieve uitlatingen over de organisatie en collega’s. Voor een deel zijn dat nieuwe punten van kritiek, die Keukenloods niet eerder had genoemd. [verweerder] heeft het verbeterplan geaccepteerd met zijn e-mail van 24 oktober 2022, maar ook gevraagd om een nadere onderbouwing en berekening ten aanzien van zijn omzet en marge. Die nadere onderbouwing heeft Keukenloods weer niet gegeven. Het is in strijd met goed werkgeverschap dat Keukenloods bij herhaling haar kritiek niet onderbouwt, ondanks verzoeken daartoe, maar in plaats daarvan met nieuwe kritiekpunten komt die niet eerder met [verweerder] zijn besproken.
4.20.
Ook in deze procedure heeft Keukenloods eerdergenoemde punten van kritiek niet onderbouwd. Er zijn geen omzetgegevens overgelegd, geen gegevens over marges, en geen klachten van collega’s of klanten.
4.21.
Bovendien blijkt uit de door Keukenloods overgelegde gegevens over de targets voor een bonus en de toelichting op de zitting dat [verweerder] een bonus heeft ontvangen op basis van een gerealiseerde omzet die bovengemiddeld is. Uit die gegevens en toelichting blijkt immers dat een bonus wordt toegekend op basis van een bedrag aan omzet tussen
€ 500.000,00 en € 1.100.000,00, en dat aan [verweerder] een bonus is toegekend van
€ 1.750,00, behorende bij een bedrag aan omzet tussen € 800.000,00 en € 900.000,00.
4.22.
Uit het voorgaande volgt ook dat Keukenloods het gestelde disfunctioneren in deze procedure niet deugdelijk heeft onderbouwd en onvoldoende aannemelijk heeft weten te maken.
4.23.
Verder geldt dat een werkgever, gelet op de ingrijpende gevolgen die een ontbinding op grond van disfunctioneren voor een werknemer kan hebben, aan een werknemer serieus en reëel gelegenheid tot verbetering moet hebben geboden. [10]
4.24.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Keukenloods ook nagelaten om aan [verweerder] die serieuze en reële gelegenheid tot verbetering te geven.
4.25.
In het verslag van eerdergenoemd gesprek van 28 september 2022 staat dat Keukenloods inschat dat een verbetertraject niet succesvol afgerond zal kunnen worden door [verweerder] , waarbij [verweerder] ook wordt gevraagd of hij ermee kan instemmen dat partijen uit elkaar gaan. Door het bij voorbaat uitspreken van de inschatting dat een verbetertraject niet succesvol zal zijn, wordt ernstig afbreuk gedaan aan het geven van een serieuze en reële gelegenheid tot verbetering. Hetzelfde geldt voor het bij herhaling weigeren om de kritiek nader te motiveren en te onderbouwen, en het gaandeweg het verbetertraject benoemen van nieuwe en andere punten van kritiek.
4.26.
Verder moet worden vastgesteld dat Keukenloods in het verbeterplan van 18 oktober 2022 een verbetertraject van ongeveer zes maanden heeft vermeld, maar dit traject voortijdig heeft afgebroken door de vrijstelling van werk per 12 december 2022. Naar de kantonrechter begrijpt, is Keukenloods hiertoe overgegaan naar aanleiding van de klacht van [verweerder] op 2 december 2022. Maar Keukenloods heeft, anders dan een onderzoek naar de klacht, niets gedaan om de verhoudingen tussen partijen te herstellen, ondanks een verzoek van [verweerder] om een onafhankelijke begeleider of bemiddelaar in te schakelen. Van Keukenloods had als goed werkgever echter wel gevergd kunnen worden om daarin concrete en nadere actie te ondernemen, en niet te volstaan met een vrijstelling van werk en staking van het verbetertraject.
4.27.
Naar het oordeel van de kantonrechter is ook het onderzoek naar de klacht van [verweerder] gebrekkig geweest. [verweerder] heeft een duidelijke, feitelijke en concrete klacht geformuleerd over de bejegening door zijn leidinggevenden en een collega-coach, maar Keukenloods heeft vervolgens volstaan met een onderzoek dat is gedaan door een andere leidinggevende, waarbij in feite alleen de betrokken leidinggevenden en de collega-coach zijn gehoord jegens wie de klacht is ingediend. Met andere collega’s is slechts
“in de wandelgangen”gesproken. Kennelijk ontbreekt bij Keukenloods ook een duidelijke klachtprocedure of klachtregeling, blijkt uit het onderzoek onvoldoende van een waarborg voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid daarvan, en is niet duidelijk waarom is gekozen voor een intern in plaats van een extern onderzoek.
4.28.
Overigens blijkt uit het verslag van het onderzoek naar de klacht dat [verweerder] inderdaad vaker dan anderen werd opgedragen om zware tilwerkzaamheden te verrichten. Verder heeft [verweerder] op de zitting getoond welke handgebaren er jegens hem zijn gemaakt door leidinggevenden en dat is op de zitting niet weersproken. Dergelijke gebaren moeten als onfatsoenlijk en onaanvaardbaar gedrag worden aangemerkt.
4.29.
De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden leiden, in onderling verband en samenhang, tot de conclusie dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Keukenloods. Daarbij komt het er samengevat op neer dat Keukenloods zonder deugdelijke grond en onderbouwing heeft gesteld dat sprake is van disfunctioneren van [verweerder] , niet is ingegaan op herhaalde verzoeken van [verweerder] om onderbouwing daarvan en dat ook in deze procedure heeft nagelaten, geen serieus en reëel verbetertraject heeft geboden, in feite direct heeft aangestuurd op een beëindiging van het dienstverband, en onvoldoende heeft gedaan om de daardoor ontstane verstoring van de arbeidsverhouding te herstellen.
4.30.
De kantonrechter moet bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding rekening houden met alle omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. [11] Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van de ontbinding kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
4.31.
De kantonrechter gaat ervan uit dat de arbeidsovereenkomst in ieder geval nog ten minste een jaar had kunnen voortduren, indien het ernstig verwijtbaar handelen van Keukenloods achterwege was gebleven. Verder neemt de kantonrechter in aanmerking dat [verweerder] in de huidige arbeidsmarkt wel in staat zal zijn om binnen die termijn een andere baan te vinden, zij het tegen een lager salaris, en zo nodig aanspraak zal kunnen maken op een WW-uitkering. Daarvan uitgaande moet de inkomensschade van [verweerder] worden geschat op ongeveer € 10.000,00 bruto. Naast de inkomensschade kan bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding ook een immateriële component en het hiervoor genoemde doel van de billijke vergoeding worden betrokken. Daarvan uitgaande is toekenning van een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, zoals door [verweerder] verzocht, in ieder geval gerechtvaardigd.
4.32.
Gelet op de hoogte van de hierna te noemen transitievergoeding ziet de kantonrechter geen aanleiding om die vergoeding in mindering te brengen op de billijke vergoeding, ook omdat kan worden aangenomen dat de transitievergoeding in dit geval vooral nodig zal zijn om [verweerder] in staat te stellen ander werk te vinden.
4.33.
Keukenloods zal dus worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van
€ 10.000,00 bruto. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf 1 juni 2023.
4.34.
Keukenloods zal in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken, binnen de hierna genoemde termijn, omdat aan de ontbinding een billijke vergoeding wordt verbonden. [12]
4.35.
De proceskosten komen voor rekening van Keukenloods, omdat zij overwegend ongelijk krijgt en omdat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Keukenloods.
tegenverzoek
4.36.
Het verzoek van [verweerder] om Keukenloods te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding van € 4.350,00 bruto wordt toegewezen, omdat partijen het erover eens zijn dat [verweerder] recht heeft op een transitievergoeding en het ook eens zijn over de hoogte daarvan.
4.37.
De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding zal worden toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 juni 2023. [13]
4.38.
De proceskosten komen ook hier voor rekening van Keukenloods, maar zullen worden vastgesteld op nihil, vanwege de samenhang met het verzoek van Keukenloods.

5.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
5.1.
bepaalt dat de termijn, waarbinnen Keukenloods het verzoek kan intrekken (door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffier, met toezending van een kopie daarvan aan de (gemachtigde van de) wederpartij), zal lopen tot en met 31 maart 2023;
Voor het geval Keukenloods het verzoek niet binnen die termijn intrekt:
5.2.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 mei 2023;
5.3.
veroordeelt Keukenloods om aan [verweerder] een billijke vergoeding te betalen van
€ 10.000,00 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.4.
veroordeelt Keukenloods tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op € 793,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerder] ;
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Voor het geval Keukenloods het verzoek binnen die termijn intrekt:
5.6.
veroordeelt Keukenloods tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op € 793,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerder]
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
het tegenverzoek
5.8.
veroordeelt Keukenloods, voor het geval het verzoek niet wordt ingetrokken, om aan [verweerder] een transitievergoeding te betalen van € 4.350,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 juni 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.9.
veroordeelt Keukenloods tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verweerder] tot en met vandaag vaststelt op nihil;
5.10.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:671b lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Artikel 7:669 lid 1 BW.
3.Artikel 7:669 lid 3, onder g, BW.
4.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 16 februari 2018, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2018:220 (
5.Artikel 7:671b lid 9, onder a, BW.
6.Artikel 7:671b lid 9, onder c, BW.
7.Zie de uitspraken van de Hoge Raad van 8 februari 2019 (
8.Zie
9.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 21 januari 2022, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2022:63 (
10.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 14 juni 2019, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2019:933 (
11.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 9 juni 2018, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, met nummer ECLI:NL:HR:2018:878 (
12.Artikel 7:686a lid 6 BW.
13.Artikel 7:686a lid 1 BW.