Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 januari 2023 in de zaak tussen
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Inleiding
Feiten
Geschil
Beoordeling door de rechtbank
(…)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [eiseres 2] en de inspecteur van de Belastingdienst over de aftrek van voorbelasting op kosten gemaakt voor de uitvoering van pensioenovereenkomsten. Eiseres, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van pensioenregelingen, heeft voor het tijdvak maart 2017 aangifte omzetbelasting ingediend en verzocht om een teruggaaf. De inspecteur heeft de teruggaaf verleend, maar eiseres heeft bezwaar gemaakt en om een aanvullende teruggaaf verzocht, wat door de inspecteur is afgewezen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de activiteiten van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat de werkzaamheden van eiseres één ondeelbare economische prestatie vormen, waarvoor de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel k, van de Wet op de omzetbelasting van toepassing is. Eiseres heeft betoogd dat zij recht heeft op volledige aftrek van de voorbelasting, maar de rechtbank oordeelde dat de aard van de diensten van eiseres als pensioenverzekering moet worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zelfstandige rechtsbetrekking bestaat tussen eiseres en de deelnemers, en dat eiseres niet slechts als doorgeefluik fungeert.
De rechtbank heeft het verzoek van eiseres om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ EU afgewezen, omdat er geen twijfel bestond over de uitlegging van het toepasselijke Unierecht. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op aftrek van de voorbelasting en geen aanvullende teruggave van omzetbelasting kan ontvangen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.