ECLI:NL:RBNHO:2023:4247
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de alimentatieplicht op grond van samenwoning ex artikel 1:160 BW
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de beëindiging van de alimentatieplicht. De man verzocht de rechtbank om te verklaren dat zijn verplichting om levensonderhoud te verschaffen aan de vrouw was geëindigd, omdat de vrouw samenwoonde met een ander als ware zij gehuwd, zoals bedoeld in artikel 1:160 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw vanaf 4 april 2022 samenwoonde met een ander, wat leidde tot de conclusie dat de alimentatieplicht van de man met ingang van die datum is geëindigd. De rechtbank oordeelde dat de vrouw onterecht alimentatie had ontvangen en dat zij deze bedragen moest terugbetalen. Daarnaast werd de vrouw veroordeeld tot betaling van de kosten van een recherchebureau dat door de man was ingeschakeld om de samenwoning te bevestigen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie over samenwoning in het kader van alimentatieverplichtingen.