Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagden 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
dagvaarding € 133,18
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 528,00 ;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en verhuurder over huurachterstand en gebreken in de huurwoning. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde T. Bierlee, vorderde betaling van een huurachterstand van € 4.485,67, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. B. Blom, betwistten de vordering en stelden dat zij kosten voor het verwijderen van schimmel in de woning mochten verrekenen met de huur. De huurovereenkomst was sinds 25 oktober 2019 van kracht en de huurprijs bedroeg € 1.275,00 per maand.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden in beginsel huurtermijnen verschuldigd waren, maar dat zij deze mochten verrekenen met de kosten voor het verwijderen van schimmel, aangezien er sprake was van een gebrek in de woning. De rechter concludeerde dat de gedaagden niet het volledige huurgenot hadden gehad door de schimmelvorming, die niet aan hen kon worden toegerekend. De kantonrechter oordeelde dat 75% van de kosten voor het verwijderen van de schimmel voor rekening van de gedaagden moest blijven, terwijl 25% voor de verhuurder was. Uiteindelijk werd de vordering van de eiser tot een bedrag van € 3.519,05 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van verhuurders om gebreken te verhelpen en de rechten van huurders om kosten te verrekenen bij gebreken die niet aan hen zijn toe te rekenen. De kantonrechter wees de vordering voor het overige af en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.