Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2 (1)],
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
[eiser sub 7],
MOHAMED SOBHI IBRAHIM EL GEBALY,
[eiser sub 9 (1)]en
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 oktober 2019
- het proces-verbaal van comparitie van 25 februari 2020.
2.De feiten
DeVoorzitter[rechtbank: Burgemeester Van Fenema] merkt op, dat dit weliswaar theorie is omdat de gemeente natuurlijk nimmer van plan is om een einde te maken aan de rechten van de heer [A] . De mogelijkheid van beëindiging is echter inderdaad in theorie aanwezig.(…)Wethouder Kerkman wil nog eens duidelijk stellen, dat het bepaald niet de bedoeling van het gemeentebestuur is om straks weer terug te halen wat nu in erfpacht wordt uitgegeven. Het gemeentebestuur wil alleen de zekerheid hebben dat wat als openbare weg is aangegeven ook altijd openbare weg zal blijven. Spreker heeft er echter geen bezwaar tegen, dat in de akte een bepaling wordt opgenomen, dat zal worden gevestigd een eeuwigdurende erfdienstbaarheid van openbare weg (voetpad) en dat dan de heer [A] eigenaar wordt.(…)
In erfpacht wordt uitgegeven:
7817 resp. ± 1373 m² en een totale waarde van f. 350.000,--;
3640 m² en een waarde van f. 650.000,--;
6418 m² en een waarde van f. 200.000,--.
De erfpachter kan met medewerking van den eerst ingeschreven hypotheekhouder van zijn recht afstand doen, indien de Gemeenteraad op een verzoek om verlenging van het erfpachtsrecht, als bedoeld in art. 7, afwijzend heeft beschikt, dan wel voor den duur der verlenging een hoogere canon of bezwarender bepalingen worden gesteld, dan waartoe het college van deskundigen (…) ingevolge het 6de lid van art. 7, adviseert.
Indien aan het erfpachtsrecht een einde wordt gemaakt krachtens het bepaalde in art. 16
Wordt ten aanzien van deze vergoeding geen overeenstemming tusschen partijen verkregen, dan wordt het bedrag van de schadeloosstelling bepaald door drie scheidslieden, wier uitspraak voor partijen bindend is.
Indien het erfpachtsrecht is geëindigd door het verstrijken van den termijn, als bedoeld in art. 15 (…) en indien de erfpachter, met inachtneming van het bepaalde in art. 21, is vrijgesteld van de verplichting tot slooping van de opstallen, zal de koopprijs, welke bij hernieuwede uitgifte van den grond eventueel kan worden bedongen voor het recht op de opstallen, door de Gemeente worden uitgekeerd, onder aftrek van haar ter zake van den verkoop gemaakte kosten en onder aftrek van andere ter zake van de opstallen gemaakte kosten en betaalde lasten, voor zoover die niet kunnen worden verhaald op de waarborgsom, bedoeld in art. 21.
De vergoeding en uitkeering, bedoeld in de artt. 23, 24 en 25, geschieden tegen volledige kwijting aan den erfpachter, wiens recht is geëindigd, of diens rechtverkrijgenden, (…)
- Voor zover panden zullen blijven staan, zal de gemeente aan de erfpachter de keuze voor òf een nieuwe erfpachtovereenkomst òf koop van de grond (het zogenaamde blote eigendom) voorleggen.
- (…)
- De gemeente Zandvoort zal de onderhandelingen daartoe minimaal 3 jaar voor het verstrijken van de huidige erfpachttermijn starten.
- Een voorstel voor de nieuwe erfpachtcanon en de koopprijs zal marktconform worden samengesteld en voor de start van de onderhandelingen aan de eigenaren worden bekendgemaakt, tezamen met de door de gemeenteraad vast te stellen algemene bepalingen,
- In de onderhandelingen kunnen per aflopend erfpachtsrecht eventuele nadere specifieke bepalingen worden betrokken. Daarbij kan gedacht worden aan (achterstallig) onderhoud, (vervangings-)investeringen e.d.
- De erfpachtcanon zal worden geïndexeerd. De frequentie wordt nog nader bepaald.
- Het door de gemeente aan te bieden erfpachtrecht zal een voortdurend erfpachtrecht zijn, met de mogelijkheid de verplichting tot betaling van een erfpachtcanon voor vijftig jaar af te kopen.
(…)Zoals reeds in de brief van 21 november 2012 (kenmerk 2012/11/001761) is aangegeven, is de gemeente nog steeds voornemens de panden niet opnieuw in erfpacht uit te geven.
adviescommissie raad inzake de verzoeken om verlenging van de erfpacht [adressen](hierna: de raadscommissie) mee dat het verlengingsverzoek van [eisers sub 11] in behandeling is genomen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
tenzijeen gemeentebelang zich daartegen verzet. Zij voeren daartoe het volgende aan.
rechtop verlenging maar op
een mogelijkheid totverlenging waarvoor in artikel 7 AB55 de procedure is beschreven die moet worden gevolgd. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek moet een behoorlijke belangenafweging plaatsvinden. Een dergelijk verlengingsverzoek is ook ingediend door eisers sub 11 en door nog een andere erfpachter die geen partij is in deze procedure. De overige eisers trachtten zich na het verstrijken van de termijn van artikel 7 AB55 aan te sluiten bij het verlengingsverzoek van eisers sub 11. Zij hebben echter geen verlengingsverzoek gedaan, hetgeen door het verstrijken van de daarvoor geldende termijn ook niet meer mogelijk was. De ingediende verzoeken zijn op zorgvuldige wijze beoordeeld en afgewezen.
tussentijdsebeëindiging van een erfpachtrecht door de gemeente in het belang van het algemeen nut. Die situatie doet zich hier niet voor, zodat er ook op die grond geen verplichting tot verlenging bestaat.
Bovendien was in ieder geval na ontvangst van de brief van 21 november 2012 (hiervoor weergegeven onder 2.15) voor de erfpachters duidelijk dat er van verlenging van hun erfpachtrechten dan wel heruitgifte van de erfpachtrechten geen sprake zou zijn. Bij gelegenheid van de zitting van 25 februari 2020 voeren de erfpachters ook aan dat alle plannen van de gemeente de afgelopen jaren voor herinrichting van het [B] -gebied tot gevolg hadden dat de zittende erfpachters in meerderheid hun boeltje bij elkaar moesten pakken. Reeds hieruit volgt dat het voor de erfpachters al langere tijd duidelijk was dat zij er niet op konden vertrouwen dat de erfpachtrechten zouden worden verlengd of vernieuwd. Ook het beroep van de erfpachters op strijdigheid met het vertrouwensbeginsel slaagt dus niet.
onevenredignadeel lijden. De gemeente is niet gehouden is tot enige nadeelcompensatie.