In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een vrijwaringsprocedure tussen de Haarlemse Kegel Bond (HKB) en haar voormalige bestuurders, [gedaagde1] en [gedaagde2]. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een eerdere veroordeling van HKB tot betaling van saneringskosten aan HBB Vastgoed B.V. wegens asbestverontreiniging in een pand dat HKB had verkocht. HKB had bij de verkoop gegarandeerd dat het pand vrij was van asbest, maar later bleek dat deze garantie niet kon worden nageleefd. HKB heeft de gedaagden in vrijwaring opgeroepen, stellende dat zij onrechtmatig hadden gehandeld door de overeenkomst te ondertekenen zonder de aanwezigheid van asbest te melden.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel de gedaagden risico's hadden genomen, hen geen ernstig verwijt kon worden gemaakt. De rechtbank concludeerde dat de gedaagden niet onbehoorlijk hadden gehandeld in hun rol als bestuurders van HKB. De vordering van HKB werd afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat HKB verantwoordelijk was voor de gemaakte kosten, aangezien zij de schikking met HBB had getroffen zonder overleg met de gedaagden. De rechtbank benadrukte dat de bestuurders niet aansprakelijk konden worden gesteld voor de gevolgen van de schikking die HKB had getroffen, en dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de amateuristische aard van de vereniging, in hun voordeel werkten.