Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de uitgebrachte dagvaarding van 1 november 2022 met 9 producties
- producties 1 t/m 8 zijdens [gedaagde]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnotities van de gemeente
- de pleitaantekeningen van [gedaagde]
- de pro forma aanhouding ten behoeve van het beproeven van een minnelijke regeling
- het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
hoeft te verlengen. Dit volgt uit het vonnis van de bodemrechter van 20 april 2020.[De erfpachters]
maken daarom inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente door het gebruik van de percelen met opstallen zonder recht of titel voort te zetten. De vordering onder I tot het staken van het gebruik van deze percelen zal dan ook worden toegewezen.
– als de erfpachter van [perceel X] en [Y] – zijn vooralsnog zonder resultaat gebleven.
4.Het geschil
gedaagde veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, het gebruik van perceel [perceel Z] in [plaats] die hij van de gemeente in erfpacht had te staken en gestaakt te houden;
gedaagde veroordeelt om binnen 60 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, de opstallen op het in sub I bedoelde perceel voortvarend en in één stroom, te slopen en het sloopafval te verwijderen;
gedaagde veroordeelt om aansluitend aan de sloop als bedoeld in het petitum onder II, maar uiterlijk op 1 februari 2023 het sub I bedoelde perceel leeg, ontruimd aan de gemeente op te leveren;
en tenslotte, eveneens uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde veroordeelt in de proceskosten, inclusief nakosten.
5.De beoordeling
Spoedeisend belang
termijnwaarop [gedaagde] het gebruik van [perceel Z] dient te staken, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
nr. [X] en [Y] niet gesloopt kunnen worden zolang niet ook daarover overeenstemming is bereikt, ofwel totdat er is onteigend”. Desondanks vordert de gemeente op korte termijn de ontruiming van [perceel Z] , omdat, zo stelt de gemeente, zij alle tijdelijke erfpachters gelijk moet en wil behandelen. Dat de situatie van [gedaagde] afwijkt van de overige (voormalige) erfpachters is echter evident. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter rechtvaardigt die afwijkende situatie een afwijkende uitkomst. Dat de gemeente zich daarvan bewust is, blijkt overigens ook wel uit het verloop van het onderhandelingstraject.
1.016,00