ECLI:NL:RBNHO:2023:3504

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
330876
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van notaris bij niet tijdig anticiperen op problemen bij woningoverdracht

In deze zaak vorderen [eiser1] c.s. schadevergoeding van de notaris wegens het niet tijdig anticiperen op problemen die de overdracht van hun woning in de weg stonden. De woning was belast met een recht van vruchtgebruik, dat niet tijdig was beëindigd, waardoor de levering niet op de afgesproken datum kon plaatsvinden. De rechtbank oordeelt dat de notaris zorgvuldig heeft gehandeld. De notaris was pas op 21 maart 2022 op de hoogte van de mogelijke wilsonbekwaamheid van de heer [A.], die het vruchtgebruik had. De notaris heeft vervolgens adequaat gereageerd door de heer [A.] uit te nodigen voor een gesprek om zijn wilsbekwaamheid te beoordelen. Na vaststelling van zijn wilsonbekwaamheid heeft de notaris [eiser1] c.s. geïnformeerd over de stappen die zij moesten nemen om het vruchtgebruik te laten eindigen. De rechtbank concludeert dat de notaris niet tekort is geschoten in haar zorgplicht en wijst de vorderingen van [eiser1] c.s. af. Tevens worden [eiser1] c.s. veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/330876 / HA ZA 22-497
Vonnis van 26 april 2023
in de zaak van

1.[eiser1],

wonende te [woonplaats],
2.
[eiser2],
wonende te [woonplaats],
eisende partijen,
advocaat: mr. F.M. Wagener te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOTARISPRAKTIJK LAUTENBACH B.V.,
gevestigd te Heemskerk,
gedaagde partij,
advocaat: mr. V.J.N. van Oijen te Amsterdam.
Eisers worden hierna gezamenlijk [eiser1] c.s. genoemd. Eiseres onder 2 wordt hierna afzonderlijk [eiser2] genoemd. Gedaagde wordt hierna aangeduid als de notaris.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser1] c.s. hebben een woning aan een derde verkocht. De woning was ten tijde van de verkoop belast met een recht van vruchtgebruik. De levering van de woning heeft niet op de afgesproken datum plaatsgevonden, omdat het recht van vruchtgebruik niet tijdig was geëindigd. [eiser1] c.s. hebben de woning ongeveer twee maanden na de afgesproken datum alsnog vrij van vruchtgebruik geleverd aan de koper met een korting op de koopsom van € 30.000,00. [eiser1] c.s. vorderen schadevergoeding van de notaris. Zij stellen dat de notaris zich onvoldoende van haar taak gekweten heeft door niet op tijd te anticiperen op mogelijke problemen die een gevaar voor de beoogde datum van overdracht van de woning zouden kunnen opleveren. De notaris heeft dit gemotiveerd betwist. De rechtbank volgt [eiser1] c.s. niet in hun stellingen. De rechtbank is van oordeel dat de notaris zorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser1] c.s. daarom af.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 november 2022;
- het B3-formulier van 30 januari 2023 met een akte houdende overlegging producties van [eiser1] c.s. met producties 10 tot en met 12;
- de mondelinge behandeling van 20 maart 2023, waarbij [eiser1] c.s. gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen en waarvan voor het overige door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser1] c.s. zijn broer en zus van elkaar. Zij hebben de woning aan de [adres] (hierna: de woning) in eigendom verkregen in hoedanigheid van erfgenaam van hun moeder (hierna: erflaatster), overleden op [datum]. Erflaatster heeft in haar testament ter voldoening aan haar verzorgingsverplichting aan haar echtgenoot, de heer [A.] (hierna: [A.]), het vruchtgebruik van (onder andere) de woning aan hem gelegateerd, ingaande bij haar overlijden en eindigende onder andere bij de onderbewindstelling van zijn vermogen. Bij akte van 18 februari 2020 hebben [eiser1] c.s. dit legaat aan [A.] afgegeven.
3.2.
[A.] heeft de woning tot oktober/november 2021 bewoond. Daarna is hij opgenomen in een verzorgingshuis (op een gesloten afdeling).
3.3.
Bij koopovereenkomst van 12 januari 2022 (hierna: de koopovereenkomst) hebben [eiser1] c.s. de woning voor een koopsom van € 330.100,00 aan een derde verkocht (hierna: de koper).
3.4.
In de koopovereenkomst is vermeld dat de levering van de woning zal plaatsvinden op 31 maart 2022 of zoveel eerder of later als partijen samen nader overeenkomen, ten overstaan van een notaris verbonden aan notariskantoor Lautenbach.
3.5.
De notaris heeft op 26 januari 2022 aan [eiser1] c.s. bevestigd dat de koopovereenkomst was ontvangen. Op 9 februari 2022 heeft de notaris per e-mail aan [eiser1] c.s. gevraagd het testament van erflaatster en de huwelijkse voorwaarden tussen erflaatster en [A.] toe te sturen, omdat deze documenten in de akte van levering dienden te worden vermeld. Op 7 maart 2022 heeft de notaris per e-mail een herinnering aan [eiser1] c.s. gestuurd, inhoudende dat zij de documenten nog graag zou ontvangen.
3.6.
Eveneens op 7 maart 2022 heeft de notaris per e-mail de makelaar van [eiser1] c.s. om een allonge op de koopovereenkomst gevraagd. De notaris heeft dit verzoek als volgt toegelicht:
“Aangezien de heer [A.] een vruchtgebruik heeft op bovenstaande woning, dient de heer mee te tekenen op de koopovereenkomst en de akte van levering. Meneer dient namelijk afstand te doen van dit gebruik voordat de woning overgedragen kan worden.”
3.7.
Op 21 maart 2022 is er telefonisch contact tussen de makelaar van [eiser1] c.s. (hieronder [B.] genoemd), en de secretaresse van de notaris (hieronder [C.] genoemd). De dossieraantekeningen van de notaris over dit contact luiden als volgt:
“21/3/22 [C.] heeft makelaar verkoper ([B.]) eindelijk kunnen spreken over het niet compleet zijn van de koopovereenkomst. [B.] heeft aangegeven dat de heer [A.] niet heeft meegetekend bij de koopovereenkomst omdat verkoper heeft aangegeven dat hij dement is?? Volgens haar heeft het tekenen dan geen zin en vervalt het vruchtgebruik. Familie heeft contact gehad met andere notaris (niet bekend welke) alles was geregeld dus overdracht kan gewoon plaatsvinden.
Uitzoeken of er een levenstestament is ingeschreven ([C.]) niets te vinden
Gesprek schoonzon en [C.] de heer [A.] is nog prima maar af en toe in de war maar zeker niet dement”
3.8.
Op 24 maart 2022 heeft er op initiatief van de notaris op haar kantoor een gesprek plaatsgevonden tussen [A.] en twee medewerkers van de notaris, beiden waarnemend notaris (hieronder [D.] en [E.] genoemd), de wilsbekwaamheid van [A.] te beoordelen. [A.] is naar het kantoor van de notaris gebracht door de heer [F.], de echtgenoot van [eiser2] (hierna: de schoonzoon). De dossieraantekeningen van de notaris over het gesprek met [A.] luiden als volgt:
“24/3/22 gesprek [D.] en [E.] met de heer [A.]. Stappenplan van KBN beoordeling wilsbekwaamheid is doorgelopen en een uitgebreid verslag gemaakt. Conclusie van kantoor de heer [A.] is niet meer handelingsbekwaam (…). Eea is ook besproken met schoonzoon, mogelijkheden doktersverklaring aanvragen, contact opnemen met [G.] waarom het nooit is getekend, spoed procedure bewind. [D.] zal bellen met de rechtbank wat de mogelijkheden zin, Rechtbank niet meer aanwezig om te woord te staan voor een spoed procedure.”
3.9.
De twee medewerkers van de notaris hebben van het gesprek met [A.] een verslag gemaakt (hierna: het verslag). Hierin is de conclusie opgenomen dat er gerede twijfel bestond over de wilsbekwaamheid van [A.] en dat hij de verklaring van afstand van het vruchtgebruik daarom niet kon tekenen. In het verslag is ook vermeld wat de twee medewerkers na het gesprek met [A.] met de schoonzoon hebben besproken:
“Vervolgens heeft de heer [E.] de schoonzoon erbij geroepen om aan te geven dat wij helaas de afstandsverklaring niet kunnen laten tekenen door de heer [A.]. De schoonzoon geeft aan dat hij dacht dat alles geregeld was bij een andere notaris door middel van het opgemaakt concept van het levenstestament. De heer [E.] heeft hem aangegeven dat uit ons onderzoek is gebleken dat deze akte nooit is ondertekend in het bijzijn van de notaris en dus niet geldig is. De schoonzoon gaf aan dat hij naar zijn mening wel de verklaring kan tekenen. De heer [E.] heeft aangegeven dat het mogelijk is om een onafhankelijke arts de heer [A.] te laten onderzoeken, dit neemt wel een aantal weken in beslag. Voorts is een andere mogelijkheid besproken te weten onder bewindstellingstelling. Mevrouw [D.] zal nader informeren bij de rechtbank over de spoedprocedure en de gegevens die zij nodig hebben. Vervolgens heeft mevrouw [D.] op 25 maart contact gehad met de rechtbank en spoed procedure is mogelijk mist het bewind wordt aangevraagd door een professionele bewindvoerder. In een dergelijk geval kan het bewind binnen 3 weken zijn geregeld. Deze gegevens zijn telefonisch doorgegeven aan de schoonzoon. Hij wilde ook eerst nog contact opnemen met het notariskantoor die het concept van het levenstestament heeft opgemaakt.”
3.10.
De dossieraantekeningen van de notaris over de telefonische contacten met de rechtbank, de schoonzoon en de makelaar van [eiser1] c.s. op 25 respectievelijk 28 maart 2022 luiden als volgt:
“25/3 rechtbank geeft aan dat Spoed procedure mogelijk (binnen 2/3 weken) is mits het een professionele bewindvoerder is. verzorgingstehuis kan dit ook doen en hebben veel ervaring
Schoonzoon niet kunnen bereiken
28/3 tel schoonzoon het besproken met de rechtbank doorgegeven en naam van prof bewindvoerder doorgegeven. Schoonzoon gaat contact opnemen met verzorgingstehuis maar die contact persoon is er pas donderdag. Verder gaat hij langs bij andere notaris om te proberen of deze het levenstestament toch nog willen passeren. wij moeten afwachten wat er gaat gebeuren hij zal ons verder inlichten.
Makelaar ook ingelicht stand van zaken”
3.11.
De koper heeft [eiser1] c.s. op 31 maart 2022 in gebreke gesteld, omdat zij hun verplichting tot leveren van de woning niet zijn nagekomen.
3.12.
Op 5 april 2022 zijn [eiser1] c.s. en de koper in verband met het uitstellen van de levering een aanvulling op de koopovereenkomst overeengekomen. De koopsom is daarbij verlaagd naar € 300.100,00.
3.13.
Bij beschikking van 24 mei 2022 heeft de kantonrechter van deze rechtbank de goederen van [A.] onder bewind gesteld en heeft zij een bewindvoerder benoemd.
3.14.
Op 2 juni 2022 hebben [eiser1] c.s. de woning aan de koper geleverd.

4.Het geschil

4.1.
[eiser1] c.s. vorderen – samengevat – om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de notaris te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 36.010,23 en de notaris te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
De notaris voert verweer. De notaris concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser1] c.s. in hun vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser1] c.s., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser1] c.s. in de kosten van deze procedure.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Standpunten van partijen
5.1.
[eiser1] c.s. stellen dat de notaris zich onvoldoende van haar taak gekweten heeft door niet op tijd te anticiperen op mogelijke problemen die de beoogde overdracht van de woning in de weg zouden kunnen staan. [eiser1] c.s. verwijten de notaris, na de signalering van het recht van vruchtgebruik, een gebrek aan regie. Pas op 23 maart 2022 [de rechtbank begrijpt: 24 maart 2022] heeft de notaris [A.] naar haar kantoor laten komen waar hij apart is genomen door twee van haar medewerkers waardoor hij in de war is geraakt en zij bepaald hebben dat hij niet goed genoeg was om te tekenen. Vervolgens zijn [eiser1] c.s. niet goed geïnformeerd over welke stappen zij zouden moeten zetten om van het recht van vruchtgebruik af te komen; dat hebben zij zelf uit moeten zoeken. De notaris is daarom tekortgeschoten in haar opdracht om de overdracht van de woning behoorlijk te begeleiden en zij is aansprakelijk voor de schade die [eiser1] c.s. hebben geleden, aldus [eiser1] c.s.
5.2.
De notaris heeft dit gemotiveerd betwist. Zij stelt dat zij geen beroepsfout heeft gemaakt en dus niet aansprakelijk is. In dat verband heeft de notaris onder meer aangevoerd dat zij weliswaar uit het Kadaster wist dat er een vruchtgebruik op de woning was gevestigd, maar dat zij niet bekend was met de precieze inhoud daarvan. Daarom heeft zij documenten opgevraagd bij [eiser1] c.s. Pas op 21 maart 2022 vernam de notaris van de makelaar van [eiser1] c.s. dat [A.] dement zou zijn. De notaris heeft daarop adequaat gehandeld door [A.] op kantoor uit te nodigen om zijn wilsbekwaamheid te beoordelen. Toen na dat gesprek bleek dat [A.] niet wilsbekwaam was en daarom geen afstand kon doen van zijn recht van vruchtgebruik, heeft zij [eiser1] c.s. alle informatie gegeven om via een spoedprocedure bij de rechtbank het vermogen van [A.] onder bewind te laten stellen, waardoor het vruchtgebruik zou eindigen en de woning kon worden geleverd. Het valt de notaris daarom niet te verwijten dat de op 31 maart 2022 beoogde overdracht van de woning geen doorgang heeft kunnen vinden, aldus de notaris.
Heeft de notaris zorgvuldig gehandeld?
5.3.
De rechtbank stelt voorop dat [eiser1] c.s. niet langer hun stelling handhaven dat zij de notaris al eind januari/begin februari 2022 erop hebben gewezen dat [A.] niet meer in staat was om voor afstand van het recht van vruchtgebruik te tekenen. De advocaat van [eiser1] c.s. heeft tijdens de zitting erkend dat het probleem dat [A.] mogelijk wilsonbekwaam was en niet voor afstand van het vruchtgebruik kon tekenen pas op 21 maart 2022 duidelijk is geworden voor de notaris.
5.4.
Hiermee staat tussen partijen dus vast dat de notaris pas tien dagen voor de geplande levering bekend werd met de omstandigheid dat [A.] mogelijk wilsonbekwaam was. De vraag die daarom beantwoord moet worden is of de notaris vanaf 21 maart 2022 adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld zoals [eiser1] c.s. van een redelijk handelend beroepsbeoefenaar mochten verwachten. De verwijten die [eiser1] c.s. de notaris maken zien – naar de rechtbank begrijpt – op de beoordeling van de wilsbekwaamheid van [A.] en op het gebrek aan hulp bij de onderbewindstelling. De rechtbank is van oordeel dat deze verwijten niet terecht zijn. De rechtbank licht dat hieronder toe.
Beoordeling wilsbekwaamheid
5.5.
In de dossieraantekeningen is vermeld dat de notaris direct na het contact met de makelaar op 21 maart 2022 onderzoek heeft gedaan naar het bestaan van een levenstestament (waarin [A.] een volmacht aan de schoonzoon zou hebben gegeven), maar dat een dergelijk testament niet bestond. Drie dagen later vindt – na intern overleg op 23 maart 2022 – op initiatief van de notaris het gesprek met de heer [A.] plaats op haar kantoor om zijn wilsbekwaamheid te beoordelen. Voor zover [eiser1] c.s. stellen dat dit te laat was, volgt de rechtbank hen daarin niet, omdat de notaris voor 21 maart 2022 geen aanleiding had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van [A.].
5.6.
[eiser1] c.s. stellen daarnaast dat [A.] in de war is geraakt doordat hij apart is genomen door twee medewerkers van de notaris en zij bepaald hebben dat hij niet goed genoeg was om te tekenen. Voor zover [eiser1] c.s. daarmee hebben bedoeld te stellen dat [A.] wel wilsbekwaam zou zijn bevonden door de twee medewerkers van de notaris als de schoonzoon bij het gesprek aanwezig had mogen zijn, volgt de rechtbank hen daarin niet. De rechtbank licht dat als volgt toe.
5.7.
Uit (de opbouw van) het verslag blijkt dat de waarnemend notaris het ‘Stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening’ van de KNB van april 2021 heeft gevolgd en aan de hand van de in het stappenplan genoemde criteria heeft besloten dat [A.] voor het tekenen voor afstand van het vruchtgebruik wilsonbekwaam moet worden beschouwd. Uitgangspunt van het stappenplan is dat de notaris die de akte zal passeren de cliënt in beginsel persoonlijk ziet en spreekt als er indicatoren zijn die twijfels oproepen over de wilsbekwaamheid. Daaraan is voldaan omdat mr. [D.], waarnemer van de notaris die ook de akte van levering heeft getekend, het gesprek samen met een collega heeft gevoerd. De algemene indicatoren die aanleiding gaven tot het gesprek waren dat [A.] op hoge leeftijd was en in een zorginstelling verbleef. Als bijzondere indicator gold dat de makelaar had aangegeven dat de cliënt volgens [eiser1] c.s. aan dementie leed, een ziekte die van invloed kan zijn op het verstandelijke vermogen. Dit, terwijl de schoonzoon had meegedeeld dat er niets aan de hand was en alles was geregeld bij een andere notaris.
5.8.
Als de cliënt wordt bijgestaan door een familielid, geldt bovendien dat de notaris te allen tijde bewaakt dat de cliënt zijn wil vrij van onbehoorlijke beïnvloeding kan vormen. Dat geldt met name als de rechtshandeling een bevoordelend karakter heeft. Het doen van afstand van vruchtgebruik heeft een bevoordelend karakter, zodat het niet onbegrijpelijk is dat de waarnemend notaris [A.] alleen wilde spreken en de schoonzoon vroeg om niet bij het gesprek aanwezig te zijn. Dat [A.] in de war is geraakt doordat hij apart werd genomen is niet gebleken. Uit het verslag volgt dat zoveel mogelijk is aangesloten bij de beleving van de cliënt door [A.] in zijn eigen woorden uit te laten leggen waarom hij op het kantoor van de notaris moest komen. In het verslag is daarbij opgenomen dat hij aan het begin redelijk helder – en dus niet verward – overkwam. Een en ander is als volgt verwoord in het verslag:
“Aan het begin van het gesprek leek de heer [A.] redelijk helder. Hij kon zijn voornaam en leeftijd correct aan ons melden en gaf aan dat hij op ons kantoor is om een gesprek met de notaris te hebben. Vervolgens heeft de [E.] op verschillende manieren getracht heer [A.] te laten uitleggen in zijn eigen woorden waarom hij op kantoor moet komen. De heer [A.] had geen idee waarom hij moest komen en wist niets van de nalatenschap en wist ook niet dat hij het vruchtgebruik van het huis. Hij kon ook niet het adres van het huis vertellen en wist niet dat het verkocht ging worden.”
5.9.
Gelet op het vorenstaande heeft de notaris naar het oordeel van de rechtbank zorgvuldig gehandeld bij het beoordelen van de wilsbekwaamheid van [A.]. Daarbij kan de notaris niet verweten worden dat de beoordeling van de wilsbekwaamheid acht dagen voor de beoogde levering plaatsvond, omdat zij pas vlak daarvoor bekend was geworden met de omstandigheid dat [A.] mogelijk wilsonbekwaam was.
Hulp bij onderbewindstelling
5.10.
[eiser1] c.s. stellen dat zij de notaris om hulp hebben gevraagd toen bleek dat [A.] niet wilsbekwaam werd geoordeeld en dus niet kon tekenen voor afstand van het vruchtgebruik, maar dat de notaris hen heeft “laten zwemmen”. [eiser1] c.s. zijn niet door de notaris geïnformeerd over welke stappen zij zouden moeten zetten om van het recht van vruchtgebruik af te komen. Zij hebben een advocaat in de arm moeten nemen om hen te helpen bij de opheffing van het vruchtgebruik en daarna de levering van de woning, aldus [eiser1] c.s. De notaris heeft dit betwist. Zij heeft [eiser1] c.s. alle informatie aangereikt, zodat [eiser1] c.s. zelf het vruchtgebruik van de woning konden laten eindigen door het aanvragen van een onderbewindstelling, aldus de notaris.
5.11.
Om de vraag te kunnen beantwoorden of de notaris adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld bij het verlenen van hulp bij de onderbewindstelling, moet beoordeeld worden wat in dit geval van de notaris als redelijk handelend beroepsbeoefenaar jegens [eiser1] c.s. mocht worden verwacht. In het licht van de stellingen van [eiser1] c.s. gaat de rechtbank er van uit dat de hulpvraag van [eiser1] c.s. aan de notaris zag op het geven van informatie over de procedure bij de rechtbank over de onderbewindstelling van het vermogen van [A.], waardoor het vruchtgebruik zou eindigen en de woning (alsnog) kon worden geleverd.
5.12.
Uit het hiervoor onder 3.9 geciteerde verslag van de bespreking op 24 maart 2022 blijkt dat (onder meer) de mogelijkheid van onderbewindstelling met de schoonzoon is besproken als manier om het vruchtgebruik te laten eindigen. Ook blijkt uit het verslag dat [D.] bij de rechtbank zou informeren naar de spoedprocedure en de gegevens die de rechtbank daarvoor nodig heeft. Volgens de dossieraantekeningen heeft zij nog diezelfde dag met de rechtbank gebeld, maar was daar niemand meer aanwezig die haar te woord kon staan over een spoedprocedure. Vervolgens heeft zij blijkens het verslag en de dossieraantekeningen de dag er na, dus op 25 maart 2022, contact gehad met de rechtbank. De rechtbank heeft haar meegedeeld dat een spoedprocedure mogelijk is (binnen 2/3 weken), mits het bewind wordt aangevraagd door een professionele bewindvoerder. Uit de dossieraantekeningen blijkt dat de notaris de schoonzoon die dag (vrijdag) niet heeft kunnen bereiken. Op 28 maart 2022 (maandag) heeft zij volgens het verslag en de dossieraantekeningen de informatie van de rechtbank en de naam van een professionele bewindvoerder telefonisch aan de schoonzoon doorgegeven. De dossieraantekeningen vermelden ook dat de schoonzoon toen heeft gezegd contact met het verzorgingshuis op te nemen maar dat de betreffende contactpersoon er pas donderdag is. Ook wilde de schoonzoon nog langsgaan bij de andere notaris om te proberen of deze het levenstestament toch nog wilde passeren.
5.13.
Hoewel [eiser1] c.s. stellen dat zij niets van de notaris hebben gehoord, acht de rechtbank dat, gelet op het (gedetailleerde) verslag en de dossieraantekeningen, niet geloofwaardig. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het verslag en de dossieraantekeningen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat de notaris met de rechtbank heeft gebeld en de verkregen informatie over de procedure tot onderbewindstelling op maandag 28 maart 2022 telefonisch aan de schoonzoon heeft doorgegeven. Overigens heeft de schoonzoon tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij deze informatie ook heeft gekregen, alleen dan niet van de notaris maar van de makelaar (die deze informatie op haar beurt van de notaris had gekregen). Ook als dat juist zou zijn, staat daarmee in ieder geval vast dat de informatie van de notaris [eiser1] c.s. heeft bereikt.
5.14.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de notaris direct na het gesprek op 24 maart 2022 het nodige onderzoek heeft gedaan om [eiser1] c.s. te kunnen informeren over de te nemen stappen voor onderbewindstelling, teneinde het vruchtgebruik te laten eindigen en zo de levering van de woning aan de koper mogelijk te maken. Ook staat vast dat die informatie [eiser1] c.s. heeft bereikt. Het verwijt dat de notaris [eiser1] c.s. heeft “laten zwemmen” en hen niet heeft geïnformeerd over de procedure tot onderbewindstelling, vindt geen steun in de feiten. Het handelen van de notaris is naar het oordeel van de rechtbank op dit punt adequaat en zorgvuldig geweest.
5.15.
Voor zover [eiser1] c.s. hebben gesteld dat zij een advocaat in de arm hebben moeten nemen om hen - na het eindigen van het vruchtgebruik - te helpen bij de levering van de woning, welke advocaatkosten voor rekening van de notaris zouden moeten komen, hebben [eiser1] c.s. geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat de notaris niet als een redelijk handelend beroepsbeoefenaar heeft gehandeld. De notaris heeft bovendien aangevoerd dat [eiser1] c.s. haar de beschikking van 24 mei 2022 (zie 3.13) niet hebben verstrekt. De notaris heeft zelf meermalen het Kadaster geraadpleegd. Hieruit bleek op enig moment dat het bewind was ingesteld. Vervolgens heeft de notaris de akte verder gereed gemaakt en is de woning op 2 juni 2022 overgedragen. Aangezien [eiser1] c.s. dit niet hebben weersproken, kan de rechtbank ook op dit punt niet anders concluderen dan dat de notaris zorgvuldig heeft gehandeld.
5.16.
Concluderend is de rechtbank van oordeel dat de notaris adequaat en zorgvuldig heeft gehandeld, zoals van een redelijk handelend beroepsbeoefenaar mocht worden verwacht. Aan de vraag of sprake is van causaal verband tussen de verweten gedragingen en de door [eiser1] c.s. gestelde schade komt de rechtbank dus niet toe. De rechtbank zal de vorderingen van [eiser1] c.s. daarom afwijzen.
Proceskosten
5.17.
[eiser1] c.s. zijn de partij die ongelijk krijgt en zij zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van de notaris als volgt vastgesteld:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.532,00
(2,00 punten × € 766,00)
Totaal
4.369,00
5.18.
De notaris vordert daarnaast veroordeling in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De rechtbank zal daarom de eventueel te maken nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser1] c.s. af,
6.2.
veroordeelt [eiser1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van de notaris tot dit vonnis vastgesteld op € 4.369,00,
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs, mr. A.J. Wolfs en mr. E.J. Bellaart en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.
conc. 1621