ECLI:NL:RBNHO:2023:4581

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
C/15/328267 / HA ZA 22-318
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een woonkotter en schending van de mededelingsplicht door de verkoper

In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Noord-Holland op 17 mei 2023, betreft het een geschil over de koop van de voormalige garnalenkotter Oersjoch, gebouwd in 1936. De eisende partijen, [eiser/verweerder1] c.s., hebben het schip gekocht van [gedaagde/eiser] met de intentie om het te bewonen. Voorafgaand aan de levering werd overeengekomen dat het schip door EOC Expertise zou worden gekeurd. Na de levering kwamen echter ernstige gebreken aan het licht, waardoor het schip niet geschikt bleek voor bewoning. De eisende partijen hebben de verkoper in gebreke gesteld, maar deze heeft nagelaten de gebreken te herstellen. Hierop hebben de eisende partijen de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vorderen zij terugbetaling van de koopsom en vergoeding van gemaakte kosten.

De rechtbank oordeelt dat er sprake is van non-conformiteit, aangezien het schip niet voldoet aan de verwachtingen die de kopers op basis van de overeenkomst mochten hebben. De verkoper heeft zijn mededelingsplicht geschonden door de gebreken niet te melden. De rechtbank wijst de primaire vorderingen van de eisende partijen toe, waardoor de subsidiaire vordering tegen EOC Expertise niet aan de orde komt. De rechtbank concludeert dat de verkoper in verzuim is geraakt door niet te voldoen aan de herstelverplichtingen en dat de ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is.

In reconventie heeft de verkoper een tegenvordering ingediend, maar deze wordt afgewezen. De rechtbank veroordeelt de verkoper tot terugbetaling van de koopsom en vergoeding van de kosten die de eisende partijen hebben gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/328267 / HA ZA 22-318
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser/verweerder1],

te [woonplaats],
2.
[eiser/verweerder2],
te [woonplaats],
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
advocaat: mr. E.H.J. Slager te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde/eiser],

advocaat: mr. V. Vandersmissen te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eisende partij in reconventie,
2.
EOC EXPERTISE B.V.,
te [woonplaats],
advocaat: mr. N. van Baren-Elderman te Rotterdam,
gedaagde partij,
Eiseressen zullen hierna [eiser/verweerder1] c.s. genoemd worden. Gedaagden zullen [gedaagde/eiser] en EOC Expertise worden genoemd.

1.De zaak in het kort

[eiser/verweerder1] c.s. hebben de voormalige garnalenkotter Oersjoch, met bouwjaar 1936, (hierna: het schip) van [gedaagde/eiser] gekocht en geleverd gekregen. Het was de bedoeling van [eiser/verweerder1] c.s. om net als [gedaagde/eiser] het schip te gaan bewonen. [eiser/verweerder1] c.s. zijn met [gedaagde/eiser] overeengekomen dat het schip voorafgaande aan de levering door een expert van verzekeringsmaatschappij EOC zou worden gekeurd en de kosten van herstel op basis van 50/50 zouden worden gedeeld, met een maximum voor [eiser/verweerder1] c.s. van € 5.000,-. De kosten boven € 10.000,- kwamen voor rekening van [gedaagde/eiser]. Na de levering aan [eiser/verweerder1] c.s. zijn naast de door EOC Expertise vastgestelde reparatiepunten, nog meerdere ernstige gebreken aan het licht gekomen in verband waarmee is vastgesteld dat het schip niet geschikt is voor bewoning. [eiser/verweerder1] c.s. hebben [gedaagde/eiser] in gebreke gesteld, maar [gedaagde/eiser] is niet tot herstel van de gebreken overgegaan. [eiser/verweerder1] c.s. hebben vervolgens de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. In deze procedure vorderen zij primair een verklaring voor recht dat zij op goede grond de koopovereenkomst hebben ontbonden, met veroordeling van [gedaagde/eiser] om het betaalde deel van de koopsom aan [eiser/verweerder1] c.s. terug te betalen. Ook vorderen [eiser/verweerder1] c.s. vergoeding van de kosten die zij sinds de levering aan het schip hebben uitgegeven. Subsidiair vorderen [eiser/verweerder1] c.s. om EOC Expertise te veroordelen tot schadevergoeding.
[gedaagde/eiser] heeft een tegenvordering ingediend. Hij vordert [eiser/verweerder1] c.s. te veroordelen tot betaling van het restant van de koopsom. Volgens [gedaagde/eiser] gaat het om een gedateerd schip met de daarbij te verwachten gebreken en had het op de weg van [eiser/verweerder1] c.s. gelegen een aankoopkeuring te laten verrichten. [gedaagde/eiser] stelt dat [eiser/verweerder1] c.s. hun onderzoeksplicht hebben geschonden door hiervan af te zien en enkel een verzekeringskeuring uit te voeren. [gedaagde/eiser] wijst erop dat [eiser/verweerder1] c.s. nadrukkelijk hebben verklaard het schip te aanvaarden in de staat waarin zij het hebben bezichtigd, waarmee [eiser/verweerder1] c.s. de zichtbare en onzichtbare hebben geaccepteerd. Volgens [gedaagde/eiser] hebben [eiser/verweerder1] c.s. derhalve niet het recht de betaling van het restant van de koopsom op te schorten.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van non-conformiteit nu uit de verschillende onderzoeksrapporten blijkt dat het schip niet geschikt is voor permanente bewoning. Omdat [gedaagde/eiser] niet van de aan hem bekende gebreken mededeling heeft gedaan en ook niet bereid is geweest de gebreken op zijn kosten te herstellen, waren [eiser/verweerder1] c.s. gerechtigd de koopovereenkomst te ontbinden. De rechtbank wijst de primaire vorderingen daarom toe, zodat aan de subsidiaire vordering niet wordt toegekomen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 november 2022
- de akte vermeerdering van eis van de zijde van [eiser/verweerder1] c.s.
- de mondelinge behandeling van 16 maart 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. De advocaten van partijen hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die zijn overgelegd.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Bij koopovereenkomst van 23 maart 2021 heeft [gedaagde/eiser] het schip verkocht aan [eiser/verweerder1] c.s. voor een koopsom van € 65.000,00. [eiser/verweerder1] c.s. en [gedaagde/eiser] zijn daarbij overeengekomen dat [eiser/verweerder1] c.s. het schip zullen laten keuren door verzekeringsmaatschappij EOC en dat de kosten van herstel op basis van 50/50 zullen worden gedeeld, met een maximum voor [eiser/verweerder1] c.s. van € 5.000,-. Mochten de kosten boven een bedrag van € 10.000,- uitkomen, dan zal [gedaagde/eiser] het recht hebben de koopovereenkomst te ontbinden. In de koopovereenkomst is bepaald dat de overdracht op 15 mei of een later overeengekomen datum, uiterlijk 1 juni 2021, zal plaatsvinden en dat [eiser/verweerder1] c.s. het schip hebben geaccepteerd zoals gezien op 8 maart 2021. Verder is bepaald dat onvoorziene schade, onderhoud, reparaties tot 15 mei 2021 voor rekening van [gedaagde/eiser] komen en [gedaagde/eiser] aan [eiser/verweerder1] c.s. een document zal overhandigen waarbij de werking en onderhoud van het schip zal worden beschreven.
3.2.
[eiser/verweerder1] c.s. hebben op 24 maart 2021 een eerste aanbetaling gedaan van € 20.000,00. Het restantbedrag van € 45.000,00 dienden [eiser/verweerder1] c.s. op de dag van de levering aan [gedaagde/eiser] te voldoen.
3.3.
Expert [A.] (hierna: [A.]) van EOC Expertise heeft het schip op 20 april 2021 geïnspecteerd. In zijn inspectierapport van 4 mei 2021 staat vermeld dat het een inspectie in verband met verzekering betreft en de inspectie steekproefsgewijs is uitgevoerd. Het rapport bevat een reparatielijst met 24 gebreken. Verder staat in het rapport dat onvolkomenheden die tijdens de reparatiewerkzaamheden aan het licht komen gemeld en op aangeven van de expert gerepareerd moeten worden
.
3.4.
[gedaagde/eiser] en [eiser/verweerder1] c.s. hebben vervolgens op 10 mei 2021 een aanvullende overeenkomst gesloten, waarbij is overeengekomen dat de overdracht eerst plaatsvindt als alle gebreken uit het keuringsrapport, met uitzondering van de nader omschreven gebreken aan het casco/onderwaterschip, op vakkundige wijze zijn gerepareerd en goedgekeurd. Verder is bepaald dat de reparatiekosten boven het bedrag van € 10.000,- volledig voor rekening van [gedaagde/eiser] komen en de ontbindende voorwaarde komt te vervallen. Voorts is bepaald dat bij de levering van het schip niet de volledige koopsom zal worden voldaan, maar een bedrag van € 25.000,- eerst zal worden verrekend met de door [gedaagde/eiser] verschuldigde reparatiekosten. Afgesproken is dat de reparaties uiterlijk op 31 juli 2021 zullen zijn uitgevoerd.
3.5.
[eiser/verweerder1] c.s. hebben op 10 mei 2021 een tweede aanbetaling van € 20.000,00 aan [gedaagde/eiser] gedaan.
3.6.
Alhoewel [gedaagde/eiser] nog niet alle reparaties had afgerond, heeft de levering van het schip aan [eiser/verweerder1] c.s. vervolgens plaatsgevonden op 10 juni 2021. Partijen hebben daarbij afgesproken dat de niet of niet juist door [gedaagde/eiser] uitgevoerde reparaties door [eiser/verweerder1] c.s. zullen worden uitgevoerd en de afspraak over de verdeling van de kosten verder ongewijzigd blijft.
Kort daarna werd geconstateerd dat de hennegatskoker volledig was doorgeroest. In verband hiermee heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser/verweerder1] c.s. aan [gedaagde/eiser] op 5 juli 2021 het volgende geschreven.
“(…)
Na overdracht hebben cliënten geconstateerd dat een stalen pijp (Hennegatskoker) in de motorruimte is doorgeroest. Dit is een ernstig gebrek die cliënten onmogelijk eerder konden constateren. U had dit gebrek moeten melden aan cliënten.
Vanwege de constatering van voormeld gebrek zullen cliënten nader onderzoek verrichten aan het schip, onder andere aan het dak. Mochten er meer gebreken aan het licht komen, zal ik u hier nader over berichten.
(…)”
3.7.
Het aangekondigde nader onderzoek is uitgevoerd door ESMA Expertise B.V. (hierna: ESMA) In het expertiserapport van ESMA van 29 september 2021 (hierna: het ESMA-rapport) staat het volgende:
“(…)
constatering
  • De ex garnalenkotter Oersjoch ligt afgemeerd bij [adres].
  • Het vaartuig heeft een ijzeren / stalen casco en gedeeltelijke staalopbouw.
  • Dak van de kajuitopbouw hout / dakbekleding en Sedum groenbedekking wat de feitelijke dakbedekking heeft aangetast.
  • Lekkage vanaf kajuitdak met Sedum groenbedekking in het vaartuig.
  • Stuurhuis met kunststof gedekt en voorzien van zonnepanelen.
  • Lekkage vanaf het stuurhuisdak in het vaartuig.
  • Dakramen liggen los en sluiten op geen enkele wijze af.
  • Zowel kajuit als stuurhuis met plaathout betimmert.
  • Plafond van de kajuit golft door vervorming, veroorzaakt door vochtinwerking.
  • Meerdere lekkagesporen in stuurhuis en kajuit.
  • Meerdere delen verspocht door langdurige vochtinwerking afkomstig van diverse lekkages.
  • Glas / steenwol achter de plaathouten betimmering is nat en vertoont schimmelvorming (gevaarlijk voor de gezondheid).
  • Meerdere houten delen in geheel verspocht en of aangetast door langdurige vochtinwerking.
  • Meerdere rompspanten ingekort en meerdere spanten zwaar gecorrodeerd en aangetast waardoor de constructie van het vaartuig is aangetast en verzwakt.
  • Binnenzijde van het vaartuig gecorrodeerd.
  • Gehele elektrische installatie voldoet niet aan geldende normeringen / richtlijnen (gevaarlijk).
  • Gehele gasinstallatie voldoet niet aan geldende normeringen / richtlijnen (gevaarlijk).
  • Drinkwaterinstallatie op zeer amateuristische wijze geïnstalleerd.
  • Vulopening van de brandstoftank hangt geheel los (gevaarlijk).
  • Meerdere directe openingen naar buiten in de scheepshuid in de romp.
  • Hennegatkoker grotendeels weg gecorrodeerd en voorzien van tijdelijke ommanteling.
  • Het ontbreken van een vuilwater installatie, dit voldoet niet aan de wetgeving.
  • Motorinstallatie is een van het merk Penta wat een vroege voorloper is van de omschreven Volvo Penta Motorinstallatie.
  • Alle door ons geconstateerde gebreken zijn een gevolge van achterstallig onderhoud en geleidelijk werken invloeden voor de overdracht van het vaartuig.
(…)
Beantwoording van de gestelde vragen(…)
2. Welke van genoemde gebreken kunt u bevestigen?
Alle genoemde gebreken plus de onder constateringen omschreven gebreken kunnen wij bevestigen. (…)
4. Hadden de kopers deze gebreken redelijkerwijs zelf kunnen ontdekken voor aanschaf van het schip? Zo ja, hoe?
Gezien het feit dat de kopers leken zijn op het gebied van vaartuigen en speciaal klassieke vaartuigen en dat het overgrote deel van de gebreken aan het vaartuig voor de kopers tijdens de aankoop aan het oog waren onttrokken hadden zij alleen de lekkages tijdens regenval kunnen constateren. Gezien dat het vaartuig enkele malen is bezocht tijdens droog weer zijn de lekkages niet geconstateerd. Door het plaatsen van diverse kasten en delen plaathout waren er volgens de verklaringen enkele patrijspoorten aan het oog onttrokken.
5. Hoe zijn de gebreken te herstellen en welke kosten brengt dat met zich mee? (…)
Voor herstel zal het vaartuig moeten worden overgebracht naar een gespecialiseerde scheepswerf welke het geheel dient terug te brengen in een kale staat. Nadat het vaartuig is ontdaan van de betimmering, technische installatie, elektrische installatie, gasinstallatie en overige appendages kan het geheel weer opgebouwd en voorzien moeten worden van nieuwe installaties en betimmering.
De uiteindelijke kosten zullen de dagwaarde van het vaartuig overtreffen en uitkomen op ± € 100.000,00 tot € 150.000,00 (…)
8. In hoeverre is het waarschijnlijk dat de wederpartij op de hoogte was / op de hoogte zou moeten zijn, van deze gebreken, en waarom?
Als eigenaar van een vaartuig welke woonachtig is aan boord van het onderhavige vaartuig ben je op de hoogte van de werking en het functioneren van het vaartuig.
Het is mogelijk dat de staat van aan de zicht onttrokken delen onbekend was bij de verkoper maar de gevolgen hiervan moeten toch opgemerkt zijn in de vorm van water en vochtintreding in het vaartuig.
9. Wat kunt u verder nog opmerken over de staat van het schip? (…)
Door aanwezigheid van de lekkages, schimmelvorming en gevaarlijke installaties is permanente bewoning van het vaartuig niet alleen gevaarlijk en oncomfortabel maar ook slecht voor de gezondheid door de aanwezigheid van schimmelvorming in de isolatie achter de betimmering. (…)
Opmerking
Wij moeten opmerken dat gezien de aanwezige lekkages in het vaartuig er sprake zal zijn van een geleidelijke wateropzameling in het vaartuig.
Ten gevolge van voorstaande zal bij uitblijven van het uitpompen van het opgezamelde water het vaartuig dieper inzinken waarbij de voor nood ommantelde hennegatkoker op een gegeven moment buitenwater zal doorlaten.
Voorstaande kan er toe lijden dat er een versnelde waterintreding op kan treden met mogelijk het zinken van het vaartuig tot gevolg.
Afhankelijk van de weersgesteldheid zal inspectie van het vaartuig op waterintreding regelmatig uitgevoerd moeten worden.”
3.8.
Onder toezending van het ESMA-rapport heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser/verweerder1] c.s. op 5 oktober 2021 aan [gedaagde/eiser] geschreven dat sprake is van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW en [gedaagde/eiser] gesommeerd om binnen zeven dagen te laten weten of hij bereid is de geconstateerde gebreken op zijn kosten te (laten) herstellen. Daarbij heeft de rechtsbijstandsverzekeraar tevens aangegeven dat [eiser/verweerder1] c.s. de betaling van het restant van de koopsom opschorten omdat hun schade het restant van de nog te betalen koopsom overtreft.
3.9.
De advocaat van [gedaagde/eiser] heeft hierop bij brief van 21 oktober 2021 gereageerd en zich op het standpunt gesteld dat het beroep van [eiser/verweerder1] c.s. op opschorting ongegrond is omdat zij bekend waren met de gebreken, althans redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn met de gebreken en [eiser/verweerder1] c.s. verzocht om uiterlijk 5 november 2021 het restant van de koopsom aan [gedaagde/eiser] te betalen.
3.10.
Bij brief van 10 november 2021 hebben [eiser/verweerder1] c.s. de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen. Daarbij hebben zij [gedaagde/eiser] verzocht om het betaalde bedrag van € 40.000,00 terug te betalen, verhoogd met een bedrag van € 15.020,46 aan kosten die zij sinds de levering aan het schip hebben uitgegeven.
3.11.
Vervolgens is Hoogendoorn Experts (hierna: Hoogendoorn) ingeschakeld voor een contraexpertise. Hoogendoorn heeft de brandstoftanks, de stoppenkast en elektrische bedrading aangemerkt als gevaarlijk, en de gasinstallatie afgekeurd omdat die niet is aangelegd volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. In het rapport van Hoogendoorn van 15 december 2021 staat over het ESMA-rapport het volgende:
“(…)
Wat betreft de antwoorden op de vragen 1 t/m 9 op het rapport heb ik weinig toe te voegen (…)
Eindconclusie Hoogendoorn Experts:
“Kijkend naar de gemaakte aankoopkeuring zouden zeker 95% van al deze punten bij aanvang al zichtbaar moeten zijn geworden. (…)
Op het rapport van ESMA valt weinig af te dingen en met de uitkomst van de aankoopkeuring is de lijst alleen maar langer geworden.
(…) ”
3.12.
[eiser/verweerder1] c.s. hebben EOC Expertise op 21 maart 2022 (ook) aansprakelijk gesteld voor de schade. Bij e-mail van 6 april 2022 heeft de schadeverzekeraar van EOC Expertise aansprakelijkheid van de hand gewezen.

4.Het geschil in conventie

4.1.
[eiser/verweerder1] c.s. vorderen – samengevat, na vermeerdering van eis - primair een verklaring voor recht dat de tussen [eiser/verweerder1] c.s. en [gedaagde/eiser] gesloten koopovereenkomst op goede grond is ontbonden, dan wel deze koopovereenkomst te ontbinden dan wel te vernietigen dan wel de gevolgen van de koopovereenkomst te wijzigen ex artikel 6:230 lid 2 BW. [eiser/verweerder1] c.s. vorderen daarnaast [gedaagde/eiser] te veroordelen tot betaling van € 64.116,29 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 60.284,42, met veroordeling van [gedaagde/eiser] in de proceskosten, waaronder de nakosten.
4.2.
Subsidiair vorderen [eiser/verweerder1] c.s. EOC Expertise te veroordelen tot betaling van € 64.116,29, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 60.284,42 met veroordeling van EOC Expertise in de proceskosten, waaronder de nakosten.
4.3.
[eiser/verweerder1] c.s. verzoeken de rechtbank een deskundigenonderzoek te gelasten indien de rechtbank de primaire of subsidiaire vorderingen van [eiser/verweerder1] c.s. niet aanstonds toewijst.
4.4.
[gedaagde/eiser] en EOC Expertise voeren verweer.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.Het geschil in reconventie

5.1.
[gedaagde/eiser] vordert [eiser/verweerder1] c.s. te veroordelen tot betaling van € 24.204,23, bestaande uit een hoofdsom van € 20.828,27, € 131,25 aan wettelijke rente, € 1.189,78 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 2.054,46 aan expertise kosten, met veroordeling van [eiser/verweerder1] c.s. in de proceskosten, waaronder de nakosten.
5.2.
[eiser/verweerder1] c.s. voeren verweer.
5.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

6.De beoordeling in conventie

De primaire vordering
6.1.
[eiser/verweerder1] c.s. leggen aan de primaire vordering ten grondslag dat [gedaagde/eiser] het schip als ‘motorboot’ en als ‘woonkotter’ aan hen heeft verkocht, zodat het schip de eigenschappen moet bezitten om het als zodanig te gebruiken. Uit het Esma-rapport blijkt echter dat de staat van het schip op beide punten ‘zeer slecht’ scoort. [eiser/verweerder1] c.s. hadden weliswaar rekening gehouden met een aantal gebreken, maar gezien de aard en omvang van de gebreken heeft het schip niet de eigenschappen die [eiser/verweerder1] c.s. op grond van de koopovereenkomst mochten verwachten. Daardoor is er sprake van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. [eiser/verweerder1] c.s. wijzen erop dat uit de stelling van [gedaagde/eiser] dat 95% van de gebreken zichtbaar waren, volgt dat [gedaagde/eiser] zelf bekend was met de gebreken. [gedaagde/eiser] heeft de op hem als verkoper rustende mededelingsplicht geschonden door desondanks [eiser/verweerder1] c.s. niet op de gebreken te wijzen. [gedaagde/eiser] is daarmee tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst, en/of hebben [eiser/verweerder1] c.s. daardoor gedwaald. Na ingebrekestelling heeft [gedaagde/eiser] de gebreken niet hersteld, zodat hij in verzuim is geraakt. Gezien het verzuim van [gedaagde/eiser] hebben [eiser/verweerder1] c.s. met recht de koopovereenkomst ontbonden, wat tot gevolg heeft dat [gedaagde/eiser] verplicht is het aan hem betaalde bedrag van € 40.000,00 aan [eiser/verweerder1] c.s. terug te betalen. Daarnaast is [gedaagde/eiser] verplicht de kosten te vergoeden die [eiser/verweerder1] c.s. sinds de levering van het schip hebben moeten maken, samen met de expertisekosten, buitengerechtelijke kosten en rente.
6.2.
[gedaagde/eiser] weerspreekt dat hij zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Behalve het gebrek aan de hennegatskoker waren volgens [gedaagde/eiser] alle gebreken die de verscheidene experts hebben geconstateerd voor een leek eenvoudig waar te nemen. [gedaagde/eiser] stelt zich op het standpunt dat [eiser/verweerder1] c.s. de op hen als koper rustende onderzoeksplicht hebben geschonden door ondanks de waar te nemen gebreken af te zien van een aankoopkeuring. Het gaat om een zeer oud schip uit 1936, aangeboden tegen een voor woonschepen zeer beperkte prijs, wat reden temeer is voor een aankoopkeuring. Omdat [eiser/verweerder1] c.s. daarvan hebben afgezien, hebben zij niet voldaan aan de op hen rustende onderzoeksplicht. Daar komt bij dat [eiser/verweerder1] c.s. het schip hebben ‘geaccepteerd zoals gezien op 8 maart 2021’, waarmee [eiser/verweerder1] c.s. de staat waarin het schip verkeert hebben geaccepteerd, inclusief alle zichtbare en onzichtbare gebreken.
non-conformiteit ex artikel 7:17 BW
6.3.
In artikel 7:17 lid 1 BW is bepaald dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst dient te beantwoorden. Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Daarbij geldt dat de koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Vast staat dat [eiser/verweerder1] c.s. het schip hebben gekocht als motorboot en woonboot, welk voorgenomen gebruik bij [gedaagde/eiser] ten tijde van de koop bekend was. Alhoewel [eiser/verweerder1] c.s. gelet op de leeftijd van het schip in beginsel bedacht moesten zijn op de mogelijke aanwezigheid van slijtage aan onderdelen van het schip, mochten zij verwachten dat het schip geschikt was voor bewoning. De expert van ESMA heeft echter vastgesteld dat het schip niet langer geschikt is voor permanente bewoning. Hij heeft aangegeven dat bewoning van het schip niet alleen gevaarlijk is vanwege de lekkages, schimmelvorming en de gevaarlijke installaties, maar ook slecht voor de gezondheid vanwege de aanwezigheid van schimmelvorming. Hoogendoorn heeft zich hierbij aangesloten. Omdat daarmee vaststaat dat het schip niet geschikt is de door [eiser/verweerder1] c.s. beoogde bewoning daarvan, is sprake van non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 lid 1 BW.
Mededelingsplicht versus onderzoeksplicht
6.4.
De rechtbank verwerpt het verweer van [gedaagde/eiser] dat de gebreken niet voor zijn risico komen omdat gezien de vraagprijs, de leeftijd, en staat van het schip op [eiser/verweerder1] c.s. een onderzoeksplicht rustte. In het algemeen zal aan een koper, ook een onvoorzichtige koper, niet kunnen worden tegengeworpen dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de eigenschappen van het gekochte, wanneer de verkoper dienaangaande naar de in het verkeer geldende opvattingen een mededelingsplicht had maar heeft nagelaten de koper op de hoogte te stellen van bij de verkoper bekende feitelijke gegevens die relevant zijn voor de beantwoording van de vraag welke eigenschappen de koper met het oog op de beoogde bestemming van het gekochte mocht verwachten. [1]
6.5.
Uit het ESMA-rapport blijkt dat er bij neerslag in het schip lekkages optreden vanuit het kajuitdak en het stuurhuisdak, wat meerdere lekkage sporen in het schip heeft achtergelaten. Het plafond van de kajuit is aangetast door vochtinwerking, en meerdere houten delen zijn aan verrotting onderhevig of aangetast door langdurige vochtinwerking, zo blijkt uit het ESMA-rapport. Verder heeft de expert van ESMA zware corrosie aan meerdere spanten geconstateerd, waardoor de constructie van het vaartuig is verzwakt en aangetast. Daarbij wordt opgemerkt dat de lekkages dusdanig ernstig zijn, dat het schip steeds dieper zal zinken als wordt nagelaten het inkomende water uit te pompen. Hoogendoorn heeft in zijn contraexpertise al de gebreken bevestigd die de expert van ESMA heeft waargenomen.
6.7.
De expert van ESMA heeft in zijn rapportage aangegeven dat de staat van onderhoud aan [gedaagde/eiser] als eigenaar / bewoner van het schip voor wat betreft de aan het zicht onttrokken delen mogelijk is ontgaan, maar dat dit niet geldt voor de lekkages en vochtintreding in het schip. De lekkage is volgens de experts van ESMA en Hoogendoorn dermate ernstig dat regelmatige inspectie van het schip en uitpompen van het inkomende water nodig is om te voorkomen dat het schip uiteindelijk zal zinken. [gedaagde/eiser] heeft deze constateringen onvoldoende gemotiveerd weersproken. Naar het oordeel van de rechtbank staat dan ook vast dat het schip bij neerslag ernstige lekkages vertoonde, die [gedaagde/eiser] niet kunnen zijn ontgaan. Dat [gedaagde/eiser] desondanks [eiser/verweerder1] c.s. hiervan niet op de hoogte heeft gesteld, leidt tot de conclusie dat [gedaagde/eiser] tegenover [eiser/verweerder1] c.s. de op hem als verkoper rustende mededelingsplicht heeft geschonden.
6.6.
[gedaagde/eiser] heeft nog aangevoerd dat op hem geen mededelingsplicht rustte omdat [eiser/verweerder1] c.s. bij de bezichtigingen de gebreken niet kunnen zijn ontgaan en [eiser/verweerder1] c.s. de gebreken hebben aanvaard met de clausule ‘geaccepteerd zoals gezien op 8 maart 2021’. Ook dit verweer wordt verworpen omdat uit het ESMA-rapport blijkt dat de lekkages slechts zijn waar te nemen bij neerslag. Vast staat dat [eiser/verweerder1] c.s. het schip bij droog weer hebben bekeken, zodat de lekkages voor [eiser/verweerder1] c.s. niet waren waar te nemen. De clausule ‘geaccepteerd zoals gezien op 8 maart 2021’ kan dan ook niet tot de conclusie leiden dat [eiser/verweerder1] c.s. daarmee de lekkages hebben geaccepteerd.
Daarbij komt dat [gedaagde/eiser] op grond van de aanvullende overeenkomst verplicht was (onder meer) de door de expert geconstateerde gebreken aan de gasinstallatie en machinekamer te (laten) repareren. Ook na de levering op 10 juni 2021 moesten nog reparaties worden uitgevoerd, en moest er ook nog een goedkeurende inspectie door EOC Expertise worden uitgevoerd. De clausule ‘geaccepteerd zoals gezien op 8 maart 2021’ kan zich derhalve evenmin uitstrekken tot aanvaarding van de gebreken aan de gasinstallaties en machinekamer.
ingebrekestelling / verzuim / ontbinding koopovereenkomst
6.8.
[eiser/verweerder1] c.s. hebben [gedaagde/eiser] bij ingebrekestelling van 5 oktober 2021 verzocht de gebreken binnen zeven dagen te herstellen, dan wel binnen zeven dagen te laten weten of hij bereid is tot herstel over te gaan. Omdat [gedaagde/eiser] niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd, is [gedaagde/eiser] in verzuim geraakt. Omdat [gedaagde/eiser] niet tot herstel is overgegaan hebben [eiser/verweerder1] c.s. de koopovereenkomst met [gedaagde/eiser] op 10 november 2021 buitengerechtelijk ontbonden. De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de tekortkomingen de ontbinding kunnen rechtvaardigen. De gevorderde verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst op goede grond is ontbonden, zal worden toegewezen.
ongedaanmakingsverplichtingen
6.9.
Op grond van artikel 6:271 BW heeft de ontbinding tot gevolg dat partijen de door hen ontvangen prestaties ongedaan moeten maken. [eiser/verweerder1] c.s. zullen het schip aan [gedaagde/eiser] moeten terugleveren, waartegenover [gedaagde/eiser] verplicht is het betaalde bedrag van € 40.000,00 aan [eiser/verweerder1] c.s. terug te betalen. De vordering tot betaling van dit bedrag zal daarom worden toegewezen.
schadevergoeding
6.10.
[eiser/verweerder1] c.s. stellen sinds de levering van het schip € 20.284,44 te hebben uitgegeven aan reparaties en facturen, en vorderen vergoeding van dit bedrag. [gedaagde/eiser] heeft hiertegen geen verweer gevoerd, zodat de vordering tot betaling van dit bedrag eveneens zal worden toegewezen.
buitengerechtelijke kosten / expertisekosten
6.11.
Ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding bedroeg de hoofdsom € 58.822,99. [eiser/verweerder1] c.s. maken aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, berekend op basis van dit bedrag. [eiser/verweerder1] c.s. hebben voldoende onderbouwd gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen tot het volgens het tarief van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten toe te kennen bedrag aan buitengerechtelijke kosten € 1.649,51, berekend over € 58.822,99. [gedaagde/eiser] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde expertisekosten van € 1.550,62, zodat ook dit bedrag zal worden toegewezen.
wettelijke rente
6.12.
[eiser/verweerder1] c.s. vorderen vergoeding van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 13 oktober 2021, de datum van intreden van het verzuim van [gedaagde/eiser], tot 26 april 2022. Dat gaat om een bedrag van € 631,74. [gedaagde/eiser] heeft hier geen verweer tegen gevoerd, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. De daarnaast gevorderde de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het in hoofdsom toe te wijzen bedrag van € 60.284,42, zal eveneens worden toegewezen.
proceskosten
6.13.
[gedaagde/eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 129,56
- griffierecht 1.301,00
- salaris advocaat
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal € 3.796,56
6.14.
[eiser/verweerder1] c.s. vorderen tenslotte veroordeling van [gedaagde/eiser] in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [2] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.
De subsidiaire vordering
6.15.
Omdat de primaire vordering zal worden toegewezen, wordt aan de subsidiaire vordering niet toegekomen. [eiser/verweerder1] c.s. zullen als de in ongelijk te beschouwen partij in de proceskosten van EOC Expertise worden veroordeeld. De gevorderde nakosten zullen zoals hierboven is uiteengezet niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling worden vermeld. De proceskosten aan de zijde van EOC Expertise worden begroot op:
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat
2.366,00(2,0 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal 5.203,00

7.De beoordeling in reconventie

7.1.
Uit de beoordeling van de primaire vordering in conventie volgt dat de vordering in reconventie als ongegrond moet worden afgewezen.
7.2.
[gedaagde/eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Ook in dit geval zullen de gevorderde nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling worden vermeld. De kosten aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. worden begroot op € 766,00 voor salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 766,00).

8.De beslissing

in conventie
8.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen [eiser/verweerder1] c.s. en [gedaagde/eiser] op goede grond is ontbonden,
8.2.
veroordeelt [gedaagde/eiser] om aan [eiser/verweerder1] c.s. te betalen een bedrag van € 64.116,29 (vierenzestig duizendéénhonderdzestien euro en negenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 over het bedrag van € 60.284,42 met ingang van 13 mei 2022 tot de dag van volledige betaling,
8.3.
veroordeelt [gedaagde/eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. tot op heden begroot op € 3.796,56,
8.4.
veroordeelt [eiser/verweerder1] c.s. hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten aan de zijde van EOC Expertise tot op heden begroot op € 5.203,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 14e dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
8.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
8.5.
wijst de vorderingen af,
8.6.
veroordeelt [gedaagde/eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser/verweerder1] c.s. tot op heden begroot op € 766,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 14e dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in conventie en reconventie
8.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023

Voetnoten

1.HR 16 december 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1870)
2.(zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853)