Relevante regelgeving
12. De relevante bepalingen voor de indeling van goederen in de GN (indelingsregels) zijn:
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen de navolgende regels.
2a. De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat, voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed vertoont. Deze vermelding heeft eveneens betrekking op een compleet of een afgewerkt goed of een goed op grond van de voorgaande volzin als zodanig aan te merken goed, indien het wordt aangeboden in gedemonteerde of in niet-gemonteerde staat.
(…)
3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2b, of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt: a) de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft; b) mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde 3a, worden ingedeeld naar de stof of naar het goed, waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijke karakter ontlenen, indien dat kan worden bepaald;
c) in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3a en 3b niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.
(…)
6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede „mutatis mutandis” de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”
13. Aantekening 3 op afdeling XVI (Hoofdstuk 84 – 85): luidde ten tijde van de invoer als volgt:
“Voor zover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.”
14. Aantekening 4 op afdeling XVI (Hoofdstuk 84 – 85):
“Indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, wordt het geheel ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.”
15. De onderverdeling van GN-post 8525 luidde, voor zover van belang, als volgt:
“8525 Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd
ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid;
televisiecamera's, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen 8525 80 - televisiecamera's, digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen
- - televisiecamera’s
8525 80 19 - - - andere
8525 80 19 90 - - - - andere”
16. De onderverdeling van GN-post 8528 luidde, voor zover van belang, als volgt:
“8528 Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie;
ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor
radio-omroep of toestel voor het opnemen of weergeven van geluid of van beelden
- monitors werkend met een kathodestraalbuis
8528 49 00 - andere monitors
8528 52 - - geschikt om direct te worden aangesloten op en ontworpen zijn om te worden
gebruikt met een automatische gegevensverwerkende machine van post 8471
8528 52 91 - - - andere
8528 52 91 00 - - - - met lcd-beeldscherm
8528 59 - - andere
8528 59 00 90 - - - andere”
17. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2016/1761 van 28 september 2016 luidt als volgt:
“Een op batterijen werkend toestel (een zogenoemde „inspectiecamera”), bestaande uit:
- een besturingsgedeelte voorzien van een joystick, een registreerinrichting, een sleuf voor geheugenkaarten en een lcd-scherm met een schermdiagonaal van ongeveer 9 cm (3,5 inch);
- een flexibele elektrische kabel met een lengte van 3 m en een diameter van ongeveer 7 mm;
Het toestel is ontworpen om hoofdzakelijk te worden gebruikt voor technische inspecties van holle ruimten. Het kan videobeelden opnemen en vastleggen. De filmbeelden kunnen realtime worden bekeken.
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 4 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 91.
Indeling onder post 9031 als meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines is uitgesloten, omdat het doel van het toestel niet het verifiëren of meten van holle ruimten is, maar het opnemen van beelden en het omzetten ervan in een als videobeeld vastgelegd elektrisch signaal (zie ook de GS-toelichtingen op post 8525 ).
Het toestel bestaat uit individuele elementen die onderling zijn verbonden en zijn bestemd om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een van de posten van hoofdstuk 84 of 85. Gezien de objectieve kenmerken van het toestel is de functie ervan videobeelden opnemen en vastleggen. Indeling als monitor onder post 8528 is daarom uitgesloten.
Het moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 91 als videocamera-opnametoestellen enkel voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid.”
18. Verordening (EG) nr. 476/2009 van 5 juni 2009 luidt als volgt:
“Een systeem bestaande uit de volgende componenten:
- een op een onderwatervaartuig (een zogenaamd „op afstand bediend vaartuig (Remote Operated Vehicle — ROV)”) gemonteerde hogeresolutie-televisiecamera,
- een besturingsapparaat met beeldscherm voor de afstandsbediening van het vaartuig en van de camera, bijvoorbeeld door middel van een joystick, en de weergave van de beelden die door de camera worden opgenomen,
De eerste component weegt ongeveer 3,6 kg. Het totale gewicht van het systeem bedraagt ongeveer 32 kg.
Het systeem wordt gebruikt voor werkzaamheden onder water voor de opname van beelden en de overdracht daarvan per kabel naar het beeldscherm op het besturingsapparaat. Het toestel kan werken tot op een diepte van ongeveer 90 m.
Indeling overeenkomstig de algemene regels 1, 3 b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 4 op afdeling XVI en de tekst van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 19.
Het wezenlijke karakter van de component die bestaat uit een op een onderwatervaartuig gemonteerde televisiecamera (van GN-code 8525 80 19) wordt verleend door de camera en niet door het vaartuig, dat enkel dient om de camera over een beperkte afstand te vervoeren.
Als gevolg daarvan moet deze component, indien afzonderlijk aangeboden, worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 19.
Aangezien de afzonderlijke componenten onderling zijn verbonden en het systeem uit afzonderlijke componenten bestaat die bestemd zijn om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een van de posten van hoofdstuk 84 of 85, is aantekening 4 op afdeling XVI van toepassing.
De functie van het systeem is beelden op te nemen zonder ze op te slaan. Het hele systeem moet daarom als televisiecamera worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 19.”
19. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 336/2014 van 28 maart 2014 luidt als volgt:
“Een set opgemaakt voor de verkoop in het klein (een zogenaamd „draadloos achteruitkijkcamerasysteem”) voor inbouw in motorvoertuigen, omvattende:
- een dag- en nachttelevisiecamera met een CMOS-sensor en een 2,4-millimeterlens,
- een draadloze videosignaalzender met een antenne,
- een 2,4 GHz draadloze videosignaalontvanger met een lcd-kleurenscherm met een beeldschermdiagonaal van 17,8 cm (7 inches) en een resolutie van 480 x 240 pixels.
De set is uitgerust met functieknoppen en een AV-interface voor de aansluiting van externe audio of videotoestellen. De televisiecamera registreert geen geluid. Het product is bedoeld om te worden gebruikt in bijvoorbeeld auto’s, bussen en trailers, en stelt de bestuurder in staat om te zien wat zich achter hem bevindt.
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 c) en 6, voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de bewoordingen van de GN-codes 8528, 8528 72 en 8528 72 40.
De artikelen worden beschouwd als goederen in een set opgemaakt voor de verkoop in het klein in de zin van regel 3 b), aangezien de verschillende componenten samen zijn opgemaakt om in een specifieke behoefte te voorzien of een specifieke activiteit te verrichten.
De set bestaat uit een zendtoestel voor televisie (onderverdeling 8525 50), een televisiecamera (onderverdeling 8525 80) en een ontvangtoestel voor televisie (onderverdeling 8528 72). Geen van de afzonderlijke componenten verleent de set zijn wezenlijke karakter, aangezien zij alle even belangrijk zijn voor het functioneren van de set.
De set moet bijgevolg worden ingedeeld onder GN-code 8528 72 40 als een ander ontvangtoestel voor televisie, voor kleurenweergave, met lcd-beeldscherm.”