Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
thans gedetineerd in P [detentieadres] .
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
De aangever heeft in zijn aangifte op 24 juli 2022 – die vooraf is gegaan door een informatief gesprek op 20 juli 2022 waarin nagenoeg gelijkluidend is verklaard – naar het oordeel van de rechtbank authentiek, consistent en gedetailleerd verklaard over de seksuele handelingen die de verdachte bij hem heeft gepleegd en de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden. De aangifte, die betrekking heeft op een periode van meerdere jaren, volgt enkele maanden nadat het laatste misbruik heeft plaatsgevonden. De aangever benoemt concrete gebeurtenissen waarbij details worden vermeld met betrekking tot waar en wanneer deze hebben plaatsgevonden en onder welke omstandigheden. Door de aangever wordt beschreven welke specifieke gevoelens en gedachtes hij had bij het seksueel misbruik, hetgeen bijdraagt aan de authenticiteit van de verklaring. Zo geeft de aangever aan dat zijn opa niet tegen hem mocht praten na de seksuele handelingen, omdat hij dan heel prikkelbaar was. Ook sliep hij drie jaar lang op een klein randje van het bed om zo min mogelijk contact met zijn opa te hebben. Op specifieke vragen van de politie over de anale penetratie heeft de aangever weliswaar geen gedetailleerde verklaring afgelegd, echter wel heeft hij verklaard hoe vaak dat is gebeurd en hoe oud hij toen was. Op de vervolgvraag of hij voor zich kan halen hoe dat precies ging, heeft de aangever gezegd dat hij dat niet kan en ook niet wil. De rechtbank leidt hieruit af dat de aangever moeite had om over deze specifieke seksuele handeling te praten. Naar het oordeel van de rechtbank doet dit dan ook niet af aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de aangever ten aanzien van de anale penetratie. De rechtbank beoordeelt de verklaring van de aangever in zijn geheel dan ook als betrouwbaar en bruikbaar als bewijsmiddel.
vanaf zijn elfde tot ongeveer drie kwart jaar geleden” reageert de verdachte daarop met “
ja”.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
consent’. De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging daarmee rekening te houden en ook met de omstandigheden dat de verdachte de detentie als erg zwaar ervaart, zijn woning is kwijtgeraakt en dat het contact met zijn sociale omgeving, waaronder zijn familie, is verbroken. De raadsman heeft verzocht een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd en de hoogte van de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen, gelet op de bepleite (partiële) vrijspraak en de persoonlijke situatie van de verdachte.
Uit het rapport komt naar voren dat de reclassering aanknopingspunten ziet voor een behandeltraject, gericht op de ontwijkende copingsvaardigheden, het beperkt mentaliserend vermogen en de seksuele geaardheid van de verdachte. De reclassering acht de kans op herhaling van een zedendelict niet uitgesloten. Een delictpreventieplan kan bijdragen aan het verminderen van de kans op recidive. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, een verblijf in begeleid wonen, een contactverbod met het slachtoffer en de verplichting om zo veel als mogelijk contact te vermijden met minderjarigen.
7.Vrijheidsbeperkende maatregel (contactverbod)
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 10.098,17 ingediend tegen de verdachte wegens materiële (€ 98,17) en immateriële schade (€ 10.000,-) die hij als gevolg van de ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
seksueel binnendringen van het lichaam bij een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige beneden de leeftijd van 16 jaar] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
40 (veertig) maanden.
3 (drie) jarenop geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
15 (vijftien) dagenvoor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.098,17(zegge: tienduizendachtennegentig euro en zeventien eurocent), bestaande uit € 98,17 als vergoeding voor de materiële en € 10.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 10.098,17(zegge: tienduizendachtennegentig euro en zeventien eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 (vijfentachtig) dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf