Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 juli 2021 van Dexia;
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] ;
- de conclusie van repliek van Dexia;
- de conclusie van dupliek van [gedaagden] ;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van Dexia van 8 december 2022;
- de antwoordakte van [gedaagden] van 23 februari 2023.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 à 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [gedaagden] .
afwachten ontwikkelingen in de jurisprudentie
4.12. De stelplicht en bewijslast dat de tussenpersoon [gedaagden] heeft geadviseerd en dat Dexia wetenschap had althans behoorde te hebben van het feit dat de tussenpersoon [gedaagden] , anders dan in algemene zin, een persoonlijk en specifiek op dit product toegesneden advies heeft verstrekt, rusten op [gedaagden] . Dat is immers degene die zich op de rechtsgevolgen van het onrechtmatig handelen van Dexia en de vergunningplichtige advisering beroept. De door [gedaagden] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee, dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gedaagden] in 2007 – weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
- een kopie van een brief van 23 april 2001 op het briefpapier van Pensioenplatform, waarin de afspraak van het huisbezoek wordt bevestigd. In de brief is opgenomen:
“(…) Om een gedegen advies aan u te kunnen verstrekken verzoeken wij u de navolgende bescheiden bij de hand te hebben (…)”,
[ATP-nummer] -Pensioenplatform B.V.,
- een kopie van een brochure van Pensioen Platform, waarin wordt gevraagd meer personen aan te melden voor een adviesgesprek,
wetenschap Dexia