In deze civiele procedure vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) betaling van een bedrag van € 855,00 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering betreft een achterstand in de betaling van premie- en eigen risico-bedragen over de maanden november 2021 en januari tot en met april 2022. Zilveren Kruis heeft herhaaldelijk aanmaningen gestuurd, maar de gedaagde heeft slechts een deel van het verschuldigde bedrag voldaan, namelijk € 425,03. De gedaagde betwist de vordering gedeeltelijk en stelt dat er een betalingsregeling was getroffen, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat Zilveren Kruis de vordering gemotiveerd heeft weerlegd. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde in gebreke is gebleven en dat de vordering van Zilveren Kruis toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de vordering toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 11 januari 2023 door mr. W. Aardenburg in aanwezigheid van de griffier.